ECLI:NL:OGEAA:2025:65

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
25 april 2025
Zaaknummer
AR AUA202401316
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van de woning

In deze zaak heeft de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert, met betrekking tot een huurovereenkomst voor een woning in Aruba. FCCA vordert onder andere ontruiming van de woning wegens huurachterstand. De huurovereenkomst is op 22 april 2021 gesloten, met een maandelijkse huurprijs van Afl. 1.140,-, waarvan de gedaagde een huursubsidie ontving. Sinds juli 2021 heeft de gedaagde haar huurbetalingsverplichtingen niet nagekomen. FCCA heeft meerdere aanmaningen gestuurd, maar de gedaagde heeft niet gereageerd. Op 17 januari 2024 heeft FCCA de gedaagde aangemaand en aangekondigd de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De gedaagde heeft de huurachterstand van Afl. 6.758,93 niet betwist. Het Gerecht heeft geoordeeld dat FCCA de huurovereenkomst op goede gronden per 2 februari 2024 buitengerechtelijk heeft ontbonden. De gedaagde wordt veroordeeld om de woning binnen vier maanden te ontruimen en aan FCCA te betalen voor de huurachterstand en bijkomende kosten. De ontruimingstermijn is verlengd om de gedaagde de gelegenheid te geven een nieuwe woning te vinden. De gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Vonnis van 29 januari 2025
Behorend bij A.R. AUA202401316
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
te Aruba,
eiseres,
hierna te noemen: FCCA,
gemachtigden: de advocaten mrs. I.R. Wever en E.A. Suarez Chirinos,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 november 2024, waarin een comparitie van partijen is gelast, en de daarin genoemde stukken;
- de comparitie van partijen, gehouden op 14 januari 2025.
1.2.
Ter zitting zijn namens FCCA mr. Suarez Chirinos voornoemd en mr. A.A. Ruiz verschenen, vergezeld van mevrouw [incassobegeleiding] (incassobegeleiding) en mevrouw [incasso-coördinator] (incasso-coördinator). [Gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Namens FCCA is het verzoek nader toegelicht en zijn vragen van het Gerecht beantwoord.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1.
Deze zaak heeft betrekking op de woning aan de [adres] in [plaats], Aruba (hierna: de woning).
2.2.
FCCA is met betrekking tot de woning op 22 april 2021 met [gedaagde] een huurovereenkomst aangegaan (hierna: de huurovereenkomst). De huurprijs bedraagt Afl. 1.140,- per maand. [Gedaagde] ontving een huursubsidie van laatstelijk Afl. 540,- per maand.
2.3.
In de huurovereenkomst staat, voor zover thans van belang, het volgende:

Artikel 5 - Beëindiging en Ontbinding
(…)
5.2
Het niet voldoen aan enige bepaling van deze Huurovereenkomst, Algemene Huurvoorwaarden daaronder begrepen, kan leiden dat de overeenkomst buitengerechtelijk wordt ontbonden, evenwel niet eerder dan nadat huurder in de gelegenheid is gesteld na een schriftelijke aanmaning met een termijn van 15 dagen, het verzuim te zuiveren en daarmee in gebreke blijft. Een aanmaning is niet vereist indien sprake is van herhaald verzuim na verloop van de ingebrekestelling.
(…)”.
2.4.
Sinds juli 2021 komt [gedaagde] haar huurbetalingsverplichtingen niet (tijdig en volledig) na.
2.5.
FCCA heeft [gedaagde] bij brieven van 21 september 2022 en van 22 februari, 18 april en 8 augustus 2023 verzocht om de huurachterstand te betalen. Daaraan heeft [gedaagde] niet voldaan.
2.6.
Namens FCCA is [gedaagde] bij aangetekende brief van 17 januari 2024 aangemaand en gesommeerd om aan haar huurbetalingsverplichtingen te voldoen. FCCA heeft in de brief ook aangekondigd dat zij, als [gedaagde] daartoe niet overgaat, rechtsmaatregelen zal treffen en de huurovereenkomst, met inachtneming van artikel 5.2 van die overeenkomst, buitengerechtelijk ontbindt. Volgens FCCA bedroeg de huurachterstand tot en met 12, althans 30 september 2023 Afl. 6.758,93, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 1.000,-. Aan deze sommatie heeft [gedaagde] evenmin gevolg gegeven.

3.HET GESCHIL

3.1.
FCCA vordert (verkort weergegeven) om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst per 2 februari 2024 buitenge-rechtelijk is ontbonden;
[Gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan FCCA te betalen een bedrag van Afl. 6.758,93, vermeerderd met de vanaf 1 oktober 2023 verschenen maandelijkse huurtermijnen en gebruiksvergoeding en ook vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 1.000,- en de wettelijke rente;
subsidiair
3. de huurovereenkomst te ontbinden;
4. [Gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan FCCA te betalen een bedrag van Afl. 6.758,93, vermeerderd met de vanaf 1 oktober 2023 verschenen maandelijkse huurtermijnen en ook vermeerderd met de buitengerechte-lijke incassokosten van Afl. 1.000,- en de wettelijke rente;
primair en subsidiair
5. [ [Gedaagde] te veroordelen binnen drie maanden na het wijzen van het vonnis de woning met alle aanwezige personen en goederen, voor zover deze goederen niet (mede-) eigendom van FCCA zijn, te verlaten en te ontruimen, en met afgifte van de sleutels en in goede staat ter vrije beschikking van FCCA te stellen, met machtiging aan FCCA om op grond van artikel 555 Rv e.v. de deurwaarder te instrueren de gedwongen ontruiming ter hand te nemen en op straffe van een onmiddellijk opeis-bare dwangsom van Afl. 500,- per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke blijft hieraan te voldoen;
5. [ iedere andere beslissing te nemen die UEA in goede justitie geraden voorkomt;
5. [ [Gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2. [
Gedaagde] voert verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1. [
Gedaagde] heeft het bestaan en de hoogte van de door FCCA gestelde huurachterstand van Afl. 6.758,93 over de periode tot 1 oktober 2023 niet betwist. Gelet op de hoogte van de achterstand, heeft FCCA de huurovereenkomst in dit geval op goede grond per 2 februari 2024 buitengerechtelijk ontbonden. Die termijn heeft FCCA juist berekend vanaf de datum van de sommatiebrief van 17 januari 2024, waarbij de vijftien dagen genoemd in artikel 5.2 van de huurovereenkomst, waarop FCCA een beroep heeft gedaan, zijn opgeteld. De persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] (zij verblijft blijkens haar antwoord met twee kinderen en één op komst in de woning die een veilige leefomgeving aan het gezin biedt) maken dit oordeel niet anders. [Gedaagde] heeft immers, ook na te zijn gedagvaard, niets (ook niet naar kunnen) betaald. De achterstand is alleen maar verder opgelopen. Verder is ook niet gesteld of gebleken dat zich naar verwachting op korte termijn een wijziging in de financiële omstandigheden van [gedaagde] zal voordoen, waardoor zij alsnog aan haar verplichtingen uit de huurovereenkomst zal kunnen voldoen. Omdat [gedaagde] ook na de ontbinding van de huurovereenkomst in de woning is verbleven en nu nog verblijft, is zij tevens een gebruiksvergoeding aan FCCA verschuldigd.
4.2.
De primaire vorderingen onder 1 en 2 liggen daarmee voor toewijzing gereed.
4.3.
Het Gerecht ziet in de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] aanleiding de gevorderde ontruiming toe te wijzen op een termijn van vier in plaats van de gevorderde drie maanden, en na betekening van dit vonnis. Aldus heeft [gedaagde] ruimer de gelegenheid om andere woonruimte voor haar en haar kinderen te vinden. De onder 5 gevorderde machtiging aan FCCA om de deurwaarder op grond van artikelen 555 en 556 Rv e.v. te instrueren de gedwongen ontruiming ter hand te nemen, wordt afgewezen. De bevoegdheid daartoe vloeit reeds voort uit de genoemde wetsbepalingen. FCCA heeft desgevraagd ter zitting in voldoende mate toegelicht waarin voor haar het belang van toewijzing van de gevorderde dwangsom is gelegen. In de visie van FCCA dient de dwangsom als extra prikkel voor [gedaagde] om de woning vrijwillig te ontruimen en het niet te laten komen tot een gedwongen ontruiming. Het Gerecht volgt FCCA hierin. De gevorderde dwangsom wordt beperkt en gemaximeerd toegewezen.
4.4. [
Gedaagde] wordt, als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij, veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van FCCA, tot aan deze uitspraak begroot op (Afl. 450,- + Afl. 215,- + Afl. 207,- =) Afl. 872,- aan verschotten (griffiegeld en explootkosten) en Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigden (2 punten, tarief 5).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1.
verklaart voor recht dat de tussen FCCA en [gedaagde] op 22 april 2021 gesloten huurovereenkomst per 2 februari 2024 buitengerechtelijk is ontbonden;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan FCCA te betalen een bedrag van Afl. 6.758,93, vermeerderd met de vanaf 1 oktober 2023 verschenen maandelijkse huurtermijnen en gebruiksvergoeding en vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van Afl. 6.758,93 over de periode van 1 oktober 2023 tot aan de dag van algehele voldoening en met Afl. 1.000,- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vier maanden na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] in [plaats], Aruba, met alle aanwezige personen en goederen, voor zover deze goederen niet (mede-) eigendom van FCCA zijn, te verlaten en te ontruimen, en met afgifte van de sleutels en in goede staat ter vrije beschikking van FCCA te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 100,- per dag of een gedeelte van een dag dat [gedaagde] hieraan niet voldoet, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van Afl. 2.000,-;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van FCCA worden begroot op Afl. 872,- aan verschotten en Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigden;
5.5.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 januari 2025 in aanwezigheid van de griffier.