ECLI:NL:OGEABES:2019:60

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 augustus 2019
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
400.00155/19
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.J. de Kort
  • M.D.M. Connor
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van invoer van marihuana en voorhanden hebben van munitie op Bonaire

Op 15 augustus 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1975, die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van marihuana en het voorhanden hebben van munitie. De zaak werd behandeld in tegenspraak, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.T.C. Nicolaas. De officier van justitie, mr. M.A. Boheur, eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen munitie en de verbeurdverklaring van de boot die bij de feiten betrokken was.

De tenlastelegging omvatte twee feiten: het opzettelijk invoeren van ongeveer 12,713 kilogram marihuana en het voorhanden hebben van 200 scherpe patronen (kaliber 9mm). De verdachte werd beschuldigd van het samen met anderen uitvoeren van deze feiten op 22 en 23 april 2019 op Bonaire. Tijdens de zitting werd door de raadsman vrijspraak bepleit, maar het Gerecht oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten.

Het Gerecht overwoog dat de verdachte als kapitein van de betrokken boot nauw samenwerkte met medeverdachten en dat zijn bijdrage aan de invoer van marihuana van voldoende gewicht was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en de in beslag genomen munitie werd onttrokken aan het verkeer. De boot en de bijbehorende sleutels werden verbeurd verklaard. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

Parketnummer: 400.00155/19

Uitspraak: 15 augustus 2019 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1975 op [geboorteplaats]
wonende op [woonplaats, [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 25 juli 2019. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.T.C. Nicolaas, advocaat op Bonaire.
De officier van justitie, mr. M.A. Boheur, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen munitie en de verbeurdverklaring van de boot [naam boot] en de bijbehorende sleutels.
De raadsman heeft primair bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair ten laste gelegde en subsidiair heeft hij een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
Feit 1
Primair
dat hij, in of omstreeks de periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen, al dan niet opzettelijk heeft ingevoerd en/of doorgevoerd in de zin van
artikel 1 lid 2 van de Opiumwet 1960 BES en/ of artikel 1 lid 3 Opiumwet 1960
BES, in ieder geval in zijn/hun bezit en/of aanwezig heeft/hebben gehad
(ongeveer) 12,713 kilogram marihuana, althans een hoeveelheid marihuana,
althans een hoeveelheid hennep en/of hasjiesj en/of marihuana en/of
cannabis, althans van enige gebruikelijke bereiding, waaraan de hars die uit
hennep wordt getrokken, ten grondslag ligt, zijnde (een) middel(len) als
bedoeld in artikel 1 Opiumwet 1960 BES;
Subsidiair
dat medeverdachte(n), [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3], in of omstreeks de periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, al dan niet opzettelijk heeft/hebben ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht,
afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in de zin van artikel 1 lid 2 van de
Opiumwet 1960 BES en/of artikel 1 lid 3 Opiumwet 1960 BES, in ieder geval
in zijn bezit en/of aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van 12,713
kilo marihuana, althans een hoeveelheid marihuana, althans een hoeveelheid
hennep en/ of hasjiesj en/ of marihuana en/of cannabis, althans van enige
gebruikelijke bereiding, waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken, ten
grondslag ligt, zijnde (een) middel(len) als bedoeld in artikel 1 Opiumwet
1960 BES
bij het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte opzettelijk
behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit verdachte
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
door opzettelijk:
- Met een boot voornoemde medeverdacht (en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op te halen op zee en naar het vaste land
van Bonaire te varen, althans af te zetten in/ nabij de mangroves bij [naam baai] te Bonaire;
Feit 2
Primair
dat hij, in of omstreeks de periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen, voorhanden heeft gehad 200 (tweehonderd) scherpe patronen (kaliber
9mm), in elk geval één of meer scherpe patro(o)nen (kaliber 9mm), zijnde
munitie in de zin van de Vuurwapenwet BES;
Subsidiair
dat medeverdachte(n), [medeverdachte 1] /of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3], in of omstreeks de periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, al dan niet opzettelijk in zijn/hun bezit en/of aanwezig
heeft/hebben gehad 200 (tweehonderd) scherpe patronen (kaliber 9mm), in
elk geval een of meer scherpe patro(o)nen (kaliber 9mm), zijnde munitie in
de zin van de Vuurwapenwet BES
bij het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte opzettelijk
behulpzaam is geweest en/ of tot het plegen van welk feit verdachte
opzettelijk gelegenheid en/ of middelen en/ of inlichtingen heeft verschaft,
door opzettelijk:
Met een boot voornoemde medeverdacht(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [[medeverdachte 3] op te halen op zee en naar het vaste land
van Bonaire te varen, althans af te zetten in/nabij de mangroves bij [naam baai] te Bonaire.
Voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna aan dit vonnis toe te voegen aanvulling bevattende de bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande:
Feit 1
Primair
dat hij, in
of omstreeksde periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans
alleen, al dan nietopzettelijk heeft ingevoerd
en/of doorgevoerdin de zin van
artikel 1 lid 2 van de Opiumwet 1960 BES
en/ of artikel 1 lid 3 Opiumwet 1960
BES, in ieder geval in zijn/hun bezit en/of aanwezig heeft/hebben gehad
(ongeveer)12,713 kilogram
(marihuana
), althans een hoeveelheid marihuana,
althans een hoeveelheidhennep
en/of hasjiesj en/of marihuana en/of
cannabis, althans van enige gebruikelijke bereiding, waaraan de hars die uit
hennep wordt getrokken, ten grondslag ligt, zijnde
(een
)middel
(len)als
bedoeld in artikel 1 Opiumwet 1960 BES;
Subsidiair
dat medeverdachte(n),[medeverdachte 1]
en/of[medeverdachte 2]
en/of[medeverdachte 3]
, in of omstreeks de periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, al dan niet opzettelijk heeft/hebben ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of heeft/hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht,
afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in de zin van artikel 1 lid 2 van de
Opiumwet 1960 BES en/of artikel 1 lid 3 Opiumwet 1960 BES, in ieder geval
in zijn bezit en/of aanwezig heeft/hebben gehad een hoeveelheid van 12,713
kilo marihuana, althans een hoeveelheid marihuana, althans een hoeveelheid
hennep en/ of hasjiesj en/ of marihuana en/of cannabis, althans van enige
gebruikelijke bereiding, waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken, ten
grondslag ligt, zijnde (een) middel(len) als bedoeld in artikel 1 Opiumwet
1960 BES
bij het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte opzettelijk
behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk feit verdachte
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
door opzettelijk:
- Met een boot voornoemde medeverdacht(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/ of [medeverdachte 3] op te halen op zee en naar het vaste land

van Bonaire te varen, althans af te zetten in/ nabij de mangroves bij [naam baai] te Bonaire;

Feit 2
Primair
dat hij, in
of omstreeksde periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans
alleen, voorhanden heeft gehad 200 (tweehonderd) scherpe patronen (kaliber
9mm)
, in elk geval één of meer scherpe patro(o)nen (kaliber 9mm), zijnde
munitie in de zin van de Vuurwapenwet BES;
Subsidiair
dat medeverdachte(n), [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of O.F. [medeverdachte 3], in of omstreeks de periode van 22 tot en met 23 april 2019, op het
eiland Bonaire, al dan niet opzettelijk in zijn/hun bezit en/of aanwezig
heeft/hebben gehad 200 (tweehonderd) scherpe patronen (kaliber 9mm), in
elk geval een of meer scherpe patro(o)nen (kaliber 9mm), zijnde munitie in
de zin van de Vuurwapenwet BES
bij het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte opzettelijk
behulpzaam is geweest en/ of tot het plegen van welk feit verdachte
opzettelijk gelegenheid en/ of middelen en/ of inlichtingen heeft verschaft,
door opzettelijk:
Met een boot voornoemde medeverdacht(en) [medeverdachte 1] en/of J.E. [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op te halen op zee en naar het vaste land
van Bonaire te varen, althans af te zetten in/nabij de mangroves bij [naam baai
]te Bonaire.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1primair en 2 primair
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de invoer van marihuana en het voorhanden hebben van munitie. Het vaartuig [naam boot] kon onmogelijk één van de verdachte vaartuigen die door de Kustwacht was gesignaleerd zijn geweest. De verdachte was immers in de middag van 22 april 2019 met de [naam boot] uit [plaatsnaam] vertrokken en meerde deze vervolgens bij aankomst in de avonduren af bij [naam wijk] met enkel en alleen de bedoeling om er de volgende dag daarmee te gaan vissen. De eigenaar van de boot was hem daarna, zoals eerder op die dag afgesproken, met zijn pick-up bij de [naam wijk] komen ophalen. De verdachte is op geen enkel moment met de [naam boot] op de grens met de territoriale wateren geweest, aldus de raadsman.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Op grond van de zich in het dossier bevindende stukken, stelt het Gerecht de volgende feiten en omstandigheden vast.
  • Op 22 april 2019 is de verdachte de kapitein van het vaartuig [naam boot] geweest;
  • Op 22 april 2019 omstreeks 21:00 uur werd de assistentie van de opsporingsambtenaren van de Koninklijke Marechaussee verzocht in verband met twee verdachte vaartuigen die door op de radar werden gesignaleerd. De twee vaartuigen bevonden zich op dat moment in Bonairiaanse wateren.
  • De politie herkende het vaartuig dat in de richting van [naam wijk] door RCC gespot werd als hetzelfde vaartuig dat zij bij de mangroven in [naam baai] hadden gezien. Het betrof het vaartuig [naam boot];
  • Op 22 april 2019, reeds omstreeks 19:57 uur vond een overdracht plaats tussen de [naam boot] en het tweede vaartuig. Na de overdracht begaf [naam boot] zich, nu met vier opvarenden richting [naam wijk], maar veranderde van richting bij het zien van de politie patrouille aan wal. De [naam boot] voer vervolgens richting de mangroven in de [naam baai]
  • [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] moesten, toen de politie aan wal werd gezien, van de kapitein van boord gaan;
  • Op 22 april 2019 omstreeks 22:08 stapten de medeverdachten [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] uit het vaartuig en begaven zich richting de mangroven om zich daar te verschuilen. Het vaartuig voer daarna verder richting [naam wijk];
  • Omstreeks 22:17uur, kort nadat de drie medeverdachten met de contrabande bij de mangroven van boord waren gegaan, meert de [naam boot] af bij de [naam wijk]. Vervolgens werd gezien dat twee personen de kapitein van de [naam boot] helpen met het afmeren en het wegdragen van een box. Deze box werd vervolgens door de drie personen in een pick-up geladen. Daarna reden de drie personen met de pick-up weg. De drie personen leken haast te hebben;
  • Op 22 april 2019 omstreeks 22:30 uur, kort nadat werd gezien dat een box vanuit de [naam boot] door drie personen in een pick-up werd geladen, werd de pick-up toebehorende aan de verdachte ter controle door de politie gestopt. De verdachte bevond zich op dat moment samen met nog twee andere personen, waaronder de eigenaar van de [naam boot], in de pick-up;
  • De medeverdachten [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] werden op 23 april 2019 omstreeks 00:40 uur aangehouden in de mangroven. Niet ver van de medeverdachten vandaan werden twee balen inhoudende marihuana, een heuptasje inhoudende munitie en een opbergtas inhoudende een GPS aangetroffen en in beslag genomen.
Het Gerecht leidt uit voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband bezien af dat de verdachte op de bewuste dag als kapitein van de [naam boot] zo nauw en bewust heeft samengewerkt met de medeverdachten [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3], dat sprake is van het door hem medeplegen van de invoer van marihuana. De bijdrage van de verdachte aan dat delict was daarbij van voldoende gewicht: hij was als kapitein van de [naam boot] betrokken bij de illegale overdracht op zee en de verdere afhandeling, te weten het na die overdracht vervoeren en het aan land brengen van de medeverdachten en de illegale goederen. Het verhaal over het afmeren van de [naam boot] te [naam wijk] in verband met het plan om de volgende dag te gaan vissen, vindt geen bevestiging in objectieve gegevens. Die verklaring wordt dan ook, gelet op al het voorgaande, als ongeloofwaardig ter zijde gesteld.
Het voorhanden hebben van munitie
Het Gerecht leidt uit de verklaring van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] – namelijk dat zij bij het aan boord gaan in Venezuela niet op de hoogte waren van het feit dat er ook munitie zou worden meegevoerd– af dat het oorspronkelijk de bedoeling was om enkel en alleen marihuana in te voeren. Uit niets blijkt dat de verdachte op voorhand wist of had moeten weten dat ook munitie zou worden meegevoerd. Echter nu het een feit van algemene bekendheid is dat met boten vanuit het buitenland, waaronder Venezuela, naast illegale personen en verdovende middelen ook munitie wordt overgevaren naar Bonaire, heeft de verdachte op zijn minst voorwaardelijk opzet gehad op het medeplegen van het voorhanden hebben van de aangetroffen en in beslag genomen munitie.
Gelet op het voorgaande kan het tenlastegelegde medeplegen van de invoer van marihuana en het voorhanden hebben van munitie wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Het Gerecht verwerpt derhalve het verweer van de raadsman.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde is voorzien bij artikel 4, eerste lid, aanhef, onder A, van de Opiumwet 1960 BES en strafbaar gesteld in artikel 11, tweede lid, van die wet, juncto artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht BES.
Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid, onder A van de Opiumwet 1960 BES.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde is voorzien bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenwet BES en strafbaar gesteld in artikel 11 van die wet.
Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van een overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenwet, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf en/of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan de invoer van maar liefst 12,713 kilogram marihuana, oftewel hennep in de zin van de wet. Dat die invoer uiteindelijk is mislukt, is uitsluitend te danken aan het adequate handelen van de daartoe bevoegde autoriteiten. De ingevoerde partij hennep was qua hoeveelheid geschikt (en zonder twijfel ook bestemd) voor verdere verspreiding en handel. Het gebruik ervan is bezwarend voor de samenleving, onder andere vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit door verslaafden.
De verdachte heeft zich voorts samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van maar liefst tweehonderd scherpe patronen. De illegale handel in munitie is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uitgaat voor de samenleving. Het is algemeen bekend dat er op Bonaire steeds meer overlast is van illegaal vuurwapenbezit. Daarom moet net zoals tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens ook tegen het onbevoegd voorhanden hebben van munitie streng worden opgetreden.
Bij de bepaling van de straf houdt het Gerecht rekening met de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Het Gerecht houdt voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit de over hem opgemaakte rapportage, alsmede het feit dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Alles afwegende acht het Gerecht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De munitie
De in beslag genomen munitie is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Met betrekking tot deze voorwerpen is het onder 2 primair bewezen verklaarde begaan. Het ongecontroleerde bezit van de voorwerpen is bovendien in strijd met de wet en het algemeen belang. Het Gerecht zal de voorwerpen daarom onttrekken aan het verkeer.
De boot [naam boot] en de bijbehorende sleutels
Op grond van artikel 35 lid 1 onder c van het Wetboek van Strafrecht BES zijn vatbaar voor verbeurdverklaring voorwerpen met behulp waarvan het feit is begaan. Ingevolge het tweede lid, kunnen voorwerpen die niet aan de veroordeelde toebehoren alleen verbeurd worden verklaard indien degene aan wie het voorwerp toebehoort bekend was met het feit dat het voorwerp werd gebruikt voor het plegen van een strafbaar feit of had kunnen vermoeden dat het voorwerp voor het plegen van een strafbaar feit werd gebruikt. In casu is de eigenaar van de [naam boot] [naam eigenaar boot] kwam in de late avonduren, kort nadat met zijn boot drie personen met contrabande bij de mangroven in de [naam baai] werden afgezet, de kapitein van de [naam boot], met name de verdachte, in diens pick-up ophalen bij de haven van [naam wijk]. Hierbij komt dat [naam eigenaar boot] op 22 april 2019, dezelfde dag van de illegale overdracht, telefonisch contact heeft gehad met één van de smokkelaars, met name de verdachte [medeverdachte 1]. Ten aanzien van de in zijn telefoon aangetroffen foto van de [naam boot] verklaart [medeverdachte 1] dat [naam eigenaar boot] die naar hem had gestuurd met het verzoek om die in Venezuela te tonen aan de eigenaar van de drugs. Het Gerecht leidt uit voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband bezien af dat [naam eigenaar boot] bij het uitlenen van zijn boot aan de verdachte wist of op zijn minst had kunnen vermoeden dat zijn boot werd gebruikt voor het plegen van een strafbaar feit. De [naam boot] en de bijbehorende sleutels zullen derhalve verbeurd worden verklaard.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 17a, 17b, 17c, 35, 38b, 38c, 38d en 59 van het Wetboek van Strafrecht BES, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vierentwintig (24) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf een gedeelte, groot
zes (6) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, van
drie (3) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
verklaart verbeurd de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven boot [naam boot] en de bijbehorende sleutels;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen munitie;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M.J. de Kort, bijgestaan door mr. M.D.M. Connor, (zittingsgriffier), en op 15 augustus 2019 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao met een directe beeld- en geluidsverbinding met het Gerechtsgebouw op Bonaire.
uitspraakgriffier: