ECLI:NL:OGEAA:2025:199
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake nakoming overeenkomst en rentepercentage in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de naamloze vennootschap ISLAND FINANCE ARUBA N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een overeenkomst van geldlening van 21 juli 2017, waarbij de gedaagde een bedrag van Afl. 15.135,33 van IFA heeft geleend, met een overeengekomen rentepercentage van 27,25% per jaar. De lening diende in maandelijkse termijnen te worden terugbetaald, maar de gedaagde heeft niet aan zijn betalingsverplichtingen voldaan. IFA heeft de gedaagde op 24 oktober 2024 gesommeerd om de openstaande achterstand van Afl. 14.234,90 te betalen, maar de gedaagde heeft hier niet op gereageerd.
Tijdens de comparitie op 3 juni 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. IFA vorderde betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij nooit op zijn betalingsgedrag was aangesproken en vroeg om een betalingsregeling. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat de vordering van IFA toewijsbaar is. Het Gerecht heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten, en heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld.
Het vonnis is uitgesproken op 11 juni 2025 door mr. T.A.M. Tijhuis, en is uitvoerbaar bij voorraad.