In deze zaak heeft de Voogdijraad Caribisch Nederland op 13 juni 2024 een verzoek ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba om de moeder te ontheffen uit haar ouderlijk gezag over haar twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De kinderen staan sinds februari 2020 onder toezicht van ZJCN en zijn uit huis geplaatst. De moeder heeft in de afgelopen jaren niet de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de verzorging en opvoeding van de kinderen, en weigert medewerking te verlenen aan noodzakelijke hulpverlening. De vader, die momenteel gedetineerd is, en de moeder zijn het niet eens met het verzoek van de Voogdijraad, maar de rechter heeft ernstige zorgen over de ontwikkeling van de kinderen, vooral over [kind 1], die gedragsproblemen vertoont.
Tijdens de mondelinge behandelingen zijn zowel de ouders als de grootmoeder van de kinderen verschenen, en is er gesproken met de kinderen. De rechter heeft vastgesteld dat de moeder ongeschikt is om zelfstandig de opvoeding en verzorging van de kinderen uit te voeren. De Voogdijraad heeft in zijn rapportage aangegeven dat de situatie van de kinderen niet zal verbeteren zolang de moeder niet meewerkt aan de hulpverlening. De vader heeft recentelijk de kinderen erkend en zal naar verwachting eind december 2024 uit detentie komen, maar kan op dit moment geen gezag uitoefenen.
De rechter heeft besloten om de moeder te ontheffen uit het ouderlijk gezag en ZJCN als voogd over de kinderen te benoemen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de zaak is doorverwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling van het verzoek tot plaatsing van [kind 1] in het buitenland. Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman en uitgesproken op 12 december 2024.