ECLI:NL:OGEABES:2017:4
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag winstbelasting en de vorming van een vervangingsreserve
Op 5 april 2017 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij [ X ] B.V. in beroep ging tegen een naheffingsaanslag in de winstbelasting voor het jaar 2008. De naheffingsaanslag was opgelegd door de Inspecteur der Belastingen, die de belastbare winst had vastgesteld op Nafl. 387.606, met een verschuldigde winstbelasting van Nafl. 133.724. Belanghebbende had bezwaar aangetekend, maar dit was afgewezen door de Inspecteur. De zaak werd behandeld op zittingen in mei en november 2016, waarbij de Inspecteur vertegenwoordigd was door mr. B en drs. A en C. Belanghebbende was niet verschenen.
In geschil was of belanghebbende een vervangingsreserve mocht vormen voor de winst van Nafl. 474.554 die was behaald bij de verkoop van een perceel grond. Belanghebbende stelde dat het perceel grond bestemd was voor ontwikkeling en exploitatie, en dus als bedrijfsmiddel kon worden aangemerkt. De Inspecteur betwistte dit en stelde dat het perceel niet duurzaam was geëxploiteerd. Het Gerecht oordeelde dat belanghebbende niet had aangetoond dat de overheersende bedoeling bestond om het perceel duurzaam in de onderneming te exploiteren. De korte tijdspanne tussen de aankoop en verkoop van het perceel, samen met de verleende koopopties, duidde erop dat het perceel bedoeld was voor de omzet.
Het Gerecht concludeerde dat het perceel niet als bedrijfsmiddel kon worden aangemerkt, waardoor de winst niet kon worden aangewend voor het vormen van een vervangingsreserve. De aanslag werd als juist beoordeeld en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier M.M.M. Faro MSc.