Uitspraak
Parketnummer: 400.00198/22
Vonnis van dit Gerecht
[verdachte],
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze strafzaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het opzettelijk aanwezig hebben van 1622.4 kilogram marihuana in internationaal water op 8 augustus 2022. De zaak kwam voort uit een interceptie door de Kustwacht Caribisch Gebied, waarbij de verdachte op een go-fast werd aangetroffen. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de Kustwacht niet bevoegd zou zijn geweest om buiten de (ei)landsgrenzen van Bonaire, Curaçao en Aruba te opereren. Het Gerecht verwierp dit verweer, oordelend dat de interceptie in internationaal water plaatsvond.
De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet 1960 BES. De verdediging stelde dat er geen verdovende middelen aan boord waren aangetroffen en dat de verdachte geen rol had gespeeld in het transport. Het Gerecht oordeelde echter dat er voldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk aanwezig was geweest bij de grote hoeveelheid marihuana, die bestemd was voor de internationale handel. Het Gerecht legde de verdachte een gevangenisstraf van zes jaren op, rekening houdend met de ernst van het feit en de rol van de verdachte in het geheel. De uitspraak is gedaan in het openbaar, met een directe beeld- en geluidsverbinding naar Curaçao.