ECLI:NL:OGEABES:2017:32

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 september 2017
Publicatiedatum
22 augustus 2018
Zaaknummer
EJ 57 van 2017
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • G.P.M. van den Dungen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarig kind door verzoeker met wijziging van geslachtsnaam

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 13 september 2017 uitspraak gedaan in een familiezaak betreffende de adoptie van een minderjarig kind. Verzoeker, die samenwoont met de moeder van het kind, heeft op 17 mei 2017 een verzoekschrift ingediend voor adoptie. De Voogdijraad heeft op 29 juni 2017 een raadsrapport uitgebracht, en de mondelinge behandeling vond plaats op 12 september 2017. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het kind, geboren in 2004, sinds 14 augustus 2012 bij de moeder en verzoeker woont en dat de opvoeding en verzorging gezamenlijk plaatsvinden. Het verzoek tot adoptie is gedaan omdat het kind niets meer te verwachten heeft van de biologische vader, die geen betrokkenheid in zijn ouderrol heeft getoond. Het Gerecht heeft geoordeeld dat aan de wettelijke vereisten voor adoptie is voldaan, zoals vastgelegd in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek BES. De emotionele en vertrouwensband tussen verzoeker en het kind is erkend, en het kind heeft zelf aangegeven dat de adoptie een grote wens is. Het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van het kind is eveneens toegewezen. De uitspraak heeft gevolgen vanaf de dag dat deze in kracht van gewijsde is gegaan.

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer : EJ 57 van 2017
Datum uitspraak : 13 september 2017

BESCHIKKING (artikel 1:227 BW BES)

in de zaak van

[verzoeker],

geboren op [geboortedatum] 1971,
wonend op [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde: mr. M.M.A. van Lieshout.

De procedure

1.
Het Gerecht heeft kennis genomen van het verzoekschrift met producties van verzoeker ingekomen ter griffie op 17 mei 2017. Op 29 juni 2017 heeft de Voogdijraad een raadsrapport uitgebracht.
2.
De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgehad op 12 september 2017.
Daarbij waren aanwezig:
  • de vertegenwoordiger van de Voogdijraad,
  • verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde;
  • [moeder], verder te noemen: de moeder;
  • [het minderjarige kind], verder te noemen: [het minderjarige kind].
3.
De uitspraak is bepaald op heden.

De vaststaande feiten

4.
De volgende feiten staan vast:
- [ [het minderjarige kind], geboren op [geboortedatum] 2004, is het kind van de moeder en
[naam vader], verder te noemen [de vader]. Laatstgenoemde is woonachtig te [woonplaats];
- [ [verzoeker] en de moeder hebben sinds 2009 een affectieve relatie en wonen in gezinsverband
samen op Bonaire;
- Sinds 14 augustus 2012 woont [het minderjarige kind] bij de moeder en [verzoeker] en maakt
zij deel uit van het gezinsverband. De opvoeding en verzorging van [het minderjarige kind] geschiedt sedertdien door de moeder en [verzoeker] gezamenlijk.
Het verzoek
5.
Het verzoek van verzoeker strekt ertoe dat het Gerecht de adoptie zal uitspreken van [het minderjarige kind] door verzoeker en zal bepalen dat de geslachtsnaam van [het minderjarige kind] zal worden gewijzigd van [achternaam vader] in [achternaam verzoeker].

De beoordeling

6.
Het Gerecht is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor de verzochte adoptie, zoals geformuleerd in de artikelen 1:227 en 1:228 Burgerlijk Wetboek BES (BW BES), is voldaan. Ter mondelinge behandeling van het verzoek is aandacht besteed aan het vereiste vermeld in artikel 1:227 lid 3 BW BES, voor zover luidende dat het verzoek alleen kan worden toegewezen, indien vaststaat dat het kind niets meer van zijn ouder, in dit geval [de vader], te verwachten heeft. Uit het verzoekschrift en het rapport blijkt dat [het minderjarige kind] jaarlijks, wanneer zij op vakantie is in Colombia, hem opzoekt en dat ook met diens familie contact wordt onderhouden.
7.
Met verzoeker is het Gerecht van oordeel dat de aangehaalde zinsnede uit artikel 1:227 lid 3 BW BES aldus moet worden uitgelegd dat van [de vader] in zijn rol van verzorger en opvoeder van [het minderjarige kind] geen bijdrage aan de ontwikkeling van [het minderjarige kind] te verwachten valt. Het Gerecht haakt daarbij aan bij de verfijning, die de redactie van het corresponderende artikel 1:227 lid 3 Burgerlijk Wetboek van (Europees) Nederland heeft ondergaan, en wel als volgt: “en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft”. In de Memorie van Toelichting bij de wetswijziging is onder meer vermeld, dat van belang is of het kind nog kan verwachten dat de ouder invulling geeft aan het ouderschap, dat wil zeggen het dragen van verantwoordelijkheid jegens het kind (opvoeding, verzorging, uitoefenen van gezag). Het gaat dus niet om de vraag of het kind met zijn oorspronkelijke ouders in het geheel geen feitelijke contacten meer heeft of nog zal krijgen”. Aldus en met inachtneming van het concordantiebeginsel gelezen staat artikel 1:227 lid 3 BW BES de adoptie niet in de weg, nu [de vader] geen betrokkenheid in zijn ouderrol heeft getoond en ervan moet worden uitgegaan dat in die toestand geen verandering zal komen. Hij heeft tegenover de Voogdijraad ingestemd met het voornemen van de adoptie van [het minderjarige kind] door verzoeker.
8.
Uit het rapport van de Voogdijraad en hetgeen ter mondelinge behandeling is besproken kan voorts worden afgeleid, dat tussen verzoeker en [het minderjarige kind] in de loop der jaren een emotionele en vertrouwensband is gegroeid en dat de verwachting gerechtvaardigd is dat [het minderjarige kind] zich in het gezin van verzoeker en de moeder op sociaal-emotioneel gebied gezond en evenwichtig kan ontwikkelen. [Het minderjarige kind]e zelf heeft te kennen gegeven, dat met de adoptie een grote wens van haar in vervulling zal gaan.
9.
Gelet op het voorgaande zal de adoptie worden uitgesproken.
10.
Ook het verzoek tot achternaamwijziging, dat door alle betrokkenen wordt ondersteund,
komt voor toewijzing in aanmerking.
11.
Het Gerecht wijst tenslotte op het bepaalde in artikel 1:230 lid 1 BW BES, dat de adoptie gevolgen heeft vanaf de dag dat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

De beslissing

Het Gerecht:
Spreekt de adoptie uit van
[het minderjarige kind], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], door
[verzoeker],geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
Bepaalt dat de geslachtsnaam van
[het minderjarige kind]zal worden gewijzigd in
[achternaam verzoeker].
Deze beschikking is gegeven op Bonaire door mr. G.P.M. van den Dungen, rechter in voormeld Gerecht, en uitgesproken op 13 september 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.