ECLI:NL:OGEABES:2019:13

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
17 april 2019
Publicatiedatum
1 mei 2019
Zaaknummer
War BES BON201800502
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering tewerkstellingsvergunning op basis van leeftijdsdiscriminatie en verblijfsgat

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 17 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Extreme Cleaning & Construction Services B.V. en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over de weigering van een tewerkstellingsvergunning (twv) voor de vreemdeling Raul Alcantara Tapia. De aanvraag voor de twv werd door de minister afgewezen op basis van de leeftijd van de vreemdeling, die op de dag van de aanvraag ouder was dan 45 jaar. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.T.C. Nicolaas, heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van de twv, na een eerdere afwijzing van de aanvraag op 3 juli 2018 en een ongegrondverklaring van het bezwaar op 22 augustus 2018.

Tijdens de openbare zitting op 20 maart 2019 heeft het Gerecht de zaak behandeld, waarbij de vreemdeling en een manager van de eiseres aanwezig waren. De rechter heeft overwogen dat op grond van de Wet arbeid vreemdelingen BES (Wav BES) een werkgever verboden is om een vreemdeling arbeid te laten verrichten zonder een geldige twv. De wet biedt de mogelijkheid om een twv te weigeren op basis van leeftijd, en in dit geval was de vreemdeling ouder dan de toegestane leeftijdsgrenzen. Eiseres voerde aan dat zij gerechtvaardigd vertrouwen had op een eerdere goedkeuring van de twv, maar het Gerecht oordeelde dat de minister de weigering in redelijkheid had kunnen handhaven.

De rechter concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de afwijzing van de twv in stand bleef. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de beoordelingsvrijheid van de wetgever bij het vaststellen van leeftijdsgrenzen voor tewerkstellingsvergunningen en de noodzaak om gelijke gevallen gelijk te behandelen, mits er een objectieve en redelijke rechtvaardiging voorhanden is. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Uitspraak

in het geding tussen:
de besloten vennootschap
EXTREME CLEANING & CONSTRUCTION SERVICES B.V.,
gevestigd op Bonaire,
eiseres,
gemachtigde: mr. A.T.C. Nicolaas, advocaat,
en

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW),

verweerder,
gemachtigde: M. Tielman, werkzaam bij het betrokken ministerie.

Procesverloop

Bij beschikking van 3 juli 2018, uitgereikt op 30 juli 2018, heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een tewerkstellingsvergunning (twv) voor haar werknemer Raul Alcantara Tapia (de vreemdeling) afgewezen (de afwijzing).
Bij beschikking van 22 augustus 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het tegen de afwijzing door eiseres ingediende bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het Gerecht heeft de zaak, gevoegd met de zaak met nummer War BES BON201800531, ter openbare zitting behandeld op 20 maart 2019. Eiseres werd daar vertegenwoordigd door haar gemachtigde, vergezeld door R.L. Antonia (manager bij eiseres) en de vreemdeling. Voor verweerder is daar zijn gemachtigde verschenen.
Na de zitting heeft het Gerecht de zaken gesplitst om daarin uitspraak te doen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 2, eerste lid van de Wet arbeid vreemdelingen BES (de Wav BES) is het een werkgever verboden een vreemdeling arbeid te laten verrichten zonder twv.
Op grond van artikel 9, aanhef en onder e, kan een twv worden geweigerd op andere bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen gronden die per openbaar lichaam kunnen verschillen.
1.1
Op grond van artikel 11, aanhef en onder d, Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen BES (het Besluit) kan een twv worden geweigerd indien de vreemdeling jonger is dan 18 jaar of ouder dan 45 jaar op de dag waarop de aanvraag voor een twv wordt ingediend.
2. De vreemdeling is geboren op 25 maart 1971 en heeft de Dominicaanse nationaliteit. Eiseres heeft een twv ten behoeve van de vreemdeling gevraagd voor de functie als timmerman.
Aan de bij het bestreden besluit gehandhaafde afwijzing heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de vreemdeling op de dag waarop de aanvraag is ingediend ouder dan 45 jaar is.
3. Ter beoordeling staat of verweerder de weigering eiseres ten behoeve van de vreemdeling een twv te verlenen in redelijkheid heeft kunnen handhaven.
Eiseres voert aan dat artikel 11, aanhef en onder d, van het Besluit in strijd is met artikel 1 van de Grondwet gelezen in verband met artikel 14 van het EVRM en dus in strijd is met het verbod op (leeftijds)discriminatie.
Verboden discriminatie, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Twaalfde Protocol bij het EVRM, zou zich voordoen, indien toepassing van artikel 8 van het Besluit de minister er toe zou nopen gelijke gevallen ongelijk te behandelen zonder dat daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. Op het terrein van economisch en sociaal beleid komt aan de regelgever in het algemeen een ruime beoordelingsvrijheid toe bij het beantwoorden van de vraag of er een objectieve en redelijke grond bestaat om bepaalde categorieën van personen verschillend te behandelen. Indien het niet gaat om onderscheid op basis van aangeboren kenmerken van een persoon, zoals geslacht, ras en etnische afkomst, dient het oordeel van de wetgever daarbij te worden geëerbiedigd, tenzij het van redelijke grond ontbloot is (uitspraak van het Hof van 14 december 2012, HLar 54978/11, ECLI:NL:OGHACMB:2012:BY7691).
Volgens de beleidsregels dient, gezien het grotere risico dat oudere werknemers langdurig een beroep doen op de openbare kas, bij vreemdelingen die ouder zijn dan 45 jaar in de regel op het moment van indiening van de eerste aanvraag voor een twv om de vreemdeling arbeid te laten verrichten, te worden geweigerd als er sprake is van: a) een eerste aanvraag om een twv, b) die getoetst wordt aan artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wav BES, en c) aan het vereiste kwalificatieniveau door personen jonger dan 46 jaar normaliter kan worden voldaan.
Indien de vreemdeling op het moment van de aanvraag al is toegelaten om met een daarvoor benodigde vergunning arbeid te verrichten, zal deze weigeringsgrond niet worden tegengeworpen ook als de vreemdeling op het moment van indiening van de aanvraag ouder is dan 45 jaar.
Blijkens de (wetsinterpreterende) beleidsregels kan niet worden geoordeeld dat de keuze van de wetgever van redelijke grond is ontbloot, noch dat deze tot een ongelijke behandeling leidt die disproportioneel is aan dat doel. Het betoog faalt.
4. Voorts betoogt eiseres dat nu haar ten behoeve van de vreemdeling eerder een twv is verleend, zij een gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen dat haar opnieuw zodanige vergunning zou worden verleend.
Vaststaat dat eiseres ten behoeve van de vreemdeling over een twv beschikte die tot 9 mei 2017 geldig was. Verweerder heeft vervolgens pas op 4 april 2018 een aanvraag om een twv ten behoeve van de vreemdeling bij verweerder ingediend.
Gelet op het ontstane verblijfsgat heeft verweerder de op 4 april 2018 gedane aanvraag terecht als een eerste aanvraag beschouwd. Voorts heeft verweerder terecht overwogen dat aan het vereiste kwalificatieniveau door personen jonger dan 46 jaar normaliter kan worden voldaan. Dit betoog faalt eveneens.
5. De slotsom is dat het beroep ongegrond moet worden verklaard en het bestreden besluit in stand kan blijven.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het Gerecht
verklaarthet beroep
ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. D. Haan, rechter in het Gerecht, en uitgesproken in het openbaar op 17 april 2019 in aanwezigheid van mr. O.H.M. Leito, griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de War BES.