In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de gedaagde, woonachtig in Duitsland, niet verschenen op de zitting. De eisers, waarvan één in de Verenigde Staten woont en de ander in Aruba, hebben een verzoekschrift ingediend op 5 februari 2025. De gedaagde is opgeroepen via een exploot op 13 februari 2025, maar het Gerecht moest beoordelen of deze oproep correct was betekend volgens het Haags Betekeningsverdrag. Het Gerecht constateert dat de betekening niet heeft plaatsgevonden zoals vereist, omdat er geen bewijs is dat de oproeping en het verzoekschrift op de juiste wijze zijn betekend. Hierdoor moet de gedaagde opnieuw worden opgeroepen. De eisers zijn opgedragen om voor 8 juli 2025 een authentieke vertaling van de benodigde stukken aan de deurwaarder te overhandigen. De nieuwe oproeping is gepland voor 1 oktober 2025, waarbij de deurwaarder de gedaagde opnieuw zal oproepen, met inachtneming van de vereisten van het Haags Betekeningsverdrag. Het Gerecht houdt verdere beslissingen aan totdat de juiste procedures zijn gevolgd.