ECLI:NL:OGEABES:2018:27

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
22 juni 2018
Publicatiedatum
22 augustus 2018
Zaaknummer
KG Bon201800355
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • N.M. Martinez
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van eiser in kort geding wegens zuiver financieel belang

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Stone Crusher N.V. een kort geding aangespannen tegen het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) met als doel het staken van reparatiewerkzaamheden aan de zuidpier van Bonaire. Stone Crusher vorderde dat het OLB, op vertoon van het vonnis, de werkzaamheden zou staken tot zij voldoende zand, cement en steenslag had ingevoerd. De eiseres stelde dat het OLB haar had toegezegd dat zij geïnformeerd zou worden over de reparatiewerkzaamheden, maar dat deze toezegging niet was nagekomen. Het OLB voerde verweer en stelde dat Stone Crusher geen spoedeisend belang had bij haar vordering, aangezien het lossen van de ladingen op de verwachte data mogelijk was, zij het met extra kosten.

Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juni 2018 werd duidelijk dat Stone Crusher had vertrouwd op de informatie van de havenmeester, die had aangegeven dat betrokkenen op de hoogte gehouden zouden worden van de werkzaamheden. Het OLB betwistte echter dat Stone Crusher niet op de hoogte was van de reparaties en stelde dat zij tijdens een informatiebijeenkomst op 31 januari 2018 was geïnformeerd over de sluiting van de zuidpier. Het Gerecht oordeelde dat Stone Crusher niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar vordering, omdat het verzoek een zuiver financieel belang betrof en er geen spoedeisend belang was aangetoond. Bovendien had Stone Crusher niet betwist dat zij op de hoogte was van de sluiting van de pier.

Het Gerecht veroordeelde Stone Crusher in de proceskosten, die aan de zijde van het OLB waren begroot op NAf 1.000,-. Het vonnis werd uitgesproken op 22 juni 2018 door rechter N.M. Martinez in het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
ZITTINGSPLAATS BONAIRE
VONNIS IN KORT GEDING
In de zaak van:
de naamloze vennootschap
STONE CRUSHER N.V.,
gevestigd in Bonaire,
eiseres, hierna: Stone Crusher,
gemachtigden: mrs. C.A. Peterson en S. Da Costa Gomez,
--tegen--
HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE,
gedaagde, hierna: het OLB,
gemachtigden: mrs. T.L.H. Peeters en T. Breugom.

1.Verloop van de procedure

Stone Crusher heeft op 15 juni 2018 een verzoekschrift met producties ingediend. Vervolgens heeft op 20 juni 2018 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens Stone Crusher is [manager] (manager bij Stone Crusher) verschenen, bijgestaan door mr. Da Costa Gomez voornoemd. Namens het OLB zijn verschenen
[bestuurlijk juridisch adviseur] (bestuurlijk juridisch adviseur bij het OLB) en de gemachtigden voornoemd. De gemachtigden van partijen hebben producties ingediend en toegelicht. De gemachtigden van het OLB hebben ook een pleitnota ingediend.

2.Het geschil

2.1.
Stone Crusher vordert thans dat het Gerecht, oordelend in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- het OLB zal bevelen om, op enkel vertoon van de minuut van dit vonnis, de reparatiewerkzaamheden aan de zuidpier te staken en gestaakt te houden tot nadat Stone Crusher voldoende zand, cement en steenslag heeft ingevoerd in Bonaire ter waarborging van haar leveringsverplichtingen in de periode tot en met 31 oktober 2018, althans tot en met 10 juli 2018;
- te bepalen dat het OLB een dwangsom van US$ 5.000.000,- verbeurt voor zover zij dat bevel niet nakomt;
- het OLB te veroordelen in de proceskosten.
2.2.
Stone Crusher heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij heeft mogen afgaan op de toezegging van het OLB dat betrokkenen, onder wie zij, geïnformeerd zouden worden op welke data de zuidpier wegens reparatiewerkzaamheden niet in gebruik zal zijn. Door het niet nakomen van die toezegging is het aan het OLB om ervoor te zorgen dat zij de haar bestelde ladingen zonder extra kosten kan (laten) lossen. Lossen op een andere wijze dan de gebruikelijke manier zal tot extra kosten (ongeveer US$ 30.000,-) leiden. Voor zover die kosten moeten worden gemaakt dient het OLB die kosten te dragen.
2.3.
Het OLB heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Stone Crusher is een bedrijf dat zich onder andere bezig houdt met het importeren van zand, cement en steenslag.
3.2.
De havenmeester heeft in een e-mailbericht van 9 januari 2018 aan alle havengebruikers meegedeeld, voor zover hier van belang:
“We are getting closer to start repairs at the south pier. The repairs should start this year. A start date is being planned at the moment, and as soon as we inch forward we will contact you accordingly.”
3.3.
Stone Crusher heeft in een op 13 juni 2018 in een lokale krant verschenen artikel gelezen dat de werkzaamheden aan de zuidpier op diezelfde dag zouden beginnen en dat de zuidpier tot 1 oktober gesloten zou zijn.
3.4.
Stone crusher verwacht dat een schip met een door haar bestelde lading cement in de avonduren van 25 juni 2018 Bonaire zal aandoen en dat een schip met een door haar bestelde lading zand tussen 1 juli en 4 juli 2018 in de haven van Bonaire zal aankomen. Doorgaans worden die ladingen op de zuidpier gelost.
3.5.
Stone Crusher stelt, kort gezegd, dat de mededeling van de havenmeester dat betrokkenen op de hoogte zullen worden gehouden van de reparatiewerkzaamheden aan de zuidpier (zie overweging 3.2) een toezegging aan haar betreft. Door niet expliciet aan haar mee te delen dat de zuidpier vanaf 25 juni 2018 niet gebruikt kan worden is het OLB bedoelde toezegging niet nagekomen. Dat laatste brengt met zich dat het OLB gehouden is om ervoor te zorgen dat de door haar bestelde ladingen toch op de gebruikelijke manier bij de zuidpier kunnen worden gelost, althans dat het OLB extra kosten in verband met een alternatieve manier van lossen dient te vergoeden.
3.6.
Het OLB heeft aangevoerd dat Stone Crusher geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Verder heeft het OLB aangevoerd dat het lossen op de zuidpier, zoals door Stone Crusher is beoogd, niet mogelijk is op 25 juni 2018 omdat die pier op die dag in verband met ruim van te voren aangekondigde reparatiewerkzaamheden niet gebruikt zal kunnen worden. Het uitstellen van die werkzaamheden is geen reële optie gelet op de enorme kosten (ongeveer 100.000,- euro per dag) die dat met zich mee zal brengen. Het lossen van de door Stone Crusher verwachte ladingen is mogelijk op de data waarop zij die ladingen verwacht, maar zal wellicht extra kosten opleveren voor Stone Crusher omdat een alternatieve methode van lossen zal moeten worden gebruikt. Verder heeft het OLB aangevoerd dat alle betrokkenen zijn geïnformeerd dat de zuidpier niet gebruikt zal kunnen worden op de dagen waarop Stone Crusher voormelde ladingen verwacht. Tijdens een informatiebijeenkomst op 31 januari 2018, waarbij twee vertegenwoordigers van Stone Crusher aanwezig waren, heeft het OLB namelijk uitgelegd dat de zuidpier tussen 30 april 2018 en
20 juli 2018 niet in gebruik zal zijn. Uiteindelijk zijn de werkzaamheden ter voorbereiding van de reparatie later, namelijk op 30 mei 2018, aangevangen maar dat neemt niet weg dat het voor Stone Crusher duidelijk had moeten zijn dat zij eind juni en begin juli 2018 geen gebruik zou kunnen maken van de zuidpier, aldus nog steeds het OLB.
3.7.
Het Gerecht overweegt als volgt.
3.8.
Reeds gelet op het feit dat het lossen van de schepen met de door Stone Crusher bestelde ladingen op de door haar genoemde data (25 en 26 juni 2018 en tussen 1 en 4 juli 2018) mogelijk is, ziet het Gerecht niet in wat het spoedeisend belang van Stone Crusher is bij dit verzoek. Zelfs indien het lossen van die ladingen extra kosten zal opleveren voor Stone Crusher, is sprake van een zuiver financieel belang. Stone Crusher heeft verder ook niet gesteld dat zij financieel niet in staat is om die eventuele extra kosten te dragen. De enkele omstandigheid dat zij van mening is dat het OLB aansprakelijk is voor die extra kosten, maakt niet dat niet van haar kan worden gevergd dat zij een bodemprocedure instelt. Het Gerecht zal Stone Crusher dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
3.9.
Overigens geldt dat Stone Crusher niet heeft betwist dat tijdens de door haar bijgewoonde informatiebijeenkomst van 31 januari 2018 duidelijk werd gemaakt door het OLB dat de zuidpier in ieder geval tot 20 juli 2018 niet in gebruik zou zijn. Indien Stone Crusher had vernomen dat de reparatiewerkzaamheden later dan volgens de toen geldende planning waren aangevangen, had het als professionele partij met een commercieel belang op haar weg gelegen om contact op te nemen met de havenmeester over de beschikbaarheid van de zuidpier voordat zij voormelde bestellingen zou plaatsen. Dat de havenmeester niet expliciet aan haar heeft meegedeeld dat de zuidpier vanaf 25 juni 2018 niet gebruikt kon worden, komt dan ook voor haar rekening en risico.
3.10.
Stone Crusher zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van het OLB tot op heden begroot op NAf 1.000,- aan gemachtigdensalaris.

4.De beslissing

Het Gerecht:
Rechtdoende in kort geding:
4.1.
verklaart Stone Crusher niet-ontvankelijk in haar vordering;
4.2.
veroordeelt Stone Crusher in de proceskosten, aan de zijde van het OLB tot op heden begroot op NAf 1.000,- aan gemachtigdensalaris, vermeerderd met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. N.M. Martinez, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2018.