Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
zittingsplaats Bonaire
,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 oktober 2024
- de antwoordakte van [gedaagde]
- de akte uitlaten producties van [eiser]
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze civiele procedure, aangespannen door een eiser wonende te Bonaire, tegen een gedaagde die eveneens in Bonaire woont, is de kern van het geschil de bewijslevering omtrent de kosten van de aanleg van een zwembad. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. L.F.F.M. Drissen, stelt dat hij een bedrag van USD 20.652,63 heeft betaald voor de aanleg van het zwembad. De gedaagde betwist dit en stelt dat de eiser niet in staat is geweest om ondubbelzinnig en gedocumenteerd bewijs te leveren van zijn aandeel in de kosten. De gedaagde heeft in haar akte gedetailleerde onderbouwing gegeven van haar conclusies en heeft producties overgelegd ter ondersteuning van haar standpunt. De eiser heeft verzocht om de inhoud van de akte van de gedaagde buiten beschouwing te laten, maar dit verzoek is door het gerecht afgewezen. Het gerecht heeft bepaald dat de eiser bewijs moet leveren van zijn stelling en heeft een getuigenverhoor bevolen. De beslissing van het gerecht houdt in dat de eiser binnen twee weken na het vonnis zijn verhinderdagen en de namen van de getuigen moet opgeven, waarna een datum voor het getuigenverhoor zal worden vastgesteld. Het gerecht heeft geen aanleiding gezien voor een omkering van de bewijslast, zoals door de eiser verzocht, en houdt iedere verdere beslissing aan.