ECLI:NL:OGEABES:2019:59

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
9 april 2020
Zaaknummer
400.00209/19
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J. de Kort
  • M.D.M. Connor
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met braak in woningen en verkeersovertredingen op Bonaire

Op 5 november 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1983, die beschuldigd werd van meerdere woninginbraken en verkeersovertredingen. De verdachte was aanwezig tijdens de zitting op 15 oktober 2019, bijgestaan door zijn raadsman, mr. E.J. Winkel. De officier van justitie, mr. J. Blanco, eiste een gevangenisstraf van drie jaar en schadevergoeding voor de benadeelde partij, die zich had gevoegd in het proces. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van diefstal met braak in drie verschillende woningen op Bonaire, waarbij hij samen met anderen handelde. Daarnaast werden hem verschillende verkeersovertredingen ten laste gelegd, waaronder het rijden zonder geldig rijbewijs en het niet kunnen tonen van een verzekering voor zijn voertuig.

Het Gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in de vervolging. Na beoordeling van de bewijsstukken en de verklaringen van de betrokkenen, achtte het Gerecht de verdachte wettig en overtuigend schuldig aan de ten laste gelegde feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van voorarrest, en kreeg daarnaast te maken met geldboetes voor de verkeersovertredingen. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een schriftelijke volmacht.

De uitspraak benadrukt de ernst van woninginbraken en de impact daarvan op de slachtoffers, evenals de noodzaak van verkeersveiligheid. Het Gerecht hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte en zijn gebrek aan inzicht in de ernst van zijn daden. De uitspraak werd gedaan door rechter M.J. de Kort, bijgestaan door griffier M.D.M. Connor, en vond plaats in het bijzijn van de griffier.

Uitspraak

Parketnummer: 400.00209/19

Uitspraak: 5 november 2019 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1983 op [geboorteplaats],
wonende op [woonplaats], [adres 1].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2019. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. E.J. Winkel, advocaat op Bonaire.
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich namens de eigenaars van de woning gelegen te [plaats van delict 1] ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. J. Blanco, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 primair, 6, 7 primair en 8 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van $ 1.486,63 en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Ten aanzien van de feiten 4, 5, 6, 7 en 8 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij heeft de raadsman verweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:

Feit 1

dat hij op of omstreeks 21 mei 2019,

te
Bonaire,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening - in/uit een
woning,
gelegen op/aan de
[plaats van delict 1], - alwaar de verdachte en/of zijn
mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
bevond(en) - heeft weggenomen meerdere
goederen waaronder geld (60
dollar), een zilverkleurige laptop Macbook, een ipad van het merk amazone
en een videocamera Nest Home, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde 2]
en/of[benadeelde 1]
(namens de
eigenaar(s)), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/ of
zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte en/ of zijn mededader(s), zich de
toegang tot die woning heeft/hebben verschaft en/of die/dat goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
de deur van die woning
te verbreken/forceren/vernielen, in elk geval door middel van braak en/ of
verbreking en/ of inklimming;

Feit2

dat hij op of omstreeks 27 mei 2019,

te
Bonaire,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening - in/uit een
woning,
gelegen op/aan de
[plaats van delict 2], - alwaar de verdachte en/ of zijn
mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
bevond(en) - heeft weggenomen meerdere
goederen waaronder geld (80
dollar), een grijskleurige laptop van HP/Elitebook 840 G3, een blauwe
rugtas van het merk Patagonia, drie paspoorten en een kluis, in elk geval
enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3]
en\of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] (namens de eigenaar(s)), in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte en/ of zijn mededader(s), zich de toegang tot die
woning heeft/hebben verschaft en/of die/dat goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door
de deur van die woning te
verbreken/forceren/vernielen, in elk geval door middel van braak en/of
verbreking en/ of inklimming;

Feit 3

dat hij op of omstreeks 12 juni 2019,

te
Bonaire,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening - in/uit een
woning,
gelegen op/aan de
[plaats van delict 3], - alwaar de
verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond(en) - heeft weggenomen meerdere
goederen
waaronder een donker grijze kluis, 2 paspoorten, een portemonnee, een bril
hoes, een iphone 6SE met oplader, een gouden halsketting, een gouden
ring, een laptop Macbook met oplader, geld (440 dollar) en een tas, in elk
geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde 7]
en/of
[benadeelde 8] en/of [benadeelde 9], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte
en/of zijn mededader(s), zich de toegang tot die woning heeft/hebben
verschaft en/of die/dat goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben
gebracht door
de deur van die woning te verbreken/forceren/vernielen, in
elk geval door middel van braak en/ of verbreking en/of inklimming;

Feit 4

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor bet openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk, zonder in het bezit te zijn van een
op zijn naam door of vanwege de gezaghebber afgegeven geldig rijbewijs
voor het besturen van een motorrijtuig van de aard als door hem bestuurd;

althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk, en toen daar niet op eerste
vordering van de opsporingsambtenaar, agent van politie
[agent 1],
agent van politie bij KPCN, een rijbewijs behoorlijk ter inzage heeft
afgegeven;

Feit 5:

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk,
zonderdat de Wettelijke
Aansprakelijkheid, waartoe dat motorrijtuig in het verkeer aanleiding kon
geven, gedekt was door een verzekeringsovereenkomst welke beantwoordde
aan de bij en krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen
BES gestelde bepalingen;

althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk, en niet op eerste vordering van de
opsporingsambtenaar,
[agent 1], agent van politie bij KPCN, een
bewijs dat de wettelijke aansprakelijkheid door een
verzekeringsovereenkomst gedekt wordt behoorlijk ter inzage heeft
afgegeven;

Feit 6:

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk,
terwijl aan de
voor- en achterzijdevan bedoeld motorrijtuig geen kenteken was
aangebracht op een duidelijk waarneembare wijze in nagenoeg horizontale en
vaste stand, immers er was helemaal geen kenteken aan de
voor- en achterzijde
van dat motorrijtuig aangebracht;

Feit 7:

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
kenteken [kentekennummer]), daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, de
[adres 2] en [adres 3], zonder in het bezit te zijn van een op zijn naam door of vanwege
de gezaghebber afgegeven geldig rijbewijs voor het besturen van een
motorrijtuig van de aard als door hem bestuurd;

althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
kenteken [kentekennummer]), daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, de
[adres 2] Noord en [adres 3], en toen daar niet op eerste vordering van de opsporingsambtenaar,
agent van politie
[agent 2], aspirant agent van politie bij KPCN,
een rijbewijs behoorlijk ter inzage heeft afgegeven;

Feit 8:

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
kenteken [kentekennummer]), daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, de
[adres 2] en [adres 3],
zonderdat de Wettelijke Aansprakelijkheid, waartoe dat
motorrijtuig in het verkeer aanleiding kon geven, gedekt was door een verzekeringsovereenkomst welke beantwoordde aan de bij en krachtens de Wet
Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen BES gestelde bepalingen;
althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
kenteken [kentekennummer], daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, de
[adres 2] en [adres 3], en niet op eerste vordering van de opsporingsambtenaar,
[agent 2],
aspirant agent van politie bij KPCN, een bewijs dat de
wettelijke aansprakelijkheid door een verzekeringsovereenkomst gedekt
wordt behoorlijk ter inzage heeft afgegeven.
Voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht – op grond van de hierna aan dit vonnis toe te voegen aanvulling bevattende de bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd – wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 primair, 6, 7 primair en 8 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande:

Feit 1

dat hij op of omstreeks 21 mei 2019,

te
Bonaire,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening -
in/uit een
woning,
gelegen
op/aan de
[plaats van delict 1], - alwaar de verdachte en
/ofzijn
mededader
(s)zich buiten weten
of tegen de wilvan de rechthebbende
bevond
(en
)- heeft weggenomen meerdere
goederen waaronder geld (60
dollar), een zilverkleurige laptop Macbook, een ipad van het merkAamazone
en een videocamera Nest Home,
in elk geval enig(e) goed(eren),geheel
of ten
deletoebehorende aan
[benadeelde 2]en/of [benadeelde 1] (namens de
eigenaar(s)), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/ of
zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte en
/ ofzijn mededader
(s), zich de
toegang tot die woning
heeft/hebben verschaft
en/of die/dat goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor
de deur van die woning
teverbreken/forceren/vernielen,
in elk geval door middel van braak en/ of
verbreking en/ of inklimming;

Feit2

dat hij op of omstreeks 27 mei 2019,

te
Bonaire,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening -
in/uit een
woning,
gelegen
op/aan de
[plaats van delict 2], - alwaar de verdachte en
/ ofzijn
mededader
(s)zich buiten weten
of tegen de wilvan de rechthebbende
bevond
(en
)- heeft weggenomen meerdere
goederen waaronder geld (80
dollar), een grijskleurige laptop van HP/Elitebook 840 G3, een blauwe
rugtas van het merk Patagonia, drie paspoorten en een kluis,
in elk geval
enig(e) goed(eren),geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde 3] en\of[benadeelde 4] en/of[benadeelde 5]en/of [benadeelde 6] (namens de eigenaar(s)), in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte en
/ ofzijn mededader
(s), zich de toegang tot die
woning
heeft/hebben verschaft en
/ofdie
/datgoed
(eren
)onder
zijn/hun
bereik
heeft/hebben gebracht
doorde deur van die woning te
verbreken/forceren/vernielen, in elk gevaldoor middel van
braak en/of
verbreking en/ ofinklimming;

Feit 3

dat hij op of omstreeks 12 juni 2019,

te
Bonaire,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening -
in/uit een
woning,
gelegen
op/aan de
[plaats van delict 3], - alwaar de
verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich buiten weten
of tegen de wilvan de
rechthebbende bevond
(en
)- heeft weggenomen meerdere
goederen
waaronder een donkergrijze kluis, 2 paspoorten, een portemonnee, een bril
hoes, een iPphone 6SE met oplader, een gouden halsketting, een gouden
ring, een laptop Macbook met oplader, geld (440 dollar) en een tas,
in elk
geval enig(e) goed(eren),geheel
of ten deletoebehorende aan
[benadeelde 7]
en
/of[benadeelde 8]en/of [benadeelde 9], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte
en
/ofzijn mededader
(s), zich de toegang tot die woning
heeft/hebben
verschaft
en/of die/dat goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben
gebrachtdoor
de deur van die woning teverbreken/forceren/vernielen, in
elk geval door middel van braak en/ of verbreking en/of inklimming;

Feit 4

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor bet openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk, zonder in het bezit te zijn van een
op zijn naam door of vanwege de gezaghebber afgegeven geldig rijbewijs
voor het besturen van een motorrijtuig van de aard als door hem bestuurd;

althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

teBonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,in het centrumgebied te Kralendijk, en toen daar niet op eerste
vordering van de opsporingsambtenaar, agent van politie[agent 1],
agent van politie bij KPCN, een rijbewijs behoorlijk ter inzage heeft
afgegeven;

Feit 5:

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk,
zonderdat de Wettelijke
Aansprakelijkheid, waartoe dat motorrijtuig in het verkeer aanleiding kon
geven, gedekt was door een verzekeringsovereenkomst welke beantwoordde
aan de bij en krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen
BES gestelde bepalingen;

althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

teBonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,in het centrumgebied te Kralendijk, en niet op eerste vordering van de
opsporingsambtenaar,[agent 1], agent van politie bij KPCN, een
bewijs dat de wettelijke aansprakelijkheid door een
verzekeringsovereenkomst gedekt wordt behoorlijk ter inzage heeft
afgegeven;

Feit 6:

dat hij op of omstreeks 12 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(grijze BMW model 515i), daarmede
heeft gereden over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande
weg,
in het centrumgebied te Kralendijk,
terwijl aan de
voor- en achterzijdevan bedoeld motorrijtuig geen kenteken was
aangebracht op een duidelijk waarneembare wijze in nagenoeg horizontale en
vaste stand, immers er was helemaal geen kenteken aan de
voor- en achterzijde
van dat motorrijtuig aangebracht;

Feit 7:

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
[kentekennummer]), daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, de
[adres 2] en [adres 3], zonder in het bezit te zijn van een op zijn naam door of vanwege
de gezaghebber afgegeven geldig rijbewijs voor het besturen van een
motorrijtuig van de aard als door hem bestuurd;

althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

teBonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
kenteken [kentekennummer]), daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, de[adres 2] en [adres 3], en toen daar niet op eerste vordering van de opsporingsambtenaar,
agent van politie[agent 2], aspirant agent van politie bij KPCN,
een rijbewijs behoorlijk ter inzage heeft afgegeven;

Feit 8:

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

te
Bonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig
(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
kenteken [kentekennummer]), daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, de
[adres 2] en [adres 3],
zonderdat de Wettelijke Aansprakelijkheid, waartoe dat
motorrijtuig in het verkeer aanleiding kon geven, gedekt was door een verzekeringsovereenkomst welke beantwoordde aan de bij en krachtens de Wet
Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen BES gestelde bepalingen;
althans, subsidiair;

dat hij op of omstreeks 13 mei 2019,

teBonaire,
als bestuurder van een motorrijtuig(lichtblauwe Toyota Vitz, voorzien van
kenteken B-5371), daarmede heeft gereden over de voor het openbaar rij- of
ander verkeer openstaande weg, [adres 2]en [adres 3], en niet op eerste vordering van de opsporingsambtenaar,
[agent 2],aspirant agent van politie bij KPCN, een bewijs dat de
wettelijke aansprakelijkheid door een verzekeringsovereenkomst gedekt
wordt behoorlijk ter inzage heeft afgegeven.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, omdat niet met voldoende zekerheid kan worden gesteld dat de verdachte bij de diefstal met braak betrokken is geweest. De herkenning van de verdachte op de camerabeelden door de verbalisant [verbalisant 1] moet als niet betrouwbaar ter zijde worden gesteld. De verbalisant heeft immers bij de herkenning geen onderscheidende gezichtskenmerken van de verdachte genoemd. Dit terwijl de gezichtsherkenning de hoogste diagnostische waarde heeft, aldus de raadsman.
Het Gerecht verwerpt dit verweer op grond van de volgende overweging.
De herkenning van een persoon op camerabeelden kan plaatsvinden op basis van onder meer diens gezicht, postuur, houding en manier van bewegen. Het feit dat de gezichtsherkenning daarvan de hoogste diagnostische waarde heeft, doet niet af aan de diagnostische waarde van de overige herkenningselementen. De herkenning door [verbalisant 1] van verdachte aan zijn loop, postuur en de manier waarop hij met zijn beide armen van zijn bovenlichaam loopt, wordt derhalve als betrouwbaar geacht. Het Gerecht betrekt bij dat oordeel dat [verbalisant 1] voorafgaand aan die herkenning met verdachte bekend was. Hij zag hem immers dagelijks en was bekend met zijn manier van lopen. Hierbij komt dat de verdachte kort na de diefstal belt met de medeverdachte [medeverdachte] Zijn telefoon straalt daarbij niet de zendmasten in de buurt van [naam wijk 1] aan – hij was volgens zijn verklaring ter terechtzitting domino aan het spelen in de buurt van [naam wijk 1] -, maar de twee zendmasten waartussen de woning gelegen aan de [plaats van delict 1] zich bevindt. Ongeveer veertig minuten na de diefstal en vervolgens de herkenning van de verdachte op de camerabeelden, rijdt de verbalisant [verbalisant 1] naar [rijroute] waar hij de verdachte samen met anderen onder een boom ziet. De verdachte dook bij het zien van de politie weg. Deze feiten en omstandigheden schreeuwen om een (aannemelijke) verklaring en van de zijde van de verdachte is die verklaring echter uitgebleven. Alle voornoemde feiten en omstandigheden in samenhang bezien maken dat het Gerecht wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met braak heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 2
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Ook hierbij heeft hij aangevoerd dat niet met voldoende zekerheid kan worden gesteld dat de verdachte bij de diefstal met braak betrokken is geweest. De herkenning van de verdachte op de camerabeelden door de verbalisant [verbalisant 2] moet als niet betrouwbaar ter zijde worden gesteld. De verbalisant heeft immers bij de herkenning geen onderscheidende gezichtskenmerken van de verdachte genoemd. Dit terwijl de gezichtsherkenning de hoogste diagnostische waarde heeft, aldus de raadsman.
Het Gerecht verwerpt het verweer op grond van de volgende overweging.
Ook hierbij geldt dat de herkenning van een persoon op camerabeelden kan plaatsvinden op basis van onder meer diens gezicht, postuur, houding en manier van bewegen. Het feit dat de gezichtsherkenning daarvan de hoogste diagnostische waarde heeft, doet niet af aan de diagnostische waarde van de overige herkenningselementen. De herkenning door [verbalisant 2] van verdachte aan zijn postuur, wordt derhalve als betrouwbaar geacht. Het Gerecht betrekt bij dat oordeel dat [verbalisant 2] voorafgaand aan die herkenning met verdachte bekend was. [verbalisant 2] is immers betrokken geweest bij verschillende strafonderzoeken, waarin de verdachte als verdachte was aangemerkt. Hierbij komt dat uit de historische telefoongegevens is gebleken dat de telefoon van de verdachte, kort na de overval [plaats van delict 2], de zendmast van [naam wijk 2] meerdere malen heeft aangeslagen. Ook in dit geval heeft de verdachte geen (aannemelijke) verklaring kunnen geven voor de feiten en omstandigheden, terwijl deze schreeuwen om een verklaring. Het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met braak kan derhalve wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van feit 3
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, omdat uit niets blijkt dat de verdachte betrokken is geweest bij de diefstal met braak te [plaats van delict 3]. De Toyota Vitz waarin de gestolen spullen werden aangetroffen, werd op de bewuste dag door de verdachte uitgeleend aan ene [naam 1], aldus de raadsman.
Het Gerecht verwerpt dit verweer op grond van de volgende overweging.
Op 12 juni 2019 vond er een achtervolging, gevolgd door een aanrijding plaats, waarna de inzittenden te voet waren weggevlucht. In de hierna inbeslaggenomen Toyota Vitz werden spullen afkomstig van de diefstal uit de woning gelegen aan de [plaats van delict 3] aangetroffen. De verklaring van de verdachte dat hij de Toyota Vitz aan ene [naam 1] had uitgeleend wordt als ongeloofwaardig ter zijde gesteld. Het dossier biedt immers geen aanwijzing voor het bestaan van die [naam 1]. Hier komt nog bij dat de verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het aantreffen van een T-shirt met zijn DNA-sporen op de vluchtroute en het aanstralen van zijn telefoon van de zendmasten in de omgeving van de woninginbraak. Dat laatste, terwijl hij zich volgens zijn verklaring ten tijde van het ongeluk, te [plaats] zou hebben bevonden. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband bezien, kan het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met braak wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 324 juncto artikel 324a van het Wetboek van Strafrecht BES. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
diefstal in een woning, bij een ander in gebruik, door iemand die zich aldaar buiten weten van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 324 juncto artikel 324a van het Wetboek van Strafrecht BES. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
diefstal in een woning, bij een ander in gebruik, door iemand die zich aldaar buiten weten van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 324 juncto artikel 324a van het Wetboek van Strafrecht BES. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
diefstal in een woning, bij een ander in gebruik, door iemand die zich aldaar buiten weten van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 4 primair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 87 juncto artikel 119 van de Wegenverkeersverordening Bonaire. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
handelen in strijd met artikel 87, eerste lid van de Wegenverkeersverordening Bonaire.
Het onder 5 primair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2 juncto artikel 22 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
als bestuurder van een motorrijtuig daarmee over de weg rijden, terwijl niet is voldaan aan de verplichting tot het sluiten van een verzekering die voldoet aan de bij en krachtens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES gestelde bepalingen.
Het onder 6 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 80 juncto artikel 119 van de Wegenverkeersverordening Bonaire. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
als bestuurder van een motorrijtuig op de openbare weg optreden terwijl aan de voor- en achterzijde van bedoeld motorrijtuig geen kenteken was aangebracht.
Het onder 7 primair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 87 juncto artikel 119 van de Wegenverkeersverordening Bonaire. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
handelen in strijd met artikel 87, eerste lid van de Wegenverkeersverordening Bonaire.
Het onder 8 primair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2 juncto artikel 22 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
als bestuurder van een motorrijtuig daarmee over de weg rijden, terwijl niet is voldaan aan de verplichting tot het sluiten van een verzekering die voldoet aan de bij en krachtens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES gestelde bepalingen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich in de korte periode van mei tot en met juni 2019 schuldig gemaakt aan maar liefst drie woninginbraken. Woninginbraken hebben een grote impact op de slachtoffers. Naast de materiële schade lopen de slachtoffers vaak ook immateriële schade op. Woninginbraken zorgen voor gevoelens van onveiligheid bij hen. De woning is namelijk bij uitstek de plaats waar men zich veilig moet kunnen voelen. Het Gerecht neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij dit veiligheidsgevoel met zijn handelen heeft aangetast.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan een reeks verkeersovertredingen.
Bij de oplegging van de straf houdt het Gerecht rekening met het feit dat de verdachte reeds eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Het Gerecht houdt hiernaast ook rekening met het feit dat de verdachte ter terechtzitting op geen enkele wijze heeft getoond dat hij het laakbare van zijn handelen inziet.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat na te melden straf passend en geboden is.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich namens de eigenaars van de woning gelegen te [plaats van delict 1] in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt $ 1.486,63.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard wegens het ontbreken van een schriftelijke volmacht.
Ingevolge artikel 376 van het Wetboek van strafvordering kan de benadeelde partij zich doen vertegenwoordigen door een daartoe bij bijzondere volmacht schriftelijk gemachtigde. Nu [benadeelde 1] niet over een schriftelijke volmacht beschikt, kan hij niet in de vordering worden ontvangen. De eigenaars van de woning gelegen te [plaats van delict 1] kunnen desgewenst een vordering bij de burgerlijke rechter instellen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27, 28, 59 en 64 van het Wetboek van Strafrecht BES, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 primair, 6, 7 primair en 8 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
drie (3) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een geldboete van
US$ 115,00 (zegge: honderdvijftien US dollar), subsidiair
twee (2) dagen hechtenis;
veroordeelt de verdachte tot een geldboete van
US$ 225,-- (zegge: tweehonderdvijfentwintig US dollar), subsidiair
vier (4) dagen hechtenis;
veroordeelt de verdachte tot een geldboete van
US$ 50,-- (zegge: vijftig US dollar), subsidiair
één (1) dag hechtenis;
veroordeelt de verdachte tot een geldboete van
US$ 115,00 (zegge: honderdvijftien US dollar), subsidiair
twee (2) dagen hechtenis;
veroordeelt de verdachte tot een geldboete van
US$ 225,-- (zegge: tweehonderdvijfentwintig US dollar), subsidiair
vier (4) dagen hechtenis;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M.J. de Kort, bijgestaan door mr. M.D.M. Connor, (zittingsgriffier), en op 5 november 2019 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao met een directe beeld- en geluidsverbinding met het Gerechtsgebouw op Bonaire.