Op 4 oktober 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een zaak betreffende de plaatsing van een minderjarige, geboren in 2008, bij haar peettante in Nederland. Het verzoek werd ingediend door Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) op 13 september 2024, met als doel de minderjarige, die sinds november 2020 onder toezicht staat, een veilige en ontwikkelingsgerichte omgeving te bieden. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 september 2024 waren de betrokken partijen, waaronder de moeder en de peettante, aanwezig via videoverbinding. De minderjarige heeft voorafgaand aan de zitting met de rechter gesproken over haar situatie.
De rechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds haar ondertoezichtstelling in een residentie verblijft en dat een terugkeer naar haar moeder niet haalbaar is. ZJCN heeft een geschikte plek gevonden bij de peettante in Nederland, waar de minderjarige al enige tijd heeft gelogeerd en positief heeft ervaren. De rechter oordeelde dat de plaatsing bij de peettante wenselijk is en dat dit de minderjarige kansen biedt die zij momenteel niet heeft.
Daarnaast heeft ZJCN verzocht om de overdracht van de voogdij aan Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, aangezien de voogdij niet meer adequaat kan worden uitgeoefend na de verhuizing van de minderjarige. De rechter heeft deze verzoeken ingewilligd en de voogdij over de minderjarige overgedragen aan de jeugdzorginstelling, waarmee de belangen van de minderjarige voorop staan. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er zal een aantekening in het gezagsregister worden gemaakt.