ECLI:NL:OGEAA:2025:25
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over instortingsgevaar van een pand in Oranjestad
In deze zaak, die op 15 januari 2025 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde Blanes Development & Investment VBA (hierna: Blanes) dat het Land Aruba (hierna: het Land) zou worden verplicht om een pand dat op instorten staat, af te breken. Blanes stelde dat het pand, gelegen aan een perceel domeingrond in Oranjestad, gevaar opleverde voor personen en goederen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 november 2024 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 december 2024. Tijdens deze behandeling werd het Land verzocht om een advies van de Dienst Openbare Werken (DOW) over het pand in te brengen, wat op 17 december 2024 gebeurde. Het advies van DOW, dat op 4 maart 2024 was uitgebracht, bevestigde het instortingsgevaar van het pand.
Blanes vorderde onder andere dat het Land het pand binnen 10 dagen na betekening van het vonnis zou afbreken, met een dwangsom van Afl. 25.000,- per dag bij niet-naleving. Het Land verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van Blanes in haar vorderingen, maar het Gerecht oordeelde dat het bevoegd was om van de vordering kennis te nemen. Het Gerecht concludeerde dat er voldoende bewijs was van instortingsgevaar, onderbouwd door het advies van DOW, en dat het Land maatregelen moest nemen om dit gevaar te verhelpen.
Uiteindelijk oordeelde het Gerecht dat het Land de dakconstructie, gevelbeplating en glazen ramen aan de voorzijde van het pand binnen twee maanden na betekening van het vonnis moest verwijderen of vernieuwen, op straffe van een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag, met een maximum van Afl. 100.000,-. Het Land werd ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van Blanes werden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 225,- aan explootkosten en Afl. 1.500,- aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitgesproken door rechter J. Brandt en griffier C.F.N. van Schaijk.