3.6Bij landsbesluit van 17 mei 2024 is de heer [hoofdcontroleur / coördinator 1] benoemd tot hoofdcontroleur / coördinator. Bij landsbesluit van 3 juli 2024 is de heer [hoofdcontroleur / coördinator 2] benoemd tot hoofdcontroleur / coördinator.
Wat is het standpunt van klager?
4. Klager kan zich niet verenigen met de afwijzing van zijn overplaatsingsverzoek, en stelt zich – kort samengevat – op het standpunt dat de plaatsingsprocedure niet transparant is verlopen. Er is geen vacature opengesteld waarop hij heeft kunnen solliciteren. Dat had wel gemoeten volgens het geldende personeelsbeleid, ook bij interne vacatures. Klager beroept zich in zoverre op beleid dat is neergelegd in een brief van 7 april 2005 van (het toenmalige) hoofd Dienst P&O aan de minister, waarin valt te lezen: “Het personeel zou bij de openstelling van de vacatures voor coördinator naar deze functie kunnen solliciteren waarna de beste kandidaten zouden worden geselecteerd en voorgedragen voor aanwijzing in genoemde functies. Iedereen zou dan een gelijke kans hebben om naar voornoemde functies te solliciteren.”
Klager betoogt dat onduidelijk is waarom hij is afgewezen en anderen zijn benoemd tot hoofdcontroleur / coördinator. Met 33 jaar werkervaring beschouwt hij zichzelf als de meest geschikte kandidaat voor de door hem geambieerde functie. Hij heeft meer anciënniteit dan de andere kandidaten en meent dan ook dat hij de eerste keuze zou moeten zijn voor de functie van hoofdcontroleur / coördinator.
Ter zitting heeft klager hier nog aan toegevoegd dat de geschiedenis zich lijkt te herhalen, omdat hij heeft vernomen dat er wederom drie hoofdcontroleurs zullen worden benoemd buiten elke procedure om, die minder dienstanciënniteit hebben dan klager. Klager vindt het niet eerlijk dat hij niet in staat is gesteld hiervoor in aanmerking te komen.
Wat is het standpunt van verweerder?
5. Verweerder heeft aan het bestreden landsbesluit ten grondslag gelegd dat de functie van hoofdcontroleur / coördinator bij DAC te zijner tijd zal worden vervuld door de meest geschikte kandidaat gezien hun dienstanciënniteit, staat van dienst en functiewaardering. En dat er aanleiding bestaat om het verzoek van klager af te wijzen en dit bij landsbesluit vast te leggen.
Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder gewezen op de brief van 6 oktober 2023. Uit een opgesteld overzicht over klager en zijn lichtinggenoten [naam] en [naam] volgt dat klager niet de meeste dienstanciënniteit heeft en dat er reden is om de heren [naam]en [naam] geschikter te achten dan klager. Tot slot is naar voren gebracht dat weliswaar het uitgangspunt is, ook in het recente P&O-beleid, dat ook interne vacatures worden opengesteld, zodat kandidaten daarop kunnen solliciteren, maar dat klager niet in zijn belang is geschaad door het achterwege laten van de normale procedure, omdat hij heeft gesolliciteerd naar de functie van hoofdcontroleur / coördinator en zijn sollicitatie is betrokken bij de recente benoemingen.
Kan het bestreden besluit de rechterlijke toets doorstaan?
6. Het gerecht overweegt dat het verzoek van klager om (interne) overplaatsing naar een hogere functie mede moet worden gezien als een verzoek om bevordering. Klager wenst te worden bevorderd van uitvoerend controleur (max schaal 7) naar controlerend (hoofd) controleur (schaal 8).
Het gerecht stelt voorop dat een ambtenaar geen recht heeft om overgeplaatst en bevorderd te worden wanneer hij dat vraagt. Net als bij elke andere sollicitatieprocedure zal de betrokken ambtenaar geselecteerd moeten worden om de door hem gewenste vacante functie te kunnen vervullen. Behalve dat de sollicitant moet voldoen aan de functie-eisen, waarbij niet alleen van belang is of hij qua opleiding en ervaring voldoet aan de functie-eisen, maar ook of hij qua persoonlijkheid, houding en gedrag past in de organisatie, zal er ook sprake moeten zijn van een vacature die daadwerkelijk vervuld moet worden. De selectie van de meest geschikte kandidaat dient echter wel plaats te vinden volgens een duidelijke, transparante en eerlijke procedure.
7. Bij de DAC waren er ten tijde hier van belang, medio 2023/2024, vacatures voor de functie van hoofdcontroleur / coördinator. Vastgesteld wordt dat er in strijd met het eigen personeelsbeleid geen vacature is opengesteld. Klager heeft in een brief van 15 mei 2023 gesolliciteerd naar de functie. Onduidelijk is of zijn collega’s [naam]en [naam] hebben gesolliciteerd. Vastgesteld wordt dat klager is afgewezen en genoemde collega’s zijn benoemd. De reden voor de afwijzing is niet met klager besproken. Het gerecht is van oordeel dat verweerder aldus op onzorgvuldige wijze heeft gehandeld. Het bestreden landsbesluit komt reeds daarom voor vernietiging in aanmerking.
Daar komt bij dat in het landsbesluit elke motivering voor de afwijzing ontbreekt. Ook als daarbij wordt betrokken de inhoud van de brief van 6 oktober 2023, is het besluit tot afwijzing onvoldoende deugdelijk gemotiveerd. Niet is toegelicht waarom het niet hebben van eigen vervoer belemmerend is voor de uitoefening van functie van hoofdcontroleur / coördinator. Verder is niet gebleken op grond van welke feiten verweerder heeft geconcludeerd dat “De heer [klager] immers niet altijd een goede werknemer was, getuige zijn dikke personeelsdossier.” Indien sprake is van een dik personeelsdossier kan dat verschillende redenen hebben, die los kunnen staan van goed ambtenaarschap, zoals arbeidsongeschiktheid etc. Voor zover er feiten zouden zijn die raken aan goed ambtenaarschap is onduidelijk hoe lang geleden die feiten zich hebben voorgedaan en waarom dat in 2023/2024 reden zou zijn om klager niet voor te dragen voor een (interne) overplaatsing/bevordering.
8. Zonder nadere onderbouwing en motivering, die ontbreekt, is het besluit tot afwijzing in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Het bezwaar slaagt.