Uitspraak
1.[Eiser],
[Eiseres],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak vorderen eisers, bestaande uit een echtpaar, de ontruiming van een woning die zij 17 jaar geleden aan gedaagde hebben verhuurd. De huurprijs bedroeg Afl. 1.000,-- per maand. Op 14 februari 2025 hebben partijen een beëindigingsovereenkomst gesloten, waarin is afgesproken dat gedaagde de woning uiterlijk op 31 mei 2025 zou verlaten. Gedaagde heeft echter geen gehoor gegeven aan de sommatie van eisers om de woning te verlaten, wat heeft geleid tot deze kort geding procedure. Tijdens de zitting op 4 september 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij eisers aanvoerden dat gedaagde wanprestatie pleegt door de overeenkomst niet na te komen. Gedaagde voerde verweer en stelde dat zij onder druk had getekend, maar het Gerecht oordeelde dat dit verweer niet voldoende onderbouwd was. Het Gerecht concludeerde dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft en dat de vordering van eisers tot ontruiming toewijsbaar is. Gedaagde wordt veroordeeld om de woning binnen twee maanden na betekening van het vonnis te ontruimen, met veroordeling in de proceskosten van eisers.