Uitspraak
Beschikking
[verzoeker],
[verweerster],
De procedure
Het verzoek
De beoordeling van het geschil
[het minderjarige kind];
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 1 februari 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarig kind door de vader. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.T.C. Nicolaas, verzocht om erkenning van zijn kind, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.F. van Toll, verzette zich tegen dit verzoek en voerde aan dat de erkenning schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van het kind en de relatie tussen moeder en kind zou verstoren.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vader de verwekker van het kind is en dat hij in het verleden zorg heeft gedragen voor het kind, hoewel de moeder hem nooit toestemming heeft gegeven om het kind te erkennen. De moeder heeft verschillende argumenten aangevoerd tegen de erkenning, waaronder de emotionele belasting die dit voor haar en het kind zou meebrengen, en de vrees dat de erkenning de ontwikkeling van het kind zou schaden. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat de erkenning niet in strijd is met de belangen van het kind of de moeder, en dat de vader recht heeft op erkenning van zijn familierechtelijke relatie met het kind.
De beslissing van het Gerecht houdt in dat de vader vervangende toestemming wordt verleend voor de erkenning van het kind, waarbij het belang van de vader om zijn relatie met het kind juridisch te bevestigen zwaarder weegt dan de bezwaren van de moeder. De Gerechtelijke uitspraak benadrukt dat de erkenning niet automatisch leidt tot een wijziging van het gezag, wat in een aparte procedure moet worden behandeld. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 1 februari 2017.