Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Bepaling van het bestreden besluit
4.Feiten
- Sinds 10 oktober 2010 is Sint Eustatius, als een van de zogenoemde BES-eilanden, een openbaar lichaam van Nederland. Deze staatkundige verandering is aanleiding geweest tot het opstellen van nieuwe wetten, onder meer voor administratieve rechtspraak in de Wet administratieve rechtspraak BES (hierna: War-BES), die in werking is getreden met ingang van 10 oktober 2010.
- Ook de Wet elektriciteit en drinkwater BES (hierna: de wet E&D BES) is een van deze nieuwe wetten. Deze wet is op 1 juli 2016 in werking getreden waarbij de ACM is aangewezen voor het economisch toezicht op de tariefregulering van onder meer Stuco.
- Stuco is op Sint Eustatius zowel producent als distribiteur van elektriciteit en van drinkwater.
- Op 16 december 2016 heeft de ACM de beschikkingen tot vaststelling van de maximale productieprijs van elektriciteit en drinkwater voor Stuco voor het jaar 2017 vastgesteld op 0,1378 USD/kWh en 6,2340 USD/m3 respectievelijk.
- Op 27 januari 2017 heeft Stuco pro forma bezwaar tegen deze besluiten aangetekend. Op 13 februari 2017 zijn de gronden aangevuld.
- Op 18 mei 2017 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden waarvan een verslag is opgesteld.
5.Relevante regelgeving
6.Inleiding
7.Beoordeling
- voldoende concreet moet zijn
- duidelijk moet maken met welk onderdeel van het bestreden besluit de indiener het niet eens is en
- duidelijk moet maken waarom de indiener het met dat onderdeel niet eens is en
- duidelijk moet maken waarom dat tot vernietiging van het bestreden besluit moet leiden.
vanwegehet feit dat Sint Eustatius deel uitmaakt van een West Europese economie, er geen vergelijkingsmateriaal zal worden gevonden in het Caribisch gebied, berust op een verkeerde lezing van het rapport peer group en het aanvullend memo. Als laatste illustratie van een voor het Gerecht onduidelijke grond kan gelden de stelling van eiseres: “ACM geeft in 89 weer hoe zij te werk is gegaan, namelijk vanuit een geïntegreerd perspectief terwijl de realiteit ons leert dat ACM dit perspectief verlaat wanneer het haar uitkomt”.
Peer group determination for Dutch Caribbean energy and water companies, hierna: het rapport peer group)en het aanvullend memo op dat rapport, bevinden zich bij de dossierstukken. Blijkens het rapport peer group en het aanvullend memo stelt BCCF dat, om het redelijk rendement te bepalen een WACC moet worden vastgesteld. Om die WACC te berekenen moet het risicoprofiel worden bepaald (lees: het financiële risico dat een investeerder loopt bij het verschaffen van kapitaal aan, in dit geval, Stuco). Omdat van Stuco geen aandelen worden verhandeld, zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar en daarom heeft BCCF gekeken naar vergelijkbare bedrijven met een vergelijkbaar financieel risico, die wel aandelen verhandelen. Bovendien moeten de aandelen van de bedrijven in kwestie voldoende liquide zijn. Op grond van deze twee voorwaarden, is een aantal bedrijven in de Caribische regio al afgevallen.
- BCCF heeft er voor gekozen om, ondanks verschillen in bedrijfsmodellen tussen Stuco en grotere water- en energiebedrijven, toch een vergelijking met die grotere bedrijven te maken, omdat er geen andere relevante of meer vergelijkbare types bedrijven zijn en omdat onderzoek binnen academische literatuur BCCF geen bewijs heeft gegeven dat er een verband is tussen de grootte van een bedrijf en het systematisch risico of tussen de grootte van de economie en het systematisch risico;
- BCCF heeft er voor gekozen om ofwel waterbedrijven ofwel elektriciteitsbedrijven te selecteren omdat er in de gekozen regio’s niet genoeg bedrijven te vinden die, zoals Stuco, water en energie combineren.
- BCCF heeft zich niet beperkt tot de Caribische regio, omdat er daar te weinig vergelijkbare bedrijven zijn. BCCF heeft daarom gekozen voor bedrijven in de aangrenzende regio’s: de VS en Latijns Amerika alsmede in Europa, omdat Sint Eustatius onderdeel is van het Koninkrijk der Nederlanden.
- BCCF heeft in de loop van het proces van bepalen van de vergelijkingsgroep criteria verruimd, maar heeft nadrukkelijk vastgehouden aan het criterium dat de gekozen bedrijven hetzelfde product leveren omdat dit criterium over het algemeen tot gelijkenissen met de overige criteria leidt.
8.De beslissing
- Verklaart het beroep 1 EUX201700010-WAR 40/2017, ongegrond
- Verklaart het beroep 2, onder nummer EUX201700011-WAR41/2017, niet-ontvankelijk