ECLI:NL:OGEAA:2025:66

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
25 april 2025
Zaaknummer
AUA202404510 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming van huurwoning door sociale huisvestingsorganisatie wegens overlast en gevaar voor omwonenden

In deze zaak heeft de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. FCCA vordert de onmiddellijke ontruiming van de door haar aan de gedaagde verhuurde woning in Aruba. De vordering is gebaseerd op ernstige overlast die de gedaagde veroorzaakt, waaronder bedreigingen aan buren en brandstichting. FCCA heeft de huurovereenkomst met de gedaagde op 20 december 2024 buitengerechtelijk ontbonden. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 januari 2025 heeft FCCA haar verzoek toegelicht, maar de gedaagde was niet aanwezig. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde overlast veroorzaakt en dat er een gevaarlijke situatie is ontstaan voor de omwonenden. Het Gerecht heeft de vordering van FCCA toegewezen, met de bepaling dat de gedaagde de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis moet ontruimen. Tevens is er een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagde niet tijdig ontruimt. De proceskosten zijn voor de gedaagde, die in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

Vonnis van 29 januari 2025
Behorend bij K.G. no. AUA 202404510
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
kantoorhoudende en gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaten mr. A.A. Ruiz en mr. M.R.M. Reinkemeyer,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingediend op 23 december 2024,
- de aanvullende producties van FCCA, ingediend op 15 januari 2025;
- de mondelinge behandeling op 16 januari 2025.
1.2
Op de mondelinge behandeling is FCCA verschenen door middel van de advocaten mrs. A.A. Ruiz en E.A. Suarez Chirinos, vergezeld van mevrouw [coördinator wijkbeheer] (coördinator wijkbeheer). [Gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen haar is verstek verleend. FCCA heeft haar verzoek nader toegelicht aan de hand van spreekaantekeningen en vragen van het Gerecht beantwoord.
1.3
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL

2.1
In deze zaak vordert FCCA – kort gezegd – de onmiddellijke ontruiming op alle dagen en uren van de door haar aan [gedaagde] verhuurde woning, plaatselijk bekend [adres] Aruba.
2.2
FCCA legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] voor (geluids)overlast zorgt, de buren (onder meer met een kapmes) heeft bedreigd en zich zeer agressief heeft gedragen tegenover medewerkers van FCC en dat [gedaagde] in de avonduren brand heeft gesticht onder de houten pergola van zijn (geschakelde) woning, waardoor gevaar voor de omwonenden en het wooncomplex is ontstaan. Ook verblijft [gedaagde] niet (meer) of nog nauwelijks in de woning. Vanwege dit alles heeft FCCA de huurovereenkomst met [gedaagde] op 20 december 2024 buitengerechtelijk ontbonden.
2.3 [
Gedaagde] heeft, nu hij niet is verschenen, geen verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang blijkt uit de aard van de vordering en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
3.3
Hoewel de vordering van FCCA niet is weersproken, ziet het Gerecht - vanwege de sociaal-maatschappelijke positie van FCCA en de kennelijke problematiek van [gedaagde] – aanleiding een belangenafweging te maken. Ook met inachtneming van de belangen van [gedaagde] komt de vordering het Gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voor. Het gevorderde wordt daarom - op enkele nader te noemen modaliteiten na - toegewezen. Hiertoe overweegt het Gerecht als volgt.
De ontruiming
3.4
De buitengerechtelijke ontbinding van een huurovereenkomst ten aanzien van woonruimte is een zeer ingrijpende remedie. De tekortkoming moet daarom van voldoende gewicht zijn om te rechtvaardigen dat [gedaagde] - een, vanwege zijn kennelijke psychische toestand, kwetsbare man - zijn woonruimte en dak boven zijn hoofd verliest. Het Gerecht acht het in dit geval niettemin aannemelijk dat de buitengerechtelijke ontbinding stand zal houden in een bodemprocedure.
3.5
Zoals FCCA heeft gesteld, maakt de huurwoning van [gedaagde] deel uit van een rij van vijf aaneengeschakelde appartementen, met zowel aan de linker- als de rechterzijde bewoonde appartementen waarin (overwegende kwetsbare) huurders van FCCA wonen. De buren van [gedaagde] hebben geklaagd bij FCCA omdat [gedaagde] onder meer in de nachtelijke uren voor overlast zorgt en hen vanaf augustus 2024 meermalen (onder meer met een kapmes) heeft bedreigd. Op 9 december 2024 heeft [gedaagde] zich op het hoofdkantoor van FCCA zeer agressief gedragen tegenover medewerkers van FCCA. [Gedaagde] heeft een kwetsbare psychische gezondheid en ervaart psychoses, waardoor hij ten onrechte meent dat zich asbest en ongedierte in zijn plafond bevinden. Ook vindt hij de straatnaam eng. [Gedaagde] zou om deze redenen niet in het gehuurde willen wonen en er de voorkeur aan geven op het strand te slapen. Op 17 december 2024 in de avonduren heeft [gedaagde] een bankstel en kleren in brand gestoken onder de houten pergola van zijn (geschakelde) woning, om de volgens hem aanwezige beestjes in het plafond te verjagen. De buren van [gedaagde] zijn door dit incident erg geschrokken en maken zich zorgen dat [gedaagde] nogmaals brand zal stichten. FCCA heeft verschillende instanties, waaronder politie, OM en Respaldo (De Funcacion Salud Mental Aruba) aangemaand om in te grijpen, maar dat heeft niets opgelost. Bij huisbezoeken heeft FCCA [gedaagde] niet in de huurwoning aangetroffen en de buren van [gedaagde] hebben verklaard dat [gedaagde] niet in het gehuurde woont. Uit de door FCCA van WEB en ELMAR verkregen informatie blijkt dat amper elektriciteit en/of water in het gehuurde wordt gebruikt, hetgeen bevestigd dat [gedaagde] daar niet (meer) of nog nauwelijks woont.
3.6
Op grond van het voorgaande staat vast dat [gedaagde] overlast veroorzaakt, een zeer gevaarlijke en onveilige (woon)situatie voor de omwonenden heeft doen ontstaan en voor gevoelens van onrust en onveiligheid bij deze omwonenden, de andere huurders van FCCA, heeft gezorgd en nog steeds zorgt. De vrees van FCCA dat met de voortzetting van de huurovereenkomst gevaar bestaat voor personen en zaken, is - mede gelet op de aard van de problematiek van [gedaagde] - gerechtvaardigd. FCCA is als verhuurder gehouden deze overlast voor haar andere huurders te voorkomen, daartegen op te treden en om (een gevoel van) veiligheid en rust in de omgeving te herstellen. Dit maakt dat FCCA - ondanks haar taak als sociale huisvestingsorganisatie en ondanks het niet te miskennen belang van [gedaagde] om over woonruimte te beschikken - een gerechtvaardigd en zwaarwegend belang heeft bij beëindiging van de huurrelatie met [gedaagde]. Voor dit oordeel is mede van belang dat [gedaagde], zoals FCCA voldoende aannemelijk heeft gemaakt, ervoor kiest om niet daadwerkelijk in het gehuurde te wonen. Daarmee wordt het belang van [gedaagde] bij voortzetting van de huurovereenkomst genuanceerd, terwijl FCCA bovendien de woning direct zal kunnen verhuren aan woningzoekenden op de wachtlijst.
3.7
Het verzoek van FCCA om de ontruiming te bevelen zal daarom worden toegewezen. Als uitgangspunt moet [gedaagde] een redelijke termijn worden gegund om de woning te ontruimen, maar nu voldoende aannemelijk is gemaakt dat [gedaagde] niet of nauwelijks in het gehuurde verblijft en gelet op de vrees die bij de omwonenden bestaat, ziet het Gerecht aanleiding te bepalen dat [gedaagde] de woning binnen drie dagen na betekening van dit vonnis dient te ontruimen en verlaten.
3.8
Ter zitting heeft FCCA toegezegd de inboedel van [gedaagde] zo nodig enige tijd voor hem te bewaren. Het Gerecht vertrouwt erop dat FCCA deze toezegging nakomt.
Modaliteiten
3.9
Een grosse zal in dezen direct worden verstrekt. Bij een ontruiming op alle dagen en uren bestaat onvoldoende belang. Indien zich buiten de reguliere werktijd van de deurwaarder incidenten voordoen is het de taak van de politie om in te grijpen en de orde te herstellen.
3.8
FCCA heeft geen rechterlijke machtiging nodig om de hierna te geven veroordeling ten uitvoer te kunnen leggen. Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering voorziet daar al in. De gevorderde machtiging zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten
3.9
Als de in het ongelijk gestelde partij dient [gedaagde] in de proceskosten te worden veroordeeld zoals hierna begroot.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
4.1
veroordeelt [gedaagde] de woning bekend als [adres] in Aruba binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te verlaten en verlaten te houden, met al wie zich daarin van zijn zijde bevinden en met alle daarin en daarbuiten op het erf aanwezige goederen voor zover deze niet eigendom van FCCA zijn, met afgifte van de sleutels, en waarbij [gedaagde] de woning ter vrije en algehele beschikking dient te stellen van FCCA;
4.2
bepaalt dat [gedaagde] aan FCCA een dwangsom moet betalen van Afl. 100,- per dag of deel daarvan dat hij de woning niet tijdig ontruimt, tot een maximum van Afl. 1.000,-
4.3
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, die tot de datum van deze uitspraak aan de kant van FCCA worden begroot op Afl. 450,-- aan griffierecht, Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris en Afl. 225,- aan explootkosten;
4.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 januari 2025 in aanwezigheid van mr. C.F.N. van Schaijk, griffier.