A: Ik reed op 6 maart 2024 omstreeks 19.15 uur op mijn fiets in het centrum van Kralendijk. Er was een vrouwelijke politieagent die tegen ons zei dat we moesten blijven staan. De vrouw was alleen. Ze vroeg of we naar haar toe wilden komen. We zijn weggefietst en toen heb ik tegen haar gezegd 'Payaso'.
V: Waarom ben je weggefietst.
A: Omdat ik bang was mijn fiets kwijt te raken.
A: Toen ik bij Napa kwam zag ik weer een politieauto aankomen. Zij kwamen van de voorzijde. Ik ben toen afgeslagen en kwam op een zandweg terecht. Daarna kwam er van de voorzijde weer een politieauto aan. Ik ben omgedraaid en toen hoorde ik ‘staan blijven’. Ik heb mijn fiets op de grond gegooid en ben gaan rennen naar de supermarkt.
A: Toen ik de supermarkt binnenrende vroeg ik een man waar de wc was. Ik zag dat een politieman de supermarkt binnenkwam. Ik wilde met hem meegaan maar hij gaf mij direct een klap in mijn gezicht. Hij duwde mij naar achteren. Ik hoorde dat hij tegen een andere politieagent zei 'ga via die andere kant’. Ik liep toen op de andere politieagent af en die gaf mij een vuist in mijn gezicht. Ik ben op de grond gevallen en de politieagenten hebben mij omhoog getrokken. Op dat moment is mijn t-shirt kapot getrokken. Toen we naar de deur van de supermarkt liepen zag ik dat mijn ketting ook kapot was. Toen we naar buiten gingen kwam er allemaal andere politieagenten die mij ook sloegen.
O: Je loopt de supermarkt in en je vraagt waar je kan plassen. Je staat dan in de supermarkt en je ziet een politieagent binnen komen. Hoe ziet die politieagent eruit?
A: Hij was lang en had een lichte huidskleur. Het was wel een Antilliaan. Hij had zwart kort plat haar, dus geen krulletjes. Hij was in uniform. Hij heet [medeverdachte 1] volgens mij.
A; Ik krijg meteen een klap met de platte hand. Hij sloeg mij met zijn linkerhand tegen mijn rechteroor aan. ik voelde ook meteen pijn. Ik voel nu nog steeds een beetje pijn aan het oor. Het was ook opgezwollen.
V: En wat gebeurt er dan?
A: Ik schreeuwde iets maar weet niet meer wat. De politieagent bleef mij maar duwen In de richting van de achterzijde van de winkel. Ik hoorde dat hij tegen iemand anders zei dat hij via de andere kant moest gaan. Toen ik aan de achterkant van de winkel kwam moest ik naar rechts. Daar kwam ik de andere politieagent tegen. Die gaf mij meteen met zijn vuist een klap in mijn gezicht. Ik kreeg deze vuistslag aan de rechterzijde van mijn hoofd. Hij sloeg met zijn rechterhand.
A: De agent die mij de eerste klap met vlakke hand gaf zei in het Papiaments: ‘je wilt stoer zijn toch’
A; Ik ben naar de agent toe gelopen en wilde eigenlijk gewoon met hem meelopen. Toen gaf hij mij die klap in mijn gezicht.
A: Toen we bijna bij de deur van de supermarkt waren keek in naar beneden en zag ik dat mijn ketting kapot was. Toen ik dat tegen die grotere wat dikkere agent zei hield hij mij bij mijn nek vast. Hij duwde mij eerst tegen de deur aan en deed daarna de deur open. Toen we buiten waren begonnen die andere agenten mij ook te slaan.
V: Je wordt naar de politieauto gebracht. Wat gebeurt daar?
A: Ze drukten mij tegen de auto aan. Er kwam een andere agent en die drukte met zijn platte hand tegen mijn achterhoofd. Hierdoor kwam Ik half en met mijn gezicht op de motorkap te liggen.
V: Wat deed hij precies?
A: Hij drukte tegen mijn achterhoofd en mijn gezicht kwam daardoor op de motorkap terecht. Ik voelde echt een slag met de platte hand. Ik voelde pijn.
Camera
Tijd
Weergave
8
20.26.47
Er komt een politieauto (pick-up) in beeld met optische signalen (blauw licht).
Deze rijdt langs de minimarket de Kaya Jean B.F. Vitea in.
8
20.27.27
Er komt een jongen in beeld. Hij komt rennend aanlopen. Hi] heeft een donkere huidskleur, kort zwart haar, Is gekleed in een wit T-shirt, draagt een oranje/roze korte broek en slippers. De jongen rent op toegangsdeur van de
minimarket af en gaat naar binnen.
1, 2
20.27.30
De jongen loopt na binnenkomst linksaf naar de toonbank/kassa waar een man staat die later blijkt eigenaar te zijn van de minimarket. De jongen loopt het laatste gangpad in (gezien vanaf de voordeur). Hij loopt in 1e Instantie naar achteren maar komt terug en lijkt iets te zeggen tegen de eigenaar.
8
20.27.33
Er komt een politieauto in beeld die stopt ter hoogte van de ingang van de minimarket. Er stappen twee (2) in uniform geklede agenten uit. De deur aan bijrijderszijde blijft open staan. Ze hebben beiden een pet op. De bijrijder is iets corpulenter dan de chauffeur. De chauffeur (verder agent 1) lijkt iets langer dan de bijrijder (verder agent 2). Agent 1 gaat als eerste de winkel
binnen.
1,2
20.27.47
Agent 1 loopt in de richting van de toonbank en kijkt naar rechts, het achterste gangpad in. De jongen staat in dit gangpad.
1, 2, 7
20.27.53
De jongen loopt naar agent 1. Agent 1 stopt even als hij de jongen ziet maar stapt dan op hem af. Agent 1 slaat met zijn linkerhand/vuist op de rechterzijde van het gezicht van de jongen. De jongen draait zijn gezicht (voor hem) naar links, vermoedelijk door de klap die hij krijgt. Hij maakt een
paar passen naar achteren, draait zich om en loopt in de richting van de achterzijde van de winkel. Agent 1 komt achter hem aan. Halverwege het gangpad draait de jongen zijn hoofd naar agent 1, die geeft hem met beide handen een duw op zijn rug/schouder. De jongen wordt geduwd naar het einde van het gangpad (achterzijde winkel).
1, 2, 7
20.27.57
Agent 2 loopt het naastgelegen gangpad in en loopt in versnelde pas naar achterzijde van de winkel.
1, 2
20.28.00
Aan het einde van het gangpad loopt agent 2 naar links. Achter de stalling, die zich tussen de 2 gangpaden bevindt, brengt agent 2 zijn rechterarm omhoog, beweegt deze naar achteren en strekt deze vervolgens naar voren. De rechterarm van agent 2 is ongeveer ter hoogte van zijn schouder. De jongen wordt door deze slag vermoedelijk geraakt en valt op de grond. Op
de beelden is niet te zien waar deze klap/slag de jongen raakt. Agent 2 buigt zich over de jongen heen en geeft hem meerdere klappen (tenminste 6) met zijn rechterhand/vuist. Het is op de beelden niet (exact) zichtbaar waar de klappen op het lichaam van de jongen komen. De jongen zit en ligt half op de grond en beschermt zijn gezicht met zijn handen en armen.
8
20.28.14
Er komt een pick-up politieauto aanrijden.
2, 7
10.28.17
Agent 1 kijkt in of in de richting van camera 7. De jongen wordt door agent 2 opgetild en met één hand op de rug (opbrenggreep) naar de uitgang van de minimarket gebracht.
5
20.28.27
Bij de toegangsdeur, die gesloten is en naar binnen open gaat, wordt de jongen door agent 2 tegen de deur gedrukt. Agent 2 pakt de jongen met zijn linkerarm om de hals/nek (voorzijde) vast.
5
20.28.35
Agent 2 opent de toegangsdeur van de winkel met zijn rechterhand. De jongen, agent 1 en 2 gaan naar buiten. De eigenaar loopt achter hen aan.
8
20.28.36
Agent 2 komt samen met de jongen de winkel uit. Agent 2 loopt achter de jongen en heeft zijn linkerarm om de nek/hals van de jongen. Agent 3 stapt iets opzij om hen voorbij te laten. Agent 1 komt achter agent 2 en de jongen aan. Ze lopen naar de politieauto.
8
20.28.40
Agent 2 duwt de jongen hard tegen de rechtervoorzijde van de politieauto aan. De jongen wordt met buik, borst en gezicht tegen de motorkap gedrukt. Agent 2 staat aan de rechterzijde en agent 1 komt aan de linkerzijde van de jongen staan. De armen van de jongen worden op de rug geplaatst.
8
20.28.53
Agent 2 geeft de jongen met zijn rechterhand/vuist een klap aan de rechterzijde van het lichaam. De vrouwelijke agent sluit de deur van bijrijder en opent de deur aan passagierszijde. Er komen 3 andere agenten aanlopen.
8
20.28.58
Agent 4 komt aan de linkerzijde van agent 1 staan. Agent 4 heeft een (politie)pet op en het haar in een knot aan de achterzijde. De overige 2 agenten staan aan de voorzijde van de politieauto.
8
20.29.02
Agent 4 maakt een beweging met zijn bovenlichaam. Agent 2 geeft daarna de jongen met zijn rechterhand/vuist een klap aan de rechterzijde van het lichaam ter hoogte van de buik.
8
20.29.12
Agent 2 geeft de jongen met zijn rechterhand/vuist een klap aan de rechterzijde van het lichaam ter hoogte van de buik.
8
20.29.16
Agent 2 loopt van de politieauto en de jongen weg.
8
20.29.32
De jongen wordt door agent 4 en een andere agent weggevoerd naar een politieauto. Agenten 1 en 2 blijven bij hun politieauto staan die geparkeerd staat voor de minimarket.
V: Dan gaan we nu nader in op het incident waarvoor je hier nu zit. Wat kun je ons vertellen over je dienst van woensdag 6 maart 2024?
A: We kwamen met verschillende patrouilles bij de kruising van Napa, toen vroegen we, waar zijn de jongens. Toen hoorde we ey, en toen zagen we dat een andere patrouille al bezig wat met de jongens. Toen liepen we daarnaartoe. Ik weet niet wat daar al was gebeurd. Ik ben daar toen heengelopen. Ik hoorde schreeuwen, ik was een beetje in een tunnelvisie. Ik keek toen naar hem, en ik was een beetje boos. Ik had zijn hoofd op de auto geduwd. Deze situatie met die jongens met de fietsen, dat is een ongoing, hoe zeg je dat, dat gebeurt vaker. Dat is heel lastig. Op enig moment denk je ja. wat moeten we doen, we moeten iets doen. We moeten een van hen pakken.
V: Je gaf net aan dat je zijn hoofd tegen de motorkap aan hebt geduwd, kun je dat moment goed omschrijven vanaf het moment dat je aan komt lopen?
A; !k kwam aanlopen, ik ging in mijn tunnelvisie, hij luisterde niet dat zag ik, hij hield zijn hoofd niet, dus ik heb zijn hoofd gepakt en gewoon geduwd, zo van stil zijn.
V: Hoe ging dat?
A: Het was een beetje en harde duw, hij wilde niet stil blijven, dus hard geduwd en dan onder controle brengen.
V: We tonen jou het vervolg van de beelden van de camera genaamd Channel 2, van 20:27:53 tot 20:27:55. Hierop is te zien dat nadat de jongeman is geslagen hij naar achter in de winkel loopt. Om 20:27:53 verschijnt politieambtenaar 2 in beeld. Wie is dit?
A: Dat ben ik. Ik heb de jongen hard geslagen hoor. Ik heb het gedaan. Ik heb de jongen met meer dan geringe kracht klappen gegeven. Ik heb de jongen niet met een vuistslag geraakt. Toen ik hem zag heb ik hem een klap gegeven met mijn rechterhand. Niet met de vuist maar met open hand. Daardoor kwam de jongen op de grond. Ik was echt agressief geworden. Dat is niet goed.
V: Hoe vaak heb je de jongen achter in de winkel geslagen?
A: Ik denk 3 a 4 keer.
V: Op welke manier?
A: De meeste met mijn open handen.
V: Niet allemaal dus?
V; Misschien 2 keer met mijn vuist.
V: Waar heb je hem geslagen?
A; Op zijn gezicht. Ik dacht op zijn wangen. Ik denk ook in zijn buik maar dat weet ik niet meer.
V: Wat was de reactie van de jongen?
A: Ik herinner me dat niet. Hi] heeft niets gezegd. Hij bewoog met zijn benen. Ik heb hem gezegd; waarom moet je in de winkel schuilen. Ik heb hem gezegd: wie is er nu een ‘payaso’.
V: Om 20:29:02 en 20:29:12 Is te zien dat dat politieambtenaar 2 (jij) de jongen nogmaals met zijn rechterhand/vuist een klap aan de rechterzijde van het lichaam geeft. Op dat moment hebben politieambtenaar 1 en politieambtenaar 2 de jongeman nog steeds op dezelfde manier vast en drukken ze hem op de motorkap.
A: Ja dat klopt.
V; In het proces-verbaal 2024002655_20240306_194839.doc staat verder;
“Ik [verdachte] bevond mij aan het einde van de pad tussen de winkel rekken. Ik pakte hem beet en hield hem aan samen met [medeverdachte 1]’’.
Is dit een volledige weergave van wat er is gebeurd in die minimarkt vindt jij?
A: Nee geen complete weergave. Ik heb daar eerder over verklaard.
Toen we bij de supermarkt aankwamen en we werden daar gewezen; hij is daarin, hij is daarin. Toen zijn we gewoon uit de auto gestapt. Ik stond voor hem, voor die jongen op zo’n halve meter of een meter van hem af, ik heb hem een klap gegeven met mijn linker arm met open hand naar boven.
V: Welk geweld heeft [verdachte] gebruikt?
A; Fysiek
V: Waar bestond dat uit?
A; Open hand, en met de onderkant van de vuist, een soort hamer.
V: Hoe vaak heb je hem zien slaan?
A: Ik weet het niet meer, veel te veel. Toen hij om de hoek kwam achter dat schap, werd hij meteen door [verdachte] vastgepakt en hij ging helemaal tekeer. Ik dacht hij geeft een klap en ik een, en dan is het klaar.
V: Op welk moment werd er door jullie medegedeeld dat hij was aangehouden?
A: Buiten
V: Werkte hij tegen met het boeien?
A: De hand die ik pakte, hij werkte mee. Je ziet op de beelden dat ik hem boei, vanaf dat moment is hij dus geboeid bij de linker arm. Op 20:29:18 pak ik die andere arm erbij en dan boei ik hem af. Ik boei hem helemaal, [medeverdachte 2] staat er dan bij.