ECLI:NL:OGEAA:2025:248

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
10 september 2025
Zaaknummer
708 van 2024
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor invoer van verdovende middelen met een boot

Op 28 augustus 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk invoeren van verdovende middelen. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het invoeren van 63 kilo cocaïne en 629 kilo hennep in de periode van 25 tot en met 26 augustus 2024. Tijdens de zitting op 7 augustus 2025 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.M.E. Mohamed. De officier van justitie, mr. Z.J.E. Paesch, eiste een gevangenisstraf van vijf jaar, maar het Gerecht veroordeelde de verdachte tot vier jaar gevangenisstraf. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte opzettelijk betrokken was bij de invoer van de verdovende middelen, waarbij hij een belangrijke rol speelde in de communicatie en informatiepositie rondom de aanlanding van de boot. De verdachte had eerder al een veroordeling voor soortgelijke feiten en zijn verklaring dat hij niet op de hoogte was van de verdovende middelen werd als ongeloofwaardig beschouwd. Het Gerecht verklaarde de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een mobiele telefoon en een auto, verbeurd, maar gelastte de teruggave van een klein geldbedrag aan de verdachte. De uitspraak is gedaan op basis van de Landsverordening verdovende middelen en het Wetboek van Strafrecht van Aruba.

Uitspraak

Parketnummer: P-2024/01883
Zaaknummer: 708 van 2024
Uitspraak: 28 augustus 2025 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[Verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], op het adres [adres 1],
thans gedetineerd in het [detentieplaats] in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op diverse data. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 7 augustus 2025. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.M.E. Mohamed, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. Z.J.E. Paesch, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest. Haar vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen, te weten een mobiele telefoon merk Samsung Groen, een geldbedrag van USD 10,- en een auto merk Nissan March, kenteken [autokenteken].
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
1.
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
63 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I, heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad;
subsidiair, indien het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen leiden:
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in artikel 3 van de Landsverordening verdovende middelen, te weten:
het opzettelijk in-, uit- of doorvoeren en/of
het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken
en/of vervoeren,
van ongeveer
63 kilo cocaïne,althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
voor te bereiden en/of te bevorderen
  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of één of meer ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
  • (een) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat het/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en aldaar opzettelijk
  • (meermalen) met elkaar en/of met andere mededader(s) (telefonisch) contact gehad en/of gelegd en/of onderhouden (telkens) (onder meer) om informatie door te geven en/of te ontvangen en/of instructies en/of aanwijzingen te geven en/of te ontvangen en/of afspraken te maken, en/of
  • gecommuniceerd en/of afspraken gemaakt over de aankomst van een boot en/of de locatie van aanlanding en/of over aantallen en hoeveelheden en/of inzet van mensen en/of middelen en/of inkomsten en percentageverdeling, en/of
  • een transportmiddel ter beschikking gehad en/of geregeld voor het ophalen van de verdovende middelen, en/of
  • zich (meermalen) begeven in de omgeving van de aanlanding te [plaats 1] begeven met als doel om de verdovende middelen op te halen, en/of
  • op de uitkijk gestaan, en/of
  • zich beschikbaar gesteld voor de overname en/of overdracht van de ingevoerde hoeveelheid verdovende middelen;
2.
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid l van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad;
Subsidiair, indien het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen
leiden:
dat hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening verdovende middelen, te weten:
het opzettelijk in-, uit- of doorvoeren, en/of
het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken en/of vervoeren,
van ongeveer
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding, waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende
middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
voor te bereiden en/of te bevorderen
  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of één of meer ander(en) gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
  • (een) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat het/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en aldaar opzettelijk
  • (meermalen) met elkaar en/of met andere mededader(s) (telefonisch) contact gehad en/of gelegd en/of onderhouden (telkens) (onder meer) om informatie door te geven en/of te ontvangen en/of instructies en/of aanwijzingen te geven en/of te ontvangen en/of afspraken te maken, en/of
  • gecommuniceerd en/of afspraken gemaakt over de aankomst van een boot en/of de locatie van aanlanding en/of over aantallen en hoeveelheden en/of inzet van mensen en/of middelen en/of inkomsten en percentageverdeling, en/of
  • een transportmiddel ter beschikking gehad en/of geregeld voor het ophalen van de verdovende middelen, en/of
  • zich (meermalen) begeven in de omgeving van de aanlanding te [plaats 1] begeven met als doel om de verdovende middelen op te halen, en/of
  • op de uitkijk gestaan, en/of
  • zich beschikbaar gesteld voor de overname en/of overdracht van de ingevoerde hoeveelheid verdovende middelen.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
1.
dat hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
63 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne, althans een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening verdovende middelen en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of afgeleverd en/of in bezit en/of aanwezig heeft gehad;
2.
dat hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2024 tot en met 26 augustus 2024 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk
629 kilo hennep,althans een hoeveelheid hennep, althans enige gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt
getrokken ten grondslag ligt, als bedoeld in artikel 1 lid l van de Landsverordening
verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft ingevoerd
al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Landsverordening
verdovende middelen en/of vervoerd en/of doorgevoerd en/of in bezit en/of
aanwezig heeft gehad;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1] De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feit of dezelfde feiten betrekking hebben.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Aruba.
1. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 4), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisanten,zakelijk weergegeven:
Op 25 augustus 2024, omstreeks 22:15 uur werd een verdacht radarcontact geïntercepteerd. Het vaartuig kwam vanaf ‘Peninsula Venezuela’, dus buiten de territoriale wateren van Aruba. Om 22.15 uur bevond het zich binnen de territoriale wateren van Aruba.
Omstreeks 00:00 uur op 26 augustus 2024 werd het vaartuig onderschept. De vijf opvarenden werden aangehouden.
Kort na de interceptie werden 22 drugsbalen in de omgeving van de interceptie aangetroffen en in beslag genomen. Naast de drugsbalen dreef er een plastic container met daarin een satelliettelefoon. Ook deze werd in beslag genomen voor verder onderzoek.
2. Een proces-verbaal van bevindingen “beschrijving, wegen, testen en verzenden monsters” d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 8), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024, werd een onderzoek verricht op de inhoud en samenstelling van de 22 inbeslaggenomen balen. De balen, inhoudende pakketten, werden afzonderlijk op een geijkte fijnweger gewogen.
Het totaal gewicht van de 1074 pakketten inhoudende marihuana gelijkende kruiden bedroeg 629 kilogram.
Het totaal gewicht van de 55 pakketten inhoudende cocaïne gelijkende substantie bedroeg 63 kilogram.
Vervolgens werd vanuit 39 pakketten inhoudende marihuana gelijkende kruiden monsters genomen en gedaan in 39 afzonderlijke potjes. Vanuit 5 pakketten inhoudende wit op cocaïne gelijkende substantie werden monsters genomen en gedaan in 5 afzonderlijke potjes.
De 44 potjes (monsters) zullen verzonden worden naar de gerechtelijk deskundige (toxicoloog) [toxicoloog], met het verzoek om na te gaan of de inhoud van deze potjes onder de bepalingen van de Landsverordening Verdovende Middelen valt.
3. Een geschrift, te weten eenrapport van het Bureau Forensisch Technische Onderzoeken, op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door drs. [toxicoloog] Toxicoloog (DUO 1.0, bijlage 9), ten aanzien van voornoemde monsters, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De onderzochte monsters inhoudende marihuana gelijkende kruiden bevatten thc.
De onderzochte monsters inhoudende op cocaïne gelijkende substantie bevatten cocaïne.
4. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 6), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant,zakelijk weergegeven:
Op 27 augustus 2024 werd door de Kustwacht de inbeslaggenomen satelliettelefoon aan het onderzoeksteam overgedragen ten behoeve van het onderzoek. De satelliettelefoon werd geopend en ik zag dat er een simkaart in het toestel zat. Het IMSI-nummer van die simkaart was [IMSI-nummer]. Uit onderzoek bleek dat het bijbehorende telefoonnummer [telefoonnummer 1] was.
5. Een proces-verbaal van bevindingentapgesprekken in combinatie met baken Nissan Marchd.d. 28 augustus 2024 (DUO 1.0, bijlage 1, nr, 2408271937.AMB, met als bijlagen de tapgesprekken), voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
In onderzoek DUO werd een voertuig, een Nissan March met kenteken [autokenteken], voorzien van een registrerend peilbaken. Eerder werd vastgesteld dat de gebruiker van dit voertuig onder andere [verdachte] betrof. Bij een aanlanding van 8 op 9 juli 2024 te [plaats 2] was de Nissan March geruime tijd ogenschijnlijk ‘op de uitkijk’. [Verdachte] was die avond de bestuurder van het voertuig.
Op 12 augustus 2024 viel op dat gedurende de dag de Nissan March een ogenschijnlijke voorverkenning heeft gedaan langs de kust om later op de avond in de omgeving van [plaats 1] zich enkele uren op te houden. Het vermoeden bestaat dat dit de hoek/kant is waar de aanlanding plaats had moeten vinden.
Het adres van medeverdachte [medeverdachte 1] betreft [adres 2]. Dit adres werd vaak bezocht door de Nissan March. Het adres [adres 3] betreft verblijfplaats [verdachte].
Op 18 augustus 2024 te 12.01 uur werd een gesprek onderschept tussen het getapte nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satelliettelefoonnummer]. Middels stemherkenning werd vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van het nummer [telefoonnummer 2].
Vervolgens vonden er op 20 augustus 2024 en 21 augustus 2024 diverse telefoongesprekken plaats tussen [medeverdachte 1] en het satelliettelefoonnummer [satelliettelefoonnummer]. Daaruit bleek dat er vermoedelijk getracht werd de oversteek te maken vanuit Zuid-Amerika naar Aruba. Uit de gesprekken bleek echter dat men mogelijk een boot had gezien en was teruggekeerd.
Het baken van de Nissan March
([autokenteken]) werd bekeken en er was op 20 en 21 augustus 2024 voor een groot deel hetzelfde patroon zichtbaar als op de dag van 12 augustus 2024. De Nissan March bezocht de kustlijn langs de [plaats 3] naar [plaats 4]. Ook bezocht het voertuig de adressen [plaats 5], [adres 2], [adres 3]. In de periode van 20 augustus 2024 te 20:35 uur tot en met 22:30 uur is de Nissan March diverse keren in de omgeving [plaats 1] geweest alwaar hij op 14 augustus 2024 zich ook langdurig ophield. Na het vertrek van [plaats 1] reed het voertuig direct naar [adres 2]. Op 21 augustus 2024 om 01:26 uur reed het voertuig naar het adres [plaats 5].
Op 25 augustus 2024 tussen 7:39 uur en 22:08 uur vonden er meer dan 20 gesprekken plaats tussen het nummer [telefoonnummer 2] en het satelliettelefoonnummer [satelliettelefoonnummer]. Uit deze gesprekken bleek dat men een poging waagde om in de richting van Aruba te komen.
Om 20:55 uur werd het nummer [telefoonnummer 2] (Gerecht: op dat moment) igb [betrokkene 1] gebeld door de NN-man. Tijdens dat gesprek zei NN-man tegen [betrokkene 1]: "Zeg hem dat aan de voorkant is er een rode licht... een rode licht om ze mij te zeggen wat het daar is". [Betrokkene 1] antwoordde daarop met: "Ik ga. Nu zeg ik. Nu zeg ik" (TPN 557).
De Nissan March ([autokenteken]) reed zoals bij eerdere pogingen ook een voorverkenning langs de kust [plaats 3] tot en met [plaats 4]. Ook nu werden de adressen [adres 2], [adres 3] en [plaats 5] aangedaan. Alsook de omgeving van [plaats 6], [plaats 1] en [plaats 7], waar men zicht kan hebben op de kustlijn.
Op 26 augustus 2024 om 04:24 uur vertrok de Nissan March vanaf [plaats 1] en reed direct naar het adres [plaats 5]. Daarna reed het voertuig terug in de richting van [plaats 1] alwaar het voertuig van 04:42 uur tot 04:46 uur kort stopt bij [plaats 8]. Hierna reed het voertuig door naar [plaats 1] waar het om 04:54 uur kort stopt. Hierna reed het voertuig rechtstreeks naar het adres [adres 2].
6. Deverklaring van de verdachte, van 7 augustus 2025, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik had de Nissan March in gebruik waaronder het peilbaken was geplaatst.
[Medeverdachte 1] had mij gevraagd om ten tijde van de aanlanding op 25 augustus 2025 dicht in de buurt te zijn en voor het vervoer te zorgen. Ik zou een dienst verlenen.
7. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 december 2024 (DUO 1.0, bijlage 1, nr. 2410240903.AMB), voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant:
In onderzoek DUO werd vanaf 16 augustus 2024 vertrouwelijke communicatie in een motorvoertuig, zijnde een Nissan March met kenteken [autokenteken], in gebruik bij onder andere [verdachte], opgenomen.

20.augustus 2024 tussen 18:24 uur en 18:29 uur:

Locatie: Vuurtoren te [plaats 4].
Deelnemers: [medeverdachte 1] ([medeverdachte 1]) en [verdachte]
[Verdachte]: ‘Er is niets daar. Dat is een schip (stoomboot)’
[Medeverdachte 1]: ‘Doe maar, doe maar het gaat’.
[Verdachte]: ‘Het gaat voor je langs’.

20.augustus 2024 tussen 22:29 uur en 22:34 uur:

Locatie: rijdend op de weg leidend door [plaats 9] langs [plaats 10] richting [plaats 1].
Deelnemers: [verdachte] en drie NN-mannen.
[Verdachte]: ‘Komen jullie al aan bij de ingang om te weten of ik daar naar toe ga. Sta klaar voorin. Waar ga je naar toe vriend. Wat is er gebeurd je bent gespannen’.
NN-man3: ‘Het blijkt alsof de Bicho (het Gerecht begrijpt: boot) terug is gekeerd’.

20.augustus 2024 tussen 22:34 uur en 22:39 uur:

Locatie: rijdend op de weg van [plaats 1] richting rotonde [plaats 11].
Deelnemers: [verdachte] en NN-man.
NN-man: ‘Wat gebeurd is dat jullie gek daar zijn’
[Verdachte]: ‘Natuurlijk die bicha kwam. Ik dacht dat ze al kwamen stallen. Het was gisteren flikker en de oom is teruggekeerd flikker. (…) Ik zal je iets zeggen, zodat er meerdere zijn, een kat er is een kat. We moeten die verraders laten doden, we moeten ze allemaal laten doden, allemaal moeten ze worden geëlimineerd’.
Tussen 22:39 uur en 22:44 uur:
[Verdachte]: ‘Nee die bicha is bij de cayman, ze zagen het dalen. Hij zag het dalen’.

21.augustus 2024 tussen 16:53 uur en 16:58 uur:

Deelnemers: [verdachte] en twee NN-mannen
NN-man: ‘het plan moet veranderd worden zodat niemand het weet’.
[Verdachte]: ‘Dat niemand erover weet’.

21.augustus 2024 tussen 20:32 uur en 20:37 uur:

Deelnemers: [verdachte] en drie NN-mannen
NN-man: ‘laat het een goede klap zijn, deze twee maanden dat ik niets doe, zal God voor mij verdrievoudigen’
[Verdachte]; ‘Het zijn 6000 florin en aha, en 3 keer dat de boot vertrekt, zijn het 1500, 1500 en 1500, dat is 4500 extra.

24.augustus 2024 tussen 16:25 uur en 16:30 uur:

Deelnemers: [verdachte]
[Verdachte]: ‘met Gods hulp gaat alles goed, zodat mensen geen problemen veroorzaken. Morgen laten we dat paard drinken. Morgen laten we het paardje drinken’.

25.augustus 2024 tussen 20:55 uur en 21:00 uur:

Locatie: Geparkeerd te [plaats 1] ter hoogte van perceel 28-A
Deelnemers: [betrokkene 1]
[Betrokkene 1]: ‘[betrokkene 2] zegt dat hij een licht, een rood licht ziet’.
Uit onderzoek is gebleken dat dit spraakbericht op 25 augustus 2024 om 20:56 uur werd ontvangen van het nummer -9155 opgeslagen onder de naam [medeverdachte 2]. Ik, verbalisant, herken de stem van [betrokkene 1] als degene die het spraakbericht insprak.

26.augustus 2024 tussen 04:54 uur en 04:59 uur:

Locatie: Vertrokken vanuit doodlopende weg te [plaats 1] en rijdend richting [plaats 8] en [plaats 12].
Deelnemers: [verdachte] en NN-man.
[Verdachte]: ‘Maat, toen jullie binnenkwamen was er veel verkeer, er passeren heel veel auto’s. Ze gaan die kant op en komen hierheen’ (…)
NN-man: ‘Ik ga eerlijk zijn, er is maar een ding gebeurd. Hij kwam van beneden en ging langs me heen. Waarom zouden ze niet meer bellen? Misschien is er weer iets misgegaan, zoals de laatste keer. Daar zei hij de eerste keer dat het een rode lamp was, het was rustig, dus het zullen wel die rode lichten zijn geweest die ik zag (…)’.

Tussen 04:59 uur en 05:04 uur:

Deelnemers: [verdachte] en NN-man.
[Verdachte]: ‘Daar was niets man, helemaal geen beweging van iets. Ik heb het nieuws gekeken en er is niets man’.
8. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 oktober 2024, (DUO 2, ZD-01, map 2, nr. 2410071300.AMB) met bijlagen, voor zover inhoudende, alsrelaas van de verbalisant:
Na de aanhouding van [verdachte] werd de mobiele telefoon behorend aan [verdachte] in beslag genomen. Deze werd uitgelezen.
In de nacht/avond van 12 en 13 augustus 2024 heeft [verdachte] verschillende momenten telefonisch contact met een Colombiaans nummer, opgeslagen onder de naam ‘[medeverdachte 2]’. In die gesprekken herkende ik, verbalisant, de stem van [verdachte] en de stem van ‘[medeverdachte 2]’ als de stem van [medeverdachte 1].

Op 12 augustus 2024 zijn (onder meer) de volgende berichten uitgewisseld:

Op 12 augustus 2024 08:59: stembericht van [medeverdachte 2] naar [verdachte]: Daar sta jullie attent wachten op wat er bij de ingang komt, ik weet het niet, er beweegt niets daar.
Om 9:04 uur: stembericht van [verdachte] naar [medeverdachte 2]: Ja ja, alles is rustig.
Om 16:44 uur: stembericht van [verdachte] naar [medeverdachte 2]: Deze (…) roept mij , het bootje is terug gekomen, het Hollandse bootje.
Om 18:08: stembericht van [verdachte] naar [medeverdachte 2]: Hij vertelde me dat er een Cayman en een kleine drone, die hier ook rond zoemt.
Om 18:28 uur: stembericht van [medeverdachte 2] naar [verdachte]: Ok goed man. Wat verklaart het jou dan?
Om 18:29 stembericht van [verdachte] naar [medeverdachte 2]: Ga snel om de jongen daar te redden. Ga de ingang in om de jongen te redden.
Om 20:03 uur: stembericht van [medeverdachte 2] naar [verdachte]: Daar staan jullie om uit te kijken op wie dan ook bij de ingang komt.
Om 20:05 stembericht van [verdachte] naar [medeverdachte 2]: Alles rustig.
Op
25 en 26 augustus 2024zijn (onder meer) de volgende berichten uitgewisseld:
Chatbericht [verdachte] naar [medeverdachte 2]: ‘ Ik heb de oom al gesproken. Hij is al op de hoogte. Hoe hij het moet geven’.
(…)
Chatbericht [medeverdachte 2] naar [verdachte]: ‘Hij zegt dat hij het rode licht hier ziet’.
(…)
Chatberichten tussen [medeverdachte 2] en [verdachte]:
  • 26 augustus 2024 om 04:03 uur: [medeverdachte 2]: ‘niks van [oom van medeverdachte 1]?’
  • V.a. 04:03 uur: [verdachte]: ‘Niks (…). Hij belde niet meer. (…) Kut, het duurde wel’
  • 04:04 uur: [medeverdachte 2]: ‘Ja het is vreemd, want om 10 uur toen hij belde, zei ik hem dat hij me terug moest bellen en niets’.
Bewijsoverwegingen
Het Gerecht stelt op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aantreffen verdovende middelen
In de nacht van 25 op 26 augustus 2024 werd een boot onderschept in de territoriale wateren van Aruba, komend vanuit Venezuela. Er werden door de kustwacht vijf verdachten aangehouden en 22 balen verdovende middelen aangetroffen. Het blijkt te gaan om in totaal 629 kilogram marihuana en 63 kilogram cocaïne. Ook werd er een satelliettelefoon aangetroffen.
Rol verdachte
Uit onderzoek naar de aangetroffen satelliettelefoon blijkt dat dit nummer in nauw contact stond met het telefoonnummer van medeverdachte [medeverdachte 1]. Er is in de periode rondom de komst van de boot zeer veel onderling contact tussen [medeverdachte 1] en zijn oom ‘[oom van medeverdachte 1]’, die aan boord van de bedoelde boot was. Verdachte heeft ter zitting erkend dat hij op 25 augustus 2025 in de omgeving van de aanlanding aanwezig was op verzoek van medeverdachte [medeverdachte 1] en dat hij voor vervoer zou zorgen. Rond diezelfde periode, maar ook al daarvoor, op momenten dat er sterke aanwijzingen zijn voor geplande aanlandingen, is er ook regelmatig contact tussen [medeverdachte 1] en de verdachte [verdachte]. De Nissan March, waarin [verdachte] rijdt, komt regelmatig bij de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 2]. Uit gegevens van het peilbaken aan de auto blijkt ook dat de verdachte [verdachte], precies op momenten dat er aanwijzingen zijn voor geplande aanlandingen, rondrijdt en zich langdurig in de omgeving van [plaats 1] ophoudt, een plek met uitzicht op de noordkust, waar wel aanlandingen plaatsvinden. Het Gerecht is van oordeel dat verdachte op die momenten de omgeving verkent en in de gaten houdt. Daarnaast blijkt uit de afgeluisterde gesprekken in de auto van [verdachte] dat hij niet alleen de bewuste nacht van 25 op 26 augustus 2024, maar ook al eerder bezig was met het observeren van de omgeving nabij de plek van aanlanding van de boot, en hij koppelt de informatie terug aan anderen. Uit de Whatsappberichten tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] komt eveneens naar voren dat dat [verdachte], naast het op de uitkijk staan, ook contact onderhoudt met ‘[oom van medeverdachte 1]’, de man op de boot met verdovende middelen, die op enig moment niet meer reageert en waarover ze zich zorgen maken. Ook blijkt dat medeverdachte [betrokkene 1] op de bewuste avond een stembericht doorstuurt naar de verdachte [verdachte], inhoudende dat [betrokkene 2] (de man op de boot) een rood licht ziet. Dit rode licht wordt later in de gesprekken tussen [verdachte] en een NN-man ook genoemd in het kader van dat er mogelijk weer iets misgegaan is met het transport omdat er niet meer wordt gereageerd. [Verdachte] krijgt hem -kennelijk- niet meer te pakken.
Het Gerecht stelt op grond van het voorgaande en de gebezigde bewijsmiddelen vast dat de verdachte een belangrijke rol in de communicatie en de informatiepositie rondom de komst van de boot met verdovende middelen heeft vervuld. Naast het controleren of de omgeving veilig is voor een aanlanding, onderhoudt hij intensief contact met de mededaders, waaronder de man op de boot met verdovende middelen en degene die vanaf Aruba het transport coördineert. Hij heeft daarmee een wezenlijke en significante bijdrage geleverd aan de invoer van de verdovende middelen en is daarmee als medepleger aan te merken.
Wetenschap bij verdachte dat het ging om verdovende middelen
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, nu de verdachte niet wist en ook niet kon hebben geweten dat er verdovende middelen in het vaartuig bevonden. Naar de mening van de raadsman ontbreekt de opzet, ook in voorwaardelijk zin. De verdachte heeft immers verklaard dat hij zich niet met de invoer van verdovende middelen bezig hield, maar dat dit ging om de illegale invoer van personen. Hij zou medeverdachte [medeverdachte 1] hebben willen helpen om familieleden op te halen die illegaal Aruba binnen wilden komen met de boot vanuit Venezuela. Hij was er niet van op de hoogte dat er verdovende middelen aanwezig waren op de boot.
Het Gerecht stelt vast dat op 20 augustus 2024 een gesprek wordt gevoerd met [verdachte] over een boot die kennelijk (opnieuw) niet is aangekomen. [Verdachte] is daar woedend over, hij zegt dat ‘die verraders’ allemaal gedood moeten worden, allemaal moeten ze worden geëlimineerd. Opvallend is daarnaast dat [verdachte] in de afgeluisterde gesprekken verschillende keren spreekt over een ‘cayman’ die gezien is. In aanloop naar 25 augustus 2024 spreekt hij over een groot geldbedrag in combinatie met het vertrek van een boot en specifiek op 24 augustus 2024 zegt [verdachte] dat ‘met Gods hulp alles goed gaat’ en dat we dat ‘paard’ of ‘paardje’ morgen laten drinken. Dit versluierde taalgebruik komt niet alleen in dit gesprek van [verdachte] voor, maar wordt ook door andere medeverdachten onderling gebezigd in de periode in en rondom het tenlastegelegde. In de gesprekken waaraan [verdachte] deelneemt blijkt dat hij in dat verband telkens precies weet wat er met de gebezigde versluierde taal bedoeld wordt. De gesprekken gaan overduidelijk niet over personen maar over voorwerpen, en - mede gezien de versluierde taal en het feit dat er daadwerkelijk verdovende middelen zijn aangetroffen – naar oordeel van het Gerecht specifiek over verdovende middelen. Dit wordt onder andere ook bevestigd door het chatbericht van [verdachte] naar [medeverdachte 2] ([medeverdachte 1]) van 25 augustus 2024: ‘ Ik heb de oom al gesproken. Hij is al op de hoogte. Hoe hij
hetmoet geven’. Dit alles duidt er op dat hier niet wordt gesproken over (illegale) mensen, maar over verdovende middelen.
Het is naar het oordeel van het Gerecht volstrekt onaannemelijk dat één en ander ziet op het vervoeren van (illegale) personen en de verdachte heeft hiervoor ook geen enkele aannemelijke verklaring gegeven. Daar komt nog bij dat de verdachte nog maar enkele jaren ervoor samen met [medeverdachte 1] onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden voor het invoeren van verdovende middelen met gebruik van een boot, waarover hij desgevraagd op de zitting overigens ook een onjuiste voorstelling van zaken gaf. En ook de woedende reactie van verdachte over het niet aankomen van de boot bij een eerder transport, is niet te rijmen met vervoer van personen en juist zeer wel (met het mislopen van grote geldbedragen als gevolg van) een mislukt drugstransport. Dit alles maakt dat het Gerecht de verklaring van de verdachte [verdachte] ongeloofwaardig acht.
Alles in onderling verband en samenhang bezien maakt dat het Gerecht bewezen acht dat de verdachte vol opzet had op het invoeren van verdovende middelen en dat hij zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk invoeren van cocaïne en marihuana. De verweren worden verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:

De eendaadse samenloop van:

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, eerste lid onder A, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Landsverordening verdovende middelen,

en

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid onder A, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Landsverordening verdovende middelen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Strafmotivering
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan invoer van een grote hoeveelheid verdovende middelen. Van verdovende middelen is algemeen bekend dat deze verslavend werken en voor de gezondheid van gebruikers daarvan zeer schadelijk zijn. De ingevoerde hoeveelheid is dermate groot dat deze partij bestemd moet zijn geweest voor de verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in verdovende middelen gaat gepaard met veel andere vormen van (zware) criminaliteit en vormt dus een groot maatschappelijk probleem. De verdachte heeft met zijn handelen hieraan bijgedragen. Daarnaast bezorgt invoer van drugs het eiland een slechte naam en de bestrijding ervan brengt hoge kosten met zich.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Ten nadele van de verdachte houdt het Gerecht rekening met het feit dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel van het justitieel documentatieregister d.d. 5 april 2025, in Aruba reeds eerder onherroepelijk voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Beslag
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Het Gerecht verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst onder A en B, te weten een mobiele telefoon merk Samsung (groen), en een motorvoertuig merk Nissan March, rood en met kenteken [autokenteken]. Deze voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren immers toe aan de verdachte en zijn voorwerpen met behulp waarvan het bewezen verklaarde is begaan of voorbereid.
Het Gerecht gelast de teruggave aan de rechthebbende van het nog niet teruggegeven voorwerp op de beslaglijst onder A: een geldbedrag van USD 10,-. Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de rechthebbende van deze voorwerpen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:55, 1:62, 1:67, 1:68, 1:123, 1:133, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, en de artikelen 3, 4 en 11 van de Landsverordening verdovende middelen, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING:

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
vier (4) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
verklaart verbeurdde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst onder:
  • A: een mobiele telefoon merk Samsung (groen),
  • B: een motorvoertuig merk Nissan March, rood en met kenteken [autokenteken];
gelast de teruggave aan de rechthebbendevan het nog niet teruggegeven voorwerp op de beslaglijst onder A, te weten een geldbedrag van USD 10,-.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. T.C. Henniphof, bijgestaan door
mr. J. van der Vegte, (zittingsgriffier), en op 28 augustus 2025 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisanten in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba (Unit Georganiseerde Criminaliteit) d.d. 29 oktober 2024, geregistreerd onder proces-verbaalnummer A-20/24 en de onderzoeksnaam “DUO 1.0, Interceptie 25/26 augustus 2024” en onderzoek “zaaksdossier DUO 2”, d.d. 6 februari 2025.