ECLI:NL:OGEAA:2025:293

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Zaaknummer
AUA20250227 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie door vakbond SEPPA tegen gedaagde na onrechtmatige uitlatingen in de pers

In deze zaak heeft de vakbond SEPPA een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die als lid van de vakbond onrechtmatige uitlatingen heeft gedaan in een artikel in de krant Diario. Het artikel, gepubliceerd op 5 juli 2025, bevatte beschuldigingen over de financiële gang van zaken binnen SEPPA en de rol van de secretaris-generaal. SEPPA heeft de gedaagde gesommeerd om de uitlatingen te rectificeren, maar de gedaagde heeft hieraan geen gehoor gegeven. Tijdens de zittingen op 22 en 27 augustus 2025 is de zaak behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de uitlatingen van de gedaagde onvoldoende feitelijke basis hebben en dat deze schadelijk zijn voor de reputatie van SEPPA. Het Gerecht heeft de gedaagde veroordeeld om binnen vier werkdagen na betekening van het vonnis een rectificatie te plaatsen in de krant, op straffe van een dwangsom. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van SEPPA. Het vonnis is uitgesproken op 8 oktober 2025.

Uitspraak

Vonnis van 8 oktober 2025
Behorend bij AUA202502297 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
SEPPA SINDICATO DI EMPLEADONAN PUBLICO Y PRIVA DI ARUBA,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: SEPPA,
gemachtigden: de advocaten mr. D.G. Croes en mr. D.L. Emerencia,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 29 juli 2025, met producties;
- de aanvullende producties namens SEPPA;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde], met producties;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 22 en 27 augustus 2025.
1.2
SEPPA is ter zitting verschenen bij mevrouw [secretaris-generaal] (secretaris-generaal SEPPA), bijgestaan door mr. Emerencia voornoemd. [Gedaagde] is in persoon verschenen. Omdat tijdens de zitting van 22 augustus 2025 bleek dat [gedaagde] niet over alle producties van SEPPA beschikte, heeft het Gerecht de zaak aangehouden en een voorzetting van de mondelinge behandeling bepaald op 27 augustus 2025. Tijdens de voorzetting van de mondelinge behandeling zijn partijen wederom verschenen zoals hiervoor genoemd. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd – SEPPA mede aan de hand van een overgelegde pleitnota – en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
SEPPA is een vakbond met meer dan 3.000 leden die de belangen van (overheids)werknemers op Aruba behartigt. De coöperatieve spaar- en kredietvereniging van SEPPA is de ‘Cooperativa di Ahorro y Prestamo Aruba’ (hierna: CAPA).
2.3 [
Gedaagde] is lid van SEPPA.
2.4
Op 5 juli 2025 is in de krant Diario een artikel verschenen met als titel: ‘[gedaagde]: Den SEPPA violacionnan di statutonan ta multiple y mahos’ (hierna: het artikel), met daarin onder meer de volgende tekst:

(…)
Art 10 lid a y b no a duna cuenta di e maneho financiero for di 2014, tampoco presupuesto y plan di trabao. Miembronan no a ricibi ningun informacion.
(…)
Art. 19 lid 4, for di 2014 no tin directiva mas, cual organo mester supervisa e maneho di [secretaris-general] como Secretario General.
Articulo 19 lid 5, directiva ta duna e secretario General decharge pa e maneho financiero cu e a hiba, pero for di 2014 no tin directiva. Pues Secretario Gral no a ricibi decharge pa su maneho financiero. Tin hala di violacionnan pisa cometi dor di e Secretario General [secretaris-generaal].
Cu e veredicto tocante violacion di statutonan y e tantisimo violacionnan di statutonan den SEPPA, mihor cos cu [secretaris-generaal] por haci ta tuma su retiro for di SEPPA, pasobra miembronan ta bin pe y no tin scapatorio.
(…)
ur e violacionnan describi aki ta demostra cu [secretaris-generaal] y su grupo kier converti CAPA y SEPPA den organisacionnan mafioso. Pa tur hende ta bisto cu e violacionnan di Statutonan ta orden di dia. E balornan democratico cu nos ta anhela, Checks and Balance=control ariba gastamento di placa, tur a wordo benta afor dor di [secretaris-generaal].
(…)
2.5
Bij brief van 11 juli 2025 heeft SEPPA [gedaagde] gesommeerd om de tekst in het artikel te (laten) rectificeren. [Gedaagde] heeft aan die sommatie geen gehoor gegeven.

3.HET GESCHIL

3.1
SEPPA verzoekt het Gerecht bij vonnis, (het Gerecht begrijpt:) uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. [Gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na de uitspraak van dit vonnis in de krant Diario, op pagina 9, in dezelfde opmaak, plaats en lettergrootte als het oorspronkelijke artikel, zonder enige toevoeging of commentaar de volgende rectificatie te plaatsen:
RECTIFICACION
Den un articulo den Diario den dia 5 di juli 2025, riba pagina 9 cu e titulo "[gedaagde]: Den SEPPA violacionnan di stutonan ta multiple y mahos", encontario cu e berdad ami, [gedaagde], como miembro di e comision di 11, a declara entre otro cu hala di violacionan di statutnan di SEPPA ta tumando lugar dor di [secretaris-generaal], secretario general di SEPPA. Mi a declara cu no a duna cuenta di e maneho financiero for di 2014, tampoco riba presupuesto y plan di trabou. Tambe cu e miembronan no a haya ningun informacion, cu for di 2014 no tin directiva mas, y no tin mas supervision riba e maneho di [secretaris-general] como secretario general y, cu Secretario General no a ricibi decharge pa su maneho financiero di 2014 y tin hala di violacionan pisa cometi dor di Secretario General [secretaris-generaal]. Tambe a declara cu tin un veredicto tocante violacion di statutonan y e tantisima violacionan di statutonan den SEPPA y cu [secretaris-generaal] y su grupo kier converti CAPA y SEPPA den organisacionan mafioso y, cu pa tur hende ta bisto cu e violacionnan di Statutonan ta orden di dia y cu checks and balances=control riba gastamento di placa wordo benta afo dor di [secretaris-generaal].
Tur lo anterior no ta cuadra cu berdad y cu e publicacion aki mi ta rectifica e informacion incorecto aki.
op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,-- per dag of dagdeel dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft;
subsidiair
II. [Gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na het vonnis in de krant Diario, op pagina 9, in dezelfde opmaak, plaats en lettergrootte als het oorspronkelijke artikel, zonder enige toevoeging of commentaar een door het Gerecht in goede justitie te vermenen rectificatie te plaatsen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,-- per dag of dagdeel dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft;
een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit geding.
3.2
SEPPA legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. De uitlatingen die [gedaagde] in het artikel van 5 juli 2025 in de Diario heeft gedaan, met name over de Secretaris-Generaal, zijn aantoonbaar onjuist en onnodig grievend voor de integriteit, eer en goede naam van SEPPA. SEPPA heeft veel negatieve reacties gehad naar aanleiding van de publicatie. De publicatie is onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 BW en [gedaagde] weigert deze te rectificeren.
3.3 [
Gedaagde] voert verweer en concludeert, zo begrijpt het Gerecht, tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van SEPPA in de proceskosten.
3.4
Het Gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van SEPPA bij haar rectificatievordering ligt besloten in de aard van die vordering en de daaraan door SEPPA ten gronde gelegde stellingen.
4.2
In deze procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek en met inachtneming van de beperkingen van de procedure in kort geding, de vraag worden beantwoord of de rectificatievordering van SEPPA in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de door haar gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
SEPPA heeft (uitsluitend) [gedaagde] in rechte kunnen betrekken
4.3
De eerste vraag die het Gerecht moet beantwoorden, is of SEPPA de juiste partij in rechte heeft betrokken. [Gedaagde] heeft namelijk aangevoerd dat het artikel in de Diario een persbericht betreft dat afkomstig is van de zogenoemde ‘
Comishon 11’ (hierna: Commissie 11), een in april 2024 opgerichte commissie die bestaat uit elf leden van CAPA, waaronder [gedaagde]. Volgens [gedaagde] heeft de Diario ten onrechte vermeld dat het artikel van [gedaagde] afkomstig is en kan hij niet alleen verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van het artikel.
4.4
Het Gerecht is van oordeel dat SEPPA heeft kunnen volstaan met het (uitsluitend) dagvaarden van [gedaagde]. Daarvoor is ten eerste redengevend dat in het artikel op verschillende manieren wordt gesuggereerd dat de uitlatingen van [gedaagde] persoonlijk afkomstig zijn. In de titel van het artikel staat letterlijk: “
[Gedaagde]: (…)”, het artikel begint met “
Volgens [gedaagde] (…)” en eindigt met “
(…) concludeerde [gedaagde]”. Ook bevat het artikel een foto van (alleen) [gedaagde] en bovendien wordt Commissie 11 nergens in het artikel genoemd. Daaruit heeft SEPPA mogen afleiden dat het gaat om uitlatingen die [gedaagde] op persoonlijke titel heeft gedaan. [Gedaagde] heeft nog aangevoerd dat de Diario ten onrechte zou hebben vermeld dat de publicatie van [gedaagde] afkomstig is in plaats van Commissie 11, maar dat kan hij bezwaarlijk aan SEPPA tegenwerpen. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om deze fout recht te (laten) zetten, zoals hij op de zitting ook heeft erkend.
4.5
Maar ook als het Gerecht tot uitgangspunt zou nemen dat het artikel afkomstig is van Commissie 11, dan kan SEPPA van [gedaagde] verlangen dat hij, als daar aanleiding voor bestaat, de bestreden uitlatingen namens Commissie 11 rectificeert. SEPPA heeft namelijk voldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] uitlatingen namens Commissie 11 kon en mocht doen. Uit de door SEPPA overgelegde stukkende – de reactie van [gedaagde] op de sommatiebrief en twee artikelen uit de Diario – komt het beeld naar voren dat [gedaagde] vaker namens Commissie 11 naar buiten treedt en uitlatingen doet uit haar naam (“
na nomber di nan”). Kennelijk is [gedaagde] dus bevoegd om namens Commissie 11 te spreken en haar te vertegenwoordigen.
4.6
Verder staat vast dat Commissie 11 geen formele juridische status heeft, zodat SEPPA Commissie 11 als zodanig niet in rechte kan betrekken. Ook heeft [gedaagde] niet weersproken dat SEPPA tot aan deze procedure niet wist wie de leden van Commissie 11 waren.
4.7
Al het voorgaande leidt het Gerecht tot het oordeel dat [gedaagde] degene is die uitlatingen in het artikel van 5 juli 2025, al dan niet namens Commissie 11, kan en zal moeten rectificeren als daar aanleiding voor bestaat.
[Gedaagde] moet de door SEPPA genoemde uitlatingen in het artikel (laten) rectificeren
4.8
De vervolgvraag is of [gedaagde] de door SEPPA in haar sommatiebrief van 11 juli 2025 genoemde uitlatingen moet (laten) rectificeren. Het Gerecht beantwoordt die vraag bevestigend en zal dat oordeel hieronder uitleggen.
4.9
De door SEPPA gevorderde rectificatie vormt een beperking op het grondrecht van vrijheid van meningsuiting dat aan eenieder, dus ook aan [gedaagde], op grond van het eerste lid van artikel I.12 van de Staatsregeling van Aruba en het in de Arubaanse rechtsorde rechtstreeks doorwerkende eerste lid van artikel 10 van het EVRM toekomt. Dit grondrecht geldt volgens voormeld artikel van de Staatsregeling van Aruba “
behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens landsverordening” en kan volgens het tweede lid van voormeld verdragsartikel slechts worden beperkt indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen. Volgens vaste jurisprudentie van het EHRM komt dat erop neer dat de beperking ingegeven moet zijn door een “
pressing social need”, en dat die “
relevant and sufficient” en voorts
“proportionate to the legitimate aims persued” moet zijn. Van een beperking die in Aruba bij (formele) wet is voorzien is sprake wanneer bedoelde uitlating/berichtgeving van [gedaagde] in de Diario van 5 juli 2025 jegens SEPPA onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW.
4.1
Bij de beantwoording van de vraag of dit zich hier voordoet staan twee, ieder voor zich hoogwaardige en maatschappelijke en persoonlijke belangen tegenover elkaar: aan de ene kant het belang van SEPPA om niet door een uitlating van [gedaagde] in de Diario te worden aangetast in haar eer, goede naam en persoonlijke integriteit; aan de andere kant het belang van [gedaagde] om zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en/of waarschuwend te kunnen uitlaten over misstanden binnen een vakbond als SEPPA. Welke van deze belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, de doorslag moet geven, hangt af van de omstandigheden van het geval. Tot die omstandigheden behoren de ernst van de beschuldigingen, van de inbreuk op de goede naam en – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand die de publicatie aan de kaak wil stellen, alsmede de mate waarin de beschuldigingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal.
4.11
De vrijheid van meningsuiting betreft niet alleen de inhoud van meningen, maar ook de vorm waarin zij worden geuit en strekt zich in beginsel ook uit tot uitingen die kwetsend, schokkend of verontrustend (kunnen) zijn (“
information” or “
ideas” “
that offend, shock or disturb”; zie onder meer EHRM 8 juli 1999, Baskaya, NJ 2001, 62). In de rechtspraak is verder onderscheid gemaakt tussen feitelijke verklaringen en waardeoordelen. In zijn uitspraak van 11 juli 2006 in de zaak Brasilier heeft het EHRM overwogen dat feitelijke verklaringen die de persoonlijke levenssfeer van een ander in negatieve zin raken van een voldoende feitelijke grondslag moeten worden voorzien, om het onrechtmatige karakter daaraan te ontnemen, terwijl dat bij waardeoordelen niet geldt, zij het dat een waardeoordeel excessief kan worden bevonden indien daarvoor een onvoldoende feitelijke basis is (EHRM, 2 november 2006, Standard Verlag GmbH, par 55).
4.12
Het Gerecht stelt voorop dat het [gedaagde] vrij staat om op te komen voor zijn belangen als lid van SEPPA, zich daartoe te verenigen met anderen (in Commissie 11 of anderszins) en zijn standpunten over de door hem ervaren misstanden, ook voor het publieke debat, onder de aandacht van derden te brengen, bijvoorbeeld door berichten in de Diario te (laten) plaatsen. Wel geldt daarbij dat de uitlatingen van [gedaagde] steun moeten vinden in het op dat moment beschikbare feitenmateriaal. Bovendien heeft [gedaagde] rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van SEPPA en moet hij oog houden voor de gevolgen van zijn uitingen voor SEPPA, die er als vakbond belang bij heeft dat haar leden kunnen vertrouwen op haar transparantie en integriteit.
4.13
De uitlatingen van [gedaagde] waartegen SEPPA zich verzet, komen er – zakelijk weergegeven – op neer dat:
a. het bestuur van SEPPA in strijd heeft gehandeld met diverse bepalingen uit de statuten, omdat:
- sinds 2014 geen verantwoording (aan de leden) is afgelegd over het financieel beheer, de begroting en het werkplan;
- sinds 2014 er geen raad van bestuur meer is, welke instantie toezicht moet houden op het beheer van mevrouw [secretaris-generaal] als secretaris-generaal van SEPPA;
- de secretaris-generaal geen kwijting heeft ontvangen voor het financieel beheer omdat er sinds 2014 geen raad van bestuur is, en er berichten zijn over ernstige schendingen door de secretaris-generaal;
b. mevrouw [secretaris-generaal] het best ontslag kan nemen bij SEPPA, omdat de leden op haar afkomen en er geen ontkomen aan is;
c. alle beschreven schendingen aantonen dat mevrouw [secretaris-generaal] en haar groep van CAPA en SEPPA maffiaorganisaties wil maken;
d. het voor iedereen duidelijk is dat de schendingen van de statuten aan de orde van de dag zijn; en
e. de democratische waarden,
checks and balances(controle over de besteding van geld) allemaal door mevrouw [secretaris-generaal] zijn ‘verkocht’.
4.14
Naar voorlopig oordeel van het Gerecht heeft [gedaagde] deze beschuldigingen aan het adres van (de secretaris-generaal van) SEPPA van onvoldoende feitelijke grondslag voorzien en daarmee de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreden.
Ten aanzien van de uitlatingen onder a. en d.
4.15
Ten aanzien van de uitlatingen onder a. heeft [gedaagde] ter onderbouwing – samengevat – aangevoerd dat er vanaf 2016 geen verkiezingen meer zijn gehouden binnen SEPPA en dat SEPPA daarom vanaf december 2016 geen bestuur meer heeft. Ook stelt [gedaagde] dat de verkiezing van 11 juli 2025 binnen SEPPA niet volgens de bepalingen in de statuten zijn verlopen en daarom illegaal is. SEPPA heeft die stellingen gemotiveerd weersproken. Zij heeft aangevoerd dat er in 2014 en in 2025 legitieme verkiezingen hebben plaatsgevonden en dat in de tussenliggende periode diverse mensen uit het bestuur zijn teruggetreden, er geen geschikte kandidaten beschikbaar waren en dit praktisch is opgelost met een beroep op artikel 29 van de statuten. SEPPA heeft verder, onder verwijzing van de notulen, aangevoerd dat er wel degelijk financiële verantwoording is afgelegd.
4.16
Het Gerecht stelt vast dat de stellingen van partijen haaks op elkaar staan. In het bestek van dit kort geding is geen ruimte voor nader feitenonderzoek. Het Gerecht is van oordeel dat [gedaagde] zijn stellingen, tegenover de gemotiveerde betwisting van SEPPA, van onvoldoende nadere onderbouwing heeft voorzien. De uitlatingen die [gedaagde] over de gang van zaken in SEPPA heeft gedaan, zijn niet mis. Hij suggereert dat SEPPA als vakbond jarenlang geen legaal bestuur heeft gehad en dat SEPPA – onder leiding van de secretaris-generaal – doelbewust en structureel in strijd met de statuten heeft gehandeld en de democratie binnen de vakbond heeft ondermijnd. Dat zijn stevige aantijgingen die schadelijk zijn voor de reputatie van SEPPA en het vertrouwen van de samenwerkingspartners en de leden in SEPPA kunnen ondermijnen. Daarom moeten die uitlatingen van voldoende feitelijke grondslag worden voorzien. Naar het oordeel van het Gerecht vormen de door SEPPA weersproken stellingen van [gedaagde] op dit moment onvoldoende feitelijke basis voor de uitlatingen. Dat betekent dat [gedaagde] deze zal moeten rectificeren op de wijze zoals in het dictum vermeld.
Ten aanzien van de uitlatingen onder b., c. en e.
4.17
Ook ten aanzien van de uitlatingen onder b., c. en e. is het Gerecht van oordeel dat [gedaagde] deze zal moeten (laten) rectificeren. Het Gerecht is van oordeel dat deze uitlatingen, die feitelijk waardeoordelen zijn over het functioneren van mevrouw [secretaris-generaal] als secretaris-generaal, onder de huidige omstandigheden excessief zijn. De secretaris-generaal wordt met deze uitlatingen publiekelijk neergezet als iemand die structureel en bewust de statuten overtreedt en zich corrupt gedraagt. Dat heeft niet alleen gevolgen voor haar persoonlijke reputatie, maar ook van de geloofwaardigheid en integriteit van SEPPA. Gelet op het oordeel dat de uitlatingen van [gedaagde] over de schendingen van de statuten door (het bestuur van) SEPPA op dit moment onvoldoende basis kennen, zijn de aantijgingen over het functioneren van mevrouw [secretaris-generaal] als buitensporig te bestempelen. [Gedaagde] zal deze moeten (laten) rectificeren op de in het dictum vermelde wijze.
Slotsom en proceskosten
4.18
Bij de hiervoor vermelde stand van zaken valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat bedoelde uitlatingen van [gedaagde] voldoende feitelijke grondslag missen en dat [gedaagde] zich aldus jegens SEPPA toerekenbaar schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatige schending van haar eer en goede naam, hetgeen hem op de voet van artikel 6:162 BW schadeplichtig maakt.
4.19 [
Gedaagde] zal daarom worden veroordeeld om de uitlatingen te rectificeren op de wijze zoals in het dictum is vermeld. Als prikkel tot nakoming zal aan deze veroordeling een dwangsom worden gekoppeld, die zal worden gemaximeerd.
4.20 [
Gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van SEPPA, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 450,-- aan griffierecht, Afl. 225,-- aan explootkosten en Afl. 1.500,-- aan salaris van de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
veroordeelt [gedaagde] om binnen vier werkdagen na betekening aan hem van dit vonnis in de krant Diario, op pagina 9, in dezelfde opmaak, plaats en lettergrootte als het oorspronkelijke artikel, zonder enige toevoeging of commentaar de volgende rectificatie te plaatsen:
RECTIFICACION
Den un articulo den Diario den dia 5 di juli 2025, riba pagina 9 cu e titulo "[gedaagde]: Den SEPPA violacionnan di stutonan ta multiple y mahos", ami, [gedaagde], como miembro di e comision di 11, a declara entre otro cu hala di violacionan di statutnan di SEPPA ta tumando lugar dor di [secretaris-generaal], secretario general di SEPPA. Mi a declara cu no a duna cuenta di e maneho financiero for di 2014, tampoco riba presupuesto y plan di trabou. Tambe cu e miembronan no a haya ningun informacion, cu for di 2014 no tin directiva mas, y no tin mas supervision riba e maneho di [secretaris-generaal] como secretario general y, cu Secretario General no a ricibi decharge pa su maneho financiero di 2014 y tin hala di violacionan pisa cometi dor di Secretario General [secretaris-generaal]. Tambe a declara cu tin un veredicto tocante violacion di statutonan y e tantisima violacionan di statutonan den SEPPA y cu [secretaris-generaal] y su grupo kier converti CAPA y SEPPA den organisacionan mafioso y, cu pa tur hende ta bisto cu e violacionnan di Statutonan ta orden di dia y cu checks and balances=control riba gastamento di placa wordo benta afo dor di [secretaris-generaal].
Corte a dicta den su sentensia di 8 di oktober 2025 cu e declarashonnan aki ta falta sufisiente base den e evidensia disponibel, y p’esei mi ta rectifica nan pa medio di esaki.
op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,-- per dag of dagdeel dat [gedaagde]
daarmee in gebreke blijft, met een maximum van Afl. 10.000,--;
5.2
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van SEPPA worden begroot op Afl. 450,-- aan griffierecht, Afl. 225,-- aan explootkosten en Afl. 1.500,-- aan salaris van de gemachtigde;
5.3
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 oktober 2025 in aanwezigheid van de griffier.