ECLI:NL:OGEABES:2024:133

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
12 februari 2025
Zaaknummer
BON202400561
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over de overname en verkoop van de voormalige echtelijke woning tussen ex-echtelieden

In deze zaak, die op 23 december 2024 werd behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man, ex-echtelieden, over de overname van hun voormalige echtelijke woning. De vrouw, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.F. van Toll, vordert dat de man de woning overneemt of deze aan een derde verkoopt. De echtscheiding tussen partijen was uitgesproken op 27 maart 2024, waarbij een regeling was getroffen voor de omgang met hun twee minderjarige kinderen, die in de voormalige woning verbleven. De vrouw is van mening dat de man te lang wacht met het regelen van de overname en wil haar deel van de overwaarde van de woning snel in handen krijgen.

De man heeft in oktober 2024 een hypotheekaanvraag gedaan, maar er is onduidelijkheid over het bedrag en de status van deze aanvraag. De vrouw heeft aangegeven bereid te zijn de man tot februari 2025 de tijd te geven om de financiering te regelen, maar wil tegelijkertijd dat er een verkoopopdracht aan een makelaar wordt gegeven om geen tijd te verliezen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de man de woning kan overnemen, mits hij voor 1 februari 2025 een onvoorwaardelijke toezegging van de bank heeft voor de benodigde financiering. Als deze voorwaarde niet wordt vervuld, kan de vrouw de woning laten verkopen.

Het gerecht heeft ook bepaald dat de kosten van de makelaar door beide partijen gedeeld moeten worden en dat de man geen nieuwe huurovereenkomsten mag aangaan met betrekking tot de appartementen die tot het onroerend goed behoren. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer : BON202400561
Datum beslissing : 23 december 2024
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Bonaire,
eiseres
gemachtigde: mr. A.F. van Toll,
tegen
[gedaagde],
wonende te Bonaire,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties
  • de mondelinge behandeling van 16 december 2024, waar partijen zijn verschenen, de vrouw vergezeld door haar gemachtigde die mede aan de hand van door haar overgelegde spreekaantekeningen een toelichting op de vorderingen heeft gegeven.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 27 maart 2024 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Daarbij is als voorlopige voorziening met betrekking tot de omgang van partijen met hun twee nog minderjarige kinderen bepaald dat partijen om de week elkaar afwisselend in de voormalige echtelijke woning verblijven met de kinderen (‘birdnesting’). Partijen willen hiervan af. De regeling verloopt niet goed.
2.2.
De woning betreft een eigen woning van partijen op een erfpachtperceel. De man de woning overnemen en heeft daarvoor een hypotheekaanvraag gedaan bij de bank. De man heeft in oktober 2024 een hypotheekaanvraag gedaan bij de bank, maar voor welk bedrag is in de procedure niet duidelijk geworden. De man heeft aangegeven dat de bank 90 dagen nodig heeft om zijn aanvraag te beoordelen.
2.3.
De vrouw vindt het prima dat de woning door de man zal worden overgenomen, maar voor haar duurt het nu te lang. Zij vindt dat de man al te veel tijd heeft genomen om uit te zoeken of hij een overname kan financieren. Zij vindt het nodig dat zij nu snel haar deel van de overwaarde van de woning in handen krijgt zodat zij iets voor haarzelf kan kopen en daarmee de huidige ‘birdnesting’ kan worden beëindigd.
2.4.
Partijen zijn het erover eens dat voor de waarde van de woning van een door Sunbelt uitgevoerde taxatie van USD 575.000,00 moet worden uitgegaan. Ook zijn zij het erover eens dat daarmee, gelet op de nog openstaande hypothecaire lening van ongeveer USD 2350.000, sprake is van een overwaarde van ongeveer USD 235.000,00.

3.De vordering

3.1.
De vrouw vordert dat, bij vonnis, voor zover mogelijk bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
a. de man te veroordelen om binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis aan Sunbelt Realty te Bonaire de opdracht te geven tot verkoop van het recht van erfpacht tot 16 september 2024 op een perceel grond, gelegen te [plaats], Bonaire, kadastraal bekend als afdeling [kadastrale aanduiding] en het daarop gebouwde, zijnde de voormalige echtelijke woning, plaatselijk bekend als [adres];
b. de man te veroordelen om zich te houden aan de vraag- en laatprijs die deze makelaar zal bepalen en aan de overige aanwijzingen van deze makelaar;
c. de man te veroordelen om zijn medewerking te verlenen aan het opstellen van de verkoopovereenkomst en de notariële leveringsakte;
d. te bepalen dat – indien en voor zover de man niet zijn onvoorwaardelijke medewerking verleent aan de hiervoor genoemde verkoop en levering – dit vonnis in de plaats zal treden van de opdracht aan de makelaar en van de voor het sluiten van de koopovereenkomst en van het passeren van de akte van levering van zijn aandeel vereiste wilsverklaring(en), medewerking en handtekening(en) van de man en te bepalen dat dit vonnis en de aldus opgemaakte akte in de daartoe bestemde openbare registers kunnen worden ingeschreven;
e. de man te veroordelen de voormalige echtelijke woning te Bonaire te moeten verlaten uiterlijk op het moment dat de leveringsakte bij de notaris zal worden verleden, zulks onder verbeurte van een dwangsom van
USD 10.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat de man in gebreke zal blijven aan de bepaling in het in dezen te wijzen vonnis te voldoen;
f. de man te verbieden nog nieuwe huurovereenkomsten af te sluiten met betrekking tot de appartementen die tot het onroerend goed behoren, tenzij onder voorbehoud van beëindiging huurovereenkomst bij verkoop, zulks onder verbeurte van een dwangsom van USD 50.000,00 per keer dat de man in gebreke zal blijven aan de bepaling in het in dezen te wijzen vonnis te voldoen;
g. althans een in goede justitie te nemen beslissing te nemen;
h. kosten rechtens.
3.2.
De man voert verweer. Hij vindt dat hij nog tijd moet krijgen

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen volgt uit de omstandigheid dat partijen de huidige ‘birdnesting’ met de kinderen in de voormalige echtelijke woning willen beëindigen. Volgens de vrouw is daarvoor nodig dat deze woning of door de man wordt overgenomen of aan een derde wordt verkocht, zodat zij de haar aandeel in de woning dat daarmee vrijkomt kan gebruiken voor de aankoop van een woning voor zichzelf. Deze argumentatie wordt door het gerecht gevolgd waardoor van het spoedeisend belang zal worden uitgegaan.
4.2.
De man wil de woning overnemen en hij heeft daarvoor in oktober 2024 een hypotheekaanvraag gedaan bij de bank. Tijdens de mondelinge behandeling heeft hij een e-mail laten zien van de bank, waarin zijn aanvraag in oktober is bevestigd, overigens zonder dat daaruit blijkt voor welk bedrag en waarover de man ook tijdens de mondelinge behandeling geen duidelijkheid kon geven. Volgens de man heeft de bank hem gezegd dat zijn aanvraag binnen negentig dagen wordt beoordeeld. Daarvan uitgaande zou daarover in februari 2025 duidelijkheid moeten zijn.
4.3.
De vrouw heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij bereid is om de man tot februari 2025 de tijd te geven voor het regelen van financiering, maar dat de makelaar intussen wel een verkoopopdracht moet krijgen om geen kostbare tijd te verliezen voor het geval de man de benodigde financiering niet kan krijgen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij aangegeven dat als de woning vóór 1 februari 2025 aan een derde verkocht zou worden, dat kan gebeuren onder de voorwaarde dat de man niet uiterlijk op 1 februari 2025 heeft aangegeven de woning over te nemen en daarvoor de financiering heeft geregeld.
4.4.
Niet tijdens de mondelinge behandeling besproken is dat met het hiervoor bedoelde voorbehoud er mogelijk kosten voor de makelaar worden gemaakt die later mogelijk onnodig zijn. Ter voorkoming daarvan zal de opdracht aan de makelaar niet eerder dan op 1 februari 2025 worden gegeven. Anders dan de vrouw heeft gevorderd, zal zij zelf de opdracht aan de makelaar kunnen geven. De kosten van de makelaar dienen partijen ieder voor de helft te dragen. Voor de laatprijs zal van de getaxeerde waarde worden uitgegaan. Voor de gevorderde medewerking van de man als hiervoor onder 3.1. sub c – d vermeld is nog geen aanleiding gebleken. Dit alles leidt tot de hierna volgende beslissing.

5.De beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding,
5.1.
bepaalt dat de man de woning zal kunnen overnemen waarbij van een waarde van USD 575.000,00 zal worden uitgegaan onder de voorwaarde dat hij uiterlijk voor 1 februari 2025 een onvoorwaardelijke toezegging heeft van bank dat aan hem de daarvoor benodigde financiering van USD 170.000,00 zal worden verleend,
5.2.
bepaalt dat bij niet vervulling van de hiervoor bedoelde voorwaarde, de vrouw aan Sunbelt Realty opdracht kan geven voor een verkoop van de woning voor ten minste USD 575.000,00,
5.3.
bepaalt dat de kosten van Sunbelt Realty door ieder van partijen voor de helft worden gedragen,
5.4.
verbiedt de man nog nieuwe huurovereenkomsten af te sluiten met betrekking tot de appartementen die tot het onroerend goed behoren, tenzij onder voorbehoud van beëindiging huurovereenkomst bij verkoop, zulks onder verbeurte van een dwangsom van USD 5.000,00 per keer dat de man in gebreke zal blijven aan dit verbod te voldoen,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 december 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.