ECLI:NL:OGEAA:2025:77

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 maart 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
AUA202402946
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling bezwaar tegen afwijzing verzoek interne overplaatsing van casinocontroleur naar hoofdcontroleur

In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba het bezwaar van klager, een casinocontroleur, tegen het landsbesluit van 3 juli 2024, waarbij zijn verzoek om interne overplaatsing naar de functie van hoofdcontroleur werd afgewezen. Klager, die sinds 1 maart 2003 werkzaam is bij het Departamento pa Asuntonan di Casino, had op 15 mei 2023 om deze overplaatsing verzocht. Het gerecht constateert dat de afwijzing van klagers verzoek onvoldoende gemotiveerd is en dat de procedure niet transparant is verlopen. Klager heeft op 16 augustus 2024 bezwaar ingediend, en de zaak is behandeld op 24 februari 2025. Het gerecht oordeelt dat de afwijzing van klager in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel, en verklaart het bezwaar gegrond. Het bestreden landsbesluit wordt vernietigd, en verweerder moet een nieuw besluit nemen op klagers sollicitatie. Klager heeft recht op een eerlijke kans om mee te dingen naar de huidige vacatures voor hoofdcontroleur.

Uitspraak

Uitspraak van 10 maart 2025
Gaza nr. AUA202402946

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar in de zin van
de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Klager],

wonend te Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: de advocaat mr. R.P. Lee,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

INLEIDING

1.1
In deze uitspraak beoordeelt het gerecht het bezwaar van klager gericht tegen het landsbesluit van 3 juli 2024 (bestreden landsbesluit), door klager ontvangen op 26 juli 2024, waarbij verweerder het verzoek van klager om interne overplaatsing van de functie van casinocontroleur naar de functie van hoofdcontroleur heeft afgewezen.
1.2
Klager heeft op 16 augustus 2024 voornoemd bezwaar ingediend bij het gerecht.
1.3
Verweerder heeft op 7 januari 2025 producties ingediend.
1.4
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 24 februari 2025. Klager is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
1.5
De uitspraak is vervolgens bij vervroeging bepaald op vandaag.

BEOORDELING

2. Het gerecht is van oordeel dat het bezwaar van klager gegrond dient te worden verklaard en legt hierna dit oordeel uit.
Wat is van belang om te weten?
3.1
Klager is sinds 1 maart 2003 als ambtenaar werkzaam in de functie van casinocontroleur bij het Departamento pa Asuntonan di Casino (DAC).
3.2
Bij brief van 15 mei 2023 heeft klager de minister van Justitie en Sociale Zaken (minister) om interne overplaatsing verzocht naar de functie van hoofdcontroleur.
3.3
Bij brief van 6 oktober 2023 heeft het waarnemend hoofd van DAC de minister geïnformeerd dat in verband met interne verschuivingen binnen het DAC en pensioneringen er essentiële functies vacant zijn geworden die thans ingevuld dienen te worden om zodoende het functioneren van het DAC te garanderen. Daarin is tevens vermeld dat 1 chefcontroleur binnenkort met pensioen gaat, waardoor de beste hoofdcontroleur op die positie kan worden geplaatst. In de lichting van de heer [klager] zijn er ook andere hoofdcontroleurs die een betere staat van dienst hebben dan de heer [klager] en onder andere eigen vervoer hebben om te controleren bij 11 casino’s. Dan wordt vervolgd met: “De heer [klager] was immers niet altijd een goede werknemer, getuige zijn dikke personeelsdossier.” De brief wordt afgesloten met: “Als het tijd is om controleurs te plaatsen in de functie van hoofdcontroleur zal ik een voorstel doen voor de beste controleur gezien dienstanciënniteit, staat van dienst en functiewaardering.”
3.4
Het Departamento di Recurso Humano (DRH) heeft bij brief van 20 juni 2024 de minister geadviseerd om het interne overplaatsingsverzoek van klager af te wijzen. Daarin staat vermeld: “”Tevens zijn er andere casinocontroleurs die betere staat van de dienst hebben en ook hun eigen vervoer hebben om controle te nemen bij 11 casino’s.”
3.5
Bij het bestreden landsbesluit heeft verweerder het interne overplaatsingsverzoek van klager afgewezen.
3.6
Bij landsbesluit van 17 mei 2024 is de heer [hoofdcontroleur / coördinator 1] benoemd tot hoofdcontroleur / coördinator. Bij landsbesluit van 3 juli 2024 is de heer [hoofdcontroleur / coördinator 2] benoemd tot hoofdcontroleur / coördinator.
Wat is het standpunt van klager?
4. Klager kan zich niet verenigen met de afwijzing van zijn overplaatsingsverzoek, en stelt zich – kort samengevat – op het standpunt dat de plaatsingsprocedure niet transparant is verlopen. Er is geen vacature opengesteld waarop hij heeft kunnen solliciteren. Dat had wel gemoeten volgens het geldende personeelsbeleid, ook bij interne vacatures. Klager beroept zich in zoverre op beleid dat is neergelegd in een brief van 7 april 2005 van (het toenmalige) hoofd Dienst P&O aan de minister, waarin valt te lezen: “Het personeel zou bij de openstelling van de vacatures voor coördinator naar deze functie kunnen solliciteren waarna de beste kandidaten zouden worden geselecteerd en voorgedragen voor aanwijzing in genoemde functies. Iedereen zou dan een gelijke kans hebben om naar voornoemde functies te solliciteren.”
Klager betoogt dat onduidelijk is waarom hij is afgewezen en anderen zijn benoemd tot hoofdcontroleur / coördinator. Met 33 jaar werkervaring beschouwt hij zichzelf als de meest geschikte kandidaat voor de door hem geambieerde functie. Hij heeft meer anciënniteit dan de andere kandidaten en meent dan ook dat hij de eerste keuze zou moeten zijn voor de functie van hoofdcontroleur / coördinator.
Ter zitting heeft klager hier nog aan toegevoegd dat de geschiedenis zich lijkt te herhalen, omdat hij heeft vernomen dat er wederom drie hoofdcontroleurs zullen worden benoemd buiten elke procedure om, die minder dienstanciënniteit hebben dan klager. Klager vindt het niet eerlijk dat hij niet in staat is gesteld hiervoor in aanmerking te komen.
Wat is het standpunt van verweerder?
5. Verweerder heeft aan het bestreden landsbesluit ten grondslag gelegd dat de functie van hoofdcontroleur / coördinator bij DAC te zijner tijd zal worden vervuld door de meest geschikte kandidaat gezien hun dienstanciënniteit, staat van dienst en functiewaardering. En dat er aanleiding bestaat om het verzoek van klager af te wijzen en dit bij landsbesluit vast te leggen.
Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder gewezen op de brief van 6 oktober 2023. Uit een opgesteld overzicht over klager en zijn lichtinggenoten [naam] en [naam] volgt dat klager niet de meeste dienstanciënniteit heeft en dat er reden is om de heren [naam]en [naam] geschikter te achten dan klager. Tot slot is naar voren gebracht dat weliswaar het uitgangspunt is, ook in het recente P&O-beleid, dat ook interne vacatures worden opengesteld, zodat kandidaten daarop kunnen solliciteren, maar dat klager niet in zijn belang is geschaad door het achterwege laten van de normale procedure, omdat hij heeft gesolliciteerd naar de functie van hoofdcontroleur / coördinator en zijn sollicitatie is betrokken bij de recente benoemingen.
Kan het bestreden besluit de rechterlijke toets doorstaan?
6. Het gerecht overweegt dat het verzoek van klager om (interne) overplaatsing naar een hogere functie mede moet worden gezien als een verzoek om bevordering. Klager wenst te worden bevorderd van uitvoerend controleur (max schaal 7) naar controlerend (hoofd) controleur (schaal 8).
Het gerecht stelt voorop dat een ambtenaar geen recht heeft om overgeplaatst en bevorderd te worden wanneer hij dat vraagt. Net als bij elke andere sollicitatieprocedure zal de betrokken ambtenaar geselecteerd moeten worden om de door hem gewenste vacante functie te kunnen vervullen. Behalve dat de sollicitant moet voldoen aan de functie-eisen, waarbij niet alleen van belang is of hij qua opleiding en ervaring voldoet aan de functie-eisen, maar ook of hij qua persoonlijkheid, houding en gedrag past in de organisatie, zal er ook sprake moeten zijn van een vacature die daadwerkelijk vervuld moet worden. De selectie van de meest geschikte kandidaat dient echter wel plaats te vinden volgens een duidelijke, transparante en eerlijke procedure.
7. Bij de DAC waren er ten tijde hier van belang, medio 2023/2024, vacatures voor de functie van hoofdcontroleur / coördinator. Vastgesteld wordt dat er in strijd met het eigen personeelsbeleid geen vacature is opengesteld. Klager heeft in een brief van 15 mei 2023 gesolliciteerd naar de functie. Onduidelijk is of zijn collega’s [naam]en [naam] hebben gesolliciteerd. Vastgesteld wordt dat klager is afgewezen en genoemde collega’s zijn benoemd. De reden voor de afwijzing is niet met klager besproken. Het gerecht is van oordeel dat verweerder aldus op onzorgvuldige wijze heeft gehandeld. Het bestreden landsbesluit komt reeds daarom voor vernietiging in aanmerking.
Daar komt bij dat in het landsbesluit elke motivering voor de afwijzing ontbreekt. Ook als daarbij wordt betrokken de inhoud van de brief van 6 oktober 2023, is het besluit tot afwijzing onvoldoende deugdelijk gemotiveerd. Niet is toegelicht waarom het niet hebben van eigen vervoer belemmerend is voor de uitoefening van functie van hoofdcontroleur / coördinator. Verder is niet gebleken op grond van welke feiten verweerder heeft geconcludeerd dat “De heer [klager] immers niet altijd een goede werknemer was, getuige zijn dikke personeelsdossier.” Indien sprake is van een dik personeelsdossier kan dat verschillende redenen hebben, die los kunnen staan van goed ambtenaarschap, zoals arbeidsongeschiktheid etc. Voor zover er feiten zouden zijn die raken aan goed ambtenaarschap is onduidelijk hoe lang geleden die feiten zich hebben voorgedaan en waarom dat in 2023/2024 reden zou zijn om klager niet voor te dragen voor een (interne) overplaatsing/bevordering.
8. Zonder nadere onderbouwing en motivering, die ontbreekt, is het besluit tot afwijzing in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Het bezwaar slaagt.

CONCLUSIE EN GEVOLGEN

9. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het bezwaar gegrond zal worden verklaard. Het bestreden landsbesluit zal worden vernietigd.
10. Ter voorlichting aan partijen overweegt het gerecht nog als volgt. Het enkele feit dat het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking komt, betekent niet dat klager alsnog moet worden benoemd tot hoofdcontroleur / coördinator. Het betekent ook niet dat de benoemingen van de collega’s [hoofdcontroleur / coördinator 1] en [hoofdcontroleur / coördinator 2] tot hoofdcontroleur / coördinator moeten worden teruggedraaid. Deze collega’s zijn benoemd bij landsbesluit, en die besluiten zijn niet aangevochten. De vernietiging van het bestreden landsbesluit betekent wel dat verweerder een nieuw besluit zal moeten nemen op de sollicitatiebrief van klager van 15 mei 2023. Klager heeft er geen baat bij te horen dat de in 2023/2024 bestaande vacatures inmiddels zijn vervuld, zodat hij daarom niet voor benoeming tot hoofdcontroleur / coördinator in aanmerking komt. Klager heeft er wel baat bij dat zijn sollicitatie alsnog wordt betrokken bij de invulling van de in 2025 bestaande vacatures. Verweerder dient klager daarom de kans te geven mee te dingen naar de thans bestaande vacatures voor de functies van hoofdcontroleur / coördinator. Dat is een passende reactie op de hiervoor geconstateerde onregelmatigheden. Als klager er voor opteert mee te dingen, moet hij zich er van bewust zijn dat meedingen naar een vacature geen garantie inhoudt dat hij voor die functie in aanmerking komt. Het gaat daarbij immers niet alleen om dienst anciënniteit en ervaring als controleur, maar ook om houding, functioneren, goed ambtenaarschap, leidinggevend vermogen, etc.
11. Verweerder dient op de na te melden wijze in de proceskosten te worden verwezen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
  • verklaart het bezwaar gegrond;
  • vernietigt het landsbesluit van 3 juli 2024, no. 9;
  • bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak
met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuwe beslissing neemt op het verzoek van klager om interne overplaatsing in de functie van hoofdcontroleur;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door klager voor dit geding gemaakte
kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 1.400,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in ambtenarenzaken, in samenwerking met mr. drs. A.A. Wever, griffier, en wordt geacht in het openbaar te zijn uitgesproken op maandag, 10 maart 2025 in aanwezigheid van de griffier.
Informatie over hoger beroep
Tegen deze uitspraak kunnen alle partijen hoger beroep instellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken (RvBAz).
Het hoger beroepschrift moet worden ingediend
binnen 30 dagen:
  • als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen 30 dagen na de dag van de uitspraak;
  • in de andere gevallen: binnen 30 dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
De indiener van het hoger beroep moet in ieder geval:
  • het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
  • een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
  • vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).
Partijen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om binnen de gegeven hoger beroepstermijn te volstaan met een pro-forma hoger beroepschrift. Dit betekent dat de hoger beroepsgronden op een later moment kunnen worden ingediend.
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.