ECLI:NL:OGEAA:2025:267

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
718 van 2024
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld gepleegd door meerderjarige in vereniging tegen toeristen in Aruba

Op 12 september 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2006, die samen met anderen betrokken was bij een gewelddadige overval op twee slachtoffers, waaronder een toerist, op 3 september 2024. De verdachte is vrijgesproken van het gebruik van een vuurwapen, maar is wel veroordeeld voor diefstal met geweld, gepleegd in vereniging. De officier van justitie had een jeugddetentie van 24 maanden geëist, waarvan 6 voorwaardelijk, maar het Gerecht heeft een straf opgelegd van 18 maanden jeugddetentie, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. De verdachte heeft tijdens de rechtszitting verklaard dat hij betrokken was bij de beroving, die plaatsvond in een toeristisch gebied, en dat hij de verantwoordelijkheid voor zijn daden neemt. Het Gerecht heeft rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte, zijn belast verleden en de noodzaak van begeleiding en behandeling. De uitspraak benadrukt de ernst van de overval en de impact op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

Parketnummer: P-2024/01968
Zaaknummer: 718 van 2024
Uitspraak: 12 september 2025 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2006 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
1. Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2025. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C.A. Ras, advocaat in Aruba. Tevens was aanwezig de moeder van de verdachte, mevrouw [moeder van verdachte].
De officier van justitie, mr. A. Schotman, heeft ter terechtzitting gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde en oplegging van een jeugddetentie van 24 maanden waarvan 6 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde en heeft subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
2. Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 3 september 2024 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening onder meer heeft weggenomen, van een toerist:
  • een tas van het merk Nike,
  • een Louis Vuitton portemonnee,
  • een zonnebril,
  • een Apple airpod,
  • een hoeveelheid geld (ongeveer $820),
  • pinpassen (van de Citibank en American Express) en/of
  • een Apple iPhone 14 Pro max, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
  • een tas kleur roze,
  • een hoeveelheid geld (ongeveer $650),
  • een jacket en/of
  • een Apple iPhone 14 Pro max, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders,
  • die [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen;
  • een vuurwapen op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of bedoeld vuurwapen tegen haar hoofd heeft/hebben gezet en/of
  • tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd "keda keto", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 2:291 jo 1:123 van het Wetboek van Strafrecht).

3.Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4. Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
dat hij op
of omstreeks3 september 2024 te Aruba tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening onder meer heeft weggenomen, (van een toerist):
  • een tas van het merk Nike,
  • een Louis Vuitton portemonnee,
  • een zonnebril,
  • een Apple airpod,
  • een hoeveelheid geld (ongeveer $820),
  • pinpassen (van de Citibank en American Express) en
  • een Apple iPhone 14 Pro max,
  • een tas kleur roze,
  • een hoeveelheid geld (ongeveer $650),
  • een jacket en
  • een Apple iPhone 14 Pro max, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader
welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld
en/of bedreiging met geweldtegen die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden, gemakkelijker te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld
en/of welke bedreiging met geweldhierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders,
  • die[slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen;
  • een vuurwapen op die[slachtoffer 2]heeft/hebben gericht en/of bedoeld vuurwapen tegen haar hoofd heeft/hebben gezet en/of
  • tegen die
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5. Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen Aruba.
Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, Team Bijzondere Projecten, 14 november 2024, geregistreerd onder parketnummers 2024/01968 en 2024/02118 met de onderzoeksnaam “Kiosk”.
* De
verklaring van de verdachte, op 22 augustus 2025 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende:
Op de desbetreffende avond was ik met mijn vrienden aan het rondrijden in een witte Toyota Vitz. Op een gegeven moment stopten we, omdat ik moest urineren. Toen ontstond bij een van de jongens het idee om iemand van zijn tas te gaan beroven. Wij hadden overeenstemming bereikt dat wij iets zouden doen en ik heb eraan meegedaan. Ik neem de verantwoordelijkheid voor wat er is gebeurd. Ik was degene die de tas heeft gepakt.
* Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] d.d. 3 september 2024 (bijlage AMB-01), voor zover inhoudende, als
verklaring van aangeefster [slachtoffer 2]:
Gisteravond omstreeks 1:30 uur verliet ik samen met mijn vriend [slachtoffer 1] het casino van het Hilton Hotel. Wij liepen samen in noordelijke richting. Ter hoogte van de lokaliteit genaamd "The Drunken Fish" waren wij de weg aan het oversteken, toen plotseling drie voor ons onbekende mannen op ons afkwamen. Overvaller I zei tegen mij in het Papiamento "Keda Keto". Hij begon mijn rooskleurige tas weg te rukken. Ik gooide mijn telefoon op de grond, welke toch door de overvaller werd opgepakt. Mijn jacket werd ook door hem weggenomen. Ik zag dat de andere overvallers mijn vriend hadden geslagen en dat hij op de grond viel. Vervolgens probeerden zij zijn spullen weg te nemen. Nadat ze alle spullen hadden weggenomen, zag ik hen iets verderop in een witkleurige auto stappen. Van mijn vriend namen ze onder andere zijn geld, bankpassen en zijn zwartkleurige tas mee. Van mij namen de overvallers onder ander mijn jas, mijn mobiele telefoon van het merk Apple (model Iphone 14 pro max, paars) en mijn roskleurige tas mee. In die tas zat onder andere $650,-.
* Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] d.d. 3 september 2024 (bijlage AMB-02), voor zover inhoudende, als
verklaring van het aangever [slachtoffer 1]:
Gisteravond was ik samen met mijn vriendin [slachtoffer 2] in het casino van het Hilton Hotel. Wij liepen het casino uit in de richting van Palm Beach Plaza. Ter hoogte van de lokaliteit genaamd "The Drunken Fish" waren we de weg aan het oversteken, toen ik plotseling een klap op mijn rechteroog kreeg. Ik werd onverwachts van achteren geslagen en raakte direct buiten bewustzijn.
De overvallers hadden onder andere het volgende weggenomen:
  • Een zwartkleurige Nike crossbodytas;
  • Een blauwkleurige Louis Vuitton-portemonnee;
  • Een zonnebril;
  • Een Apple Airpod;
  • $660 in contanten die in mijn Nike-tas zaten;
  • $200 in contanten die in mijn portemonnee zaten;
  • Twee debitpassen van Citibank (business cards);
  • Zes creditcards (één van Citibank, vier van American Express en één van Athleta, op name van mijn moeder [moeder van slachtoffer 1]).
* Een proces-verbaal van aanvulling van proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] d.d. 5 september 2024 (bijlage AMB-05), voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant:
In het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] heb ik, verbalisant, abusievelijk niet vermeld dat de overvallers de zwartkleurige mobiele telefoon van het merk Apple, Iphone 14 Pro Max, van het slachtoffer [slachtoffer 1] hadden weggenomen. Deze dient alsnog te worden toegevoegd aan de lijst van weggenomen goederen van het slachtoffer [slachtoffer 1].
* Een proces-verbaal van bevinding videobeelden d.d. 12 september 2024 (bijlage AMB-07), voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisant:
Op de videobeelden van Hyatt Regency Hotel van 3 september 2024 is omstreeks 1:37:10 uur te zien dat de slachtoffers in beeld komen en dat zij ter hoogte van het Hyatt Regency Hotel in noordelijke richting lopen. Vlak achter hen lopen drie NN-mannen. Te zien is dat zij achter de geparkeerde auto’s lopen en met versnelde pas naar de slachtoffers toe lopen.
Omstreeks 1:38:07 uur lopen de slachtoffers nog steeds in noordelijke richting, ter hoogte van Hyatt Regency Hotel. Vlak achter hen bevinden zich de drie NN-mannen. Op deze beelden is te zien dat zij nu in de noordelijke richting rennen om op deze manier dichterbij de slachtoffers te komen. De Toyota Vitz verschijnt nu ook in beeld en rijdt zowel de slachtoffers als de drie NN-mannen voorbij. Het voertuig rijdt door tot vlak bij het Playa Linda Hotel.
Op het laatste moment is te zien dat de drie NN-mannen rennend naar de slachtoffers toe gaan. Het is de camerabedienaar op dat moment niet gelukt om het camerastandpunt zodanig in te stellen dat de overval zichtbaar was en kon worden opgenomen. Op dat precieze moment vindt de gewapende overval plaats. Wanneer dat de camera wel juist is ingesteld door de camerabedienaar, is te zien dat één van de slachtoffers op de grond zit en de ander naast hem staat. Naast hun staat een getuige die ook is komen helpen.
Op de videobeelden van Playa Linda Hotel van 3 september 2024 is omstreeks 1:38:54 uur te zien dat de Toyota Vitz op de drempel, ter hoogte van de “Smokey Joe’s” restaurant, parkeert. Op afstand is te zien dat de drie NN-mannen naar de Toyota Vitz rennen. Alle drie de NN-mannen stappen achterin de Toyota Vitz voordat deze wegrijdt.
* Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 3 september 2024 (bijlage G-01), voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige]:
Ik ben werkzaam als supervisor bij Hyatt Casino. Vandaag, rond 01:36 uur, was ik klaar met mijn werk bij Hyatt Casino. Ik verliet het casino en liep richting mijn auto, die geparkeerd stond op de parkeerplaats van het Hyatt Hotel. Op het moment dat ik bij de oversteekplaats stond, zag ik een echtpaar dat in noordelijke richting liep. Vlak voor mij zag ik drie jonge mannen in de duisternis van de bomen naast het voetpad. Ik zag dat de drie jonge mannen aanstalten maakten om in de richting van het echtpaar te rennen. Volgens mij, op het moment dat de jonge mannen mij zagen, trokken ze zich terug, want ze begonnen meteen langzaam te lopen. Hierdoor liep ik gewoon door naar mijn auto.
Ik besloot om te zien waar deze jonge mannen naartoe gingen. Ineens zag ik dat de drie jonge mannen het echtpaar aanvielen. Ik rende naar het echtpaar toe. Onderweg zag ik het echtpaar op de grond liggen en de drie jonge mannen op hen. Voordat ik bij het echtpaar was aangekomen, zag ik dat de drie jonge mannen in noordelijke richting vluchtten. Op een afstand, vlak voor de drempel bij Playa Linda, zag ik de remlichten van een auto aangaan. Vervolgens zag ik dat de drie jonge mannen in een witkleurige personenauto stapten. Dit was dezelfde auto waarvan de remlichten aangingen.

6. Bewijsoverwegingen

Het Gerecht stelt op basis van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen vast dat aangeefster [slachtoffer 2] en aangever [slachtoffer 1] op 3 september 2024 omstreeks 1:38 uur zijn beroofd door drie personen, en dat daarbij geweld is gebruikt. Vast staat dat verdachte één van die personen is.
Naar het oordeel van het Gerecht hebben deze drie personen de beroving in nauwe en bewuste samenwerking gepleegd, zodat sprake is van medeplegen. Uit de bewijsmiddelen blijkt immers dat de drie daders samen uit de auto komen, samen in de richting van de slachtoffers lopen en later rennen, samen de slachtoffers overvallen en samen in de auto wegvluchten. Wie wat heeft gedaan, valt niet precies vast te stellen, maar uit de aangiftes blijkt dat verschillende daders wegnemingshandelingen en geweldshandelingen hebben verricht. Daarmee is sprake van een gezamenlijke uitvoering.
Het verweer van verdachte dat hij geen geweld heeft gebruikt kan hem dan ook niet baten. Voor een bewezenverklaring van diefstal in vereniging vergezeld van geweld is immers niet vereist dat van iedere verdachte afzonderlijk wordt vastgesteld welke feitelijke handeling hij heeft verricht. Ieder van hen is aansprakelijk zijn voor het misdrijf in zijn geheel, en dus ook voor die daden, welke niet hijzelf, maar zijn mededader heeft verricht.
De raadsvrouw heeft betoogd dat niet is voldaan aan het vereiste van dubbel opzet voor een bewezenverklaring van diefstal in vereniging met geweld. Meer in het bijzonder zou de overval niet gepland zijn geweest en zou verdachte geen opzet hebben gehad op het gebruikte geweld. Deze verweren worden gepasseerd. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het plan om iemand te beroven is ontstaan op het moment dat hij en zijn mededaders uit de auto stapten en hij aan het urineren was. Daarbij is, naar eigen zeggen, overeenstemming bereikt over het plegen van een beroving. Hieruit volgt dat verdachte in ieder geval vanaf dat moment opzet had op het gronddelict: de diefstal in vereniging. Voorts is het duidelijk dat een aanmerkelijke kans bestaat dat een dergelijke overval gepaard gaat met geweld; slachtoffers geven niet altijd zomaar hun goederen af. Door vervolgens daadwerkelijk deel te nemen aan de uitvoering van deze beroving en de confrontatie met de slachtoffers aan te gaan, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kan aanvaard dat het delict met geweld zou worden gepleegd. Daarmee is naar het oordeel van het Gerecht voldaan aan het vereiste opzet op het gebruik van geweld in het kader van de diefstal in vereniging.
Ten aanzien van het onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op het gebruik van een vuurwapen overweegt het Gerecht als volgt.
Aangever [slachtoffer 2] is de enige die heeft verklaard over het gebruik van een vuurwapen. Haar verklaring vindt op dit punt echter geen steun in andere onderzoeksbevindingen: mede-aangever [slachtoffer 1] kan er niet uit eigen waarneming over verklaren, getuige [getuige] rept niet over een vuurwapen, er is geen vuurwapen of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te zien op de camerabeelden en er is door de politie ook geen vuurwapen aangetroffen. Wel aangetroffen zijn foto’s van een vuurwapen in de mobiele telefoon van de moeder van verdachte. Anders dan de officier van justitie heeft gesteld, is dit echter onvoldoende steunbewijs om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van vuurwapengebruik. De moeder van verdachte heeft verklaard dat niet alleen verdachte, maar al haar kinderen gebruik maken van haar mobiele telefoon. Bovendien kan uit de aangetroffen foto’s, die in de prullenbak map zijn aangetroffen, niet worden uitgemaakt of het zelf gemaakte, ontvangen of verstuurde foto’s betreffen.
De officier van justitie heeft in het bijzonder gewezen op een foto van een vuurwapen die is opgeslagen op 3 september 2024 om 23:29 uur. Anders dan de officier van justitie heeft gesteld, is deze foto niet van vlak vóór de overval, maar bijna tien uren daarna. Bovendien is dezelfde foto ook al een keer op 31 augustus 2024 om 13:50 uur opgeslagen. Enige relatie met het delict is niet zonder meer te leggen.
Ondanks het feit dat de verklaringen van aangeefster [slachtoffer 2] op de andere punten bleken te kloppen, kan het Gerecht niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat bij de overval daadwerkelijk gebruik is gemaakt van een vuurwapen. De verdachte zal daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

7. Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen, en terwijl het feit is gepleegd ten opzichte van een toerist die voor recreatieve doeleinden in het Land aanwezig is,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291 leden 1 en 2 jo. artikel 2:289 sub a en sub e van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.

8.Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.

9. Oplegging van straf of maatregel

Bij het bepalen van de straf heeft het Gerecht rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken. Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich midden in de nacht samen met anderen schuldig gemaakt aan een brutale en gewelddadige overval op twee slachtoffers, waaronder een toerist. Bij deze overval werd één slachtoffer zodanig hard tegen het hoofd geslagen dat hij direct het bewustzijn verloor. Alle bezittingen van de slachtoffers zijn weggenomen.
De ervaring leert dat slachtoffers van dit soort feiten zich nog lang onveilig kunnen voelen als zij zich op straat begeven. Dergelijke berovingen kunnen ook gevoelens van onrust en onveiligheid opleveren in de samenleving. De overval heeft plaatsgevonden in een van de meest toeristische gebieden van Aruba. Dit soort handelen schaadt het imago van Aruba als relatief veilig land. Toerisme is de belangrijkste economische pijler van het eiland, en incidenten als deze kunnen negatieve gevolgen hebben.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie gaan bij diefstal met geweld dan ook uit van onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van twee jaren of meer, afhankelijk van de mate van geweld. Daarbij dient echter de kanttekening te worden gemaakt dat verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde minderjarig was. Dat betekent dat hij als jeugdige wordt berecht en dat het strafmaximum 24 maanden jeugddetentie bedraagt.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte, wordt door het Gerecht meegewogen dat hij eerder een voorwaardelijk sepot kreeg voor een soortgelijk feit, maar zich niet aan de voorwaarden hield. Dit voorwaardelijke sepot heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw een strafbaar feit te plegen.
De reclassering rapporteert dat verdachte een belast verleden heeft. In zijn jeugd woonde hij met zijn vader in Haïti. Zijn vader was heel streng en hij mocht bijna niets, behalve naar school. Op zijn twaalfde is verdachte naar Aruba gekomen om bij zijn moeder te wonen. Zijn moeder gaf hem juist veel vrijheid. Dit was nieuw voor verdachte en hij kon daar niet goed mee omgaan. Hij kreeg verkeerde vrienden en was makkelijk te beïnvloeden. Door dit verleden kan verdachte soms agressief reageren en heeft hij depressieve klachten. Ook heeft hij problemen gehad met drugsgebruik. De reclassering acht toezicht noodzakelijk en geeft aan dat verdachte gebaat is bij begeleiding door een mentor, ondersteuning bij dagelijkse activiteiten en hulp bij het maken van positieve keuzes.
Het Gerecht heeft acht geslagen op het rapport van de forensisch GZ-psycholoog drs. M. Boekhoudt van 23 maart 2025. De verdachte is door voornoemde psycholoog onderzocht en de psycholoog acht verdachte volledig toerekeningsvatbaar. Tevens schat hij de kans op recidive in als matig tot hoog. De psycholoog adviseert dat naast een gevangenisstraf een reclasseringstraject voldoende is om het leven van verdachte positief te veranderen. De verdachte is gemotiveerd en leerbaar. Belangrijk zijn psychologische hulp, trainingen (zoals sociale vaardigheden en agressieregulatie), en betrokkenheid van zijn netwerk.
Het Gerecht neemt de conclusies van de reclassering en de psycholoog over en maakt die tot de zijne.
Verder laat het Gerecht in het voordeel van verdachte meewegen de jeugdige leeftijd van verdachte, alsmede dat hij verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. Hij heeft bekend betrokken te zijn geweest en hij geeft ook aan hulp nodig te hebben.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan een straf die vrijheidsbeneming met zich brengt. Het Gerecht zal een jeugddetentie opleggen van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, teneinde de verdachte door de reclassering te kunnen laten begeleiden en om de nodige behandeling te krijgen. Tevens dient het voorwaardelijke strafdeel ertoe te voorkomen dat verdachte zich in de proeftijd nogmaals aan enig strafbaar feit schuldig maakt.

10. Voorlopige hechtenis

Het bevel tot voorlopige hechtenis is bij beschikking van 27 augustus 2025 ambtshalve met ingang van 4 september 2025 opgeheven.

11. In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen iPod. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast. Overigens wordt in het dossier nu eens gesproken van een iPod en dan weer van Earpods. Voor zover het gaat om Earpods, geldt daarvoor hetzelfde als voor de iPod.
De verdachte heeft afstand gedaan van de in beslag genomen bivakmuts. Ten aanzien daarvan zal dan ook geen beslissing volgen.

12. Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:21, 1:123, 1:157, 1:165, 1:180, 1:181, 1:182 en 1:183 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot
jeugddetentievoor de duur van
achttien [18] maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze jeugddetentie, groot
zes [6] maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee [2] jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig acht, ook als dat inhoudt dat de veroordeelde zich gedurende proeftijd onder psychologische behandeling zal laten stellen, waaronder mogelijk (ook) het volgen van een agressieregulatie-training, met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 1:22, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van de onder de verdachte in beslag genomen iPod aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. I.L. Gerrits, bijgestaan door mr. S.M. Eman, (zittingsgriffier), en op 12 september 2025 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
Uitspraakgriffier: