ECLI:NL:OGEABES:2017:47
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Kort geding
- G.P.M. van den Dungen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen tot opheffing beslagen en voorschot misgelopen winst in kort geding
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.T.C. Nicolaas, een kort geding aangespannen tegen de vennootschap Den Laman en een tweede gedaagde, vertegenwoordigd door mr. C.A. Peterson. De eiseres vorderde de opheffing van executoriale en conservatoire beslagen op de onroerende zaak 'Kaminda Lagoen' en een voorschot van US$ 187.000,- wegens misgelopen winst op de verkoop van deze onroerende zaak. De procedure vond plaats op 19 mei 2017, en de uitspraak volgde op 2 juni 2017.
Het Gerecht oordeelde dat voor toewijzing van de vorderingen in kort geding een voldoende mate van zekerheid vereist is dat de vordering in een bodemprocedure kan worden toegewezen. De eiseres stelde dat het beslag op Kaminda Lagoen onrechtmatig was, omdat er voldoende zekerheid zou zijn door andere beslagen. Het Gerecht concludeerde echter dat de eiseres niet voldoende onderbouwde dat de beslagen vexatoir of onrechtmatig waren. De complexiteit van de zakelijke en privéverhoudingen tussen de partijen vereiste nader feitenonderzoek, wat niet mogelijk was in het kort geding.
De vordering tot opheffing van het beslag en de vordering tot betaling van misgelopen winst werden afgewezen. Het Gerecht oordeelde dat de eiseres in de kosten van het geding werd veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagden op US$ 2.795,- werden begroot. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de kostenveroordeling onmiddellijk kon worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep.