In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de curator van de Bonaire Petroleum Corporation N.V. en Commerchamp S.A. De curator vorderde toestemming om de olie van Commerchamp executoriaal te verkopen ter voldoening van een retentieclaim op een zustervennootschap, PPSA. Het gerecht oordeelde dat het bevoegd was om van het geschil kennis te nemen en dat de curator een spoedeisend belang had bij zijn vorderingen. De curator mocht de olie uitwinnen, mits de opbrengst op een neutrale rekening werd gestort totdat er onherroepelijk was beslist op de onderliggende vordering. De vordering in reconventie van Commerchamp tot afgifte van de olie werd afgewezen, omdat er onvoldoende verband was tussen de vordering van de curator en de olie van Commerchamp. Het gerecht oordeelde dat de curator zijn retentierecht kon uitoefenen op de olie, die onder de bewaarnemingsovereenkomst tussen PPSA en Bopec was opgeslagen. De curator had voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een spoedeisend belang had bij de executoriale verkoop van de olie, gezien de opslagkosten en de noodzaak om tank 1933 leeg te maken. De opbrengst van de veiling moet op een derdengeldenrekening worden gestort totdat er een definitieve uitspraak is gedaan over de bevoegdheid van de curator om zijn vordering te verhalen op de opbrengst van de olie.