In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 27 augustus 2025 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure. De eiser in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder de publiekrechtelijk rechtspersoon HET LAND ARUBA, vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia. De zaak betreft een geschil over een perceel grond dat in erfpacht is uitgegeven en de voorwaarden waaronder dit perceel mag worden gebruikt. Tijdens de procedure is gebleken dat de gedaagden in conventie, die op het perceel een handel drijven in oud ijzer en sloopauto's, in strijd handelen met de erfpachtvoorwaarden. Dit heeft geleid tot een onrechtmatige situatie die gevaar oplevert voor de gezondheid en veiligheid van omwonenden, waaronder de eiser in conventie.
Het Gerecht heeft in zijn vonnis bepaald dat de gedaagden binnen vier maanden na betekening van het vonnis al het aanwezige schroot van het perceel moeten verwijderen en verwijderd moeten houden. Daarnaast zijn er dwangsommen opgelegd voor het niet naleven van deze bevelen. Het vonnis bevat ook bepalingen over de kosten van de procedure, waarbij de gedaagden in conventie hoofdelijk zijn veroordeeld in de kosten aan de zijde van de eiser in conventie. De vorderingen van de eiser tegen het Land Aruba zijn afgewezen, en de reconventionele vorderingen van de gedaagden zijn eveneens afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.