In deze civiele zaak heeft de eenmanszaak Coselca Accounting – Tax & General Services (hierna: Coselca) een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Beer Transport & Rentals B.V. (hierna: Beer) voor betaling van openstaande facturen voor het opstellen van jaarrekeningen over de periode 2009 tot en met 2012. Coselca stelt dat de voormalig bestuurder van Beer, die op 11 december 2013 is ontslagen, de opdracht heeft gegeven voor het opstellen van deze jaarrekeningen. Beer heeft verweer gevoerd en betwist dat de voormalig bestuurder bevoegd was om deze opdracht te geven, aangezien hij op het moment van de opdracht niet langer bestuurder was.
Het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft vastgesteld dat de bevoegdheid van de voormalig bestuurder eindigde op het moment van zijn ontslag. Coselca heeft niet kunnen aantonen dat de opdracht voor het opstellen van de jaarrekeningen is gegeven toen de voormalig bestuurder nog bevoegd was. De verwijzingen naar e-mails en vergaderingen na zijn ontslag zijn niet voldoende om de bevoegdheid te onderbouwen. Het Gerecht concludeert dat Coselca onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de voormalig bestuurder de opdracht rechtsgeldig heeft gegeven.
Daarom heeft het Gerecht de vordering van Coselca afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van Beer. Dit vonnis is uitgesproken op 28 juni 2017 door rechter G.P.M. van den Dungen.