In deze zaak heeft eiseres, een werknemer, een loonvordering ingediend tegen haar werkgever, Boutique Bonaire B.V., na het beëindigen van haar werkzaamheden. De arbeidsovereenkomst was op 1 juni 2024 ingegaan, maar eiseres heeft geen salaris ontvangen en heeft in plaats daarvan facturen gestuurd voor haar werkzaamheden. Boutique Bonaire heeft de facturen niet betaald, wat heeft geleid tot een verzoek om betaling van achterstallig loon en vertragingsrente. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 december 2024 is de zaak besproken, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechter heeft op 16 december 2024 uitspraak gedaan. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen, omdat de rechter oordeelde dat er geen uitvoering is gegeven aan de arbeidsovereenkomst. Eiseres had gefactureerd voor haar werkzaamheden, wat niet als salaris kan worden beschouwd. De rechter heeft ook geoordeeld dat de vorderingen van Boutique Bonaire, die eiseres aansprakelijk stelde voor het gelegde conservatoir beslag, niet toewijsbaar zijn. Eiseres is veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op USD 559,00, vermeerderd met wettelijke rente en nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.