Uitspraak
Uitspraak
[eiser],
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de minister),
Inleiding
Beoordeling door het Gerecht
nietdat het om een appartement bij de woning gaat, in plaats van om de woning zelf. Ter beoordeling ligt dus voor of de minister een aanvraag om een
inwonendehulp terecht heeft afgewezen. Dat [eiser] mogelijk na een toewijzing van zijn aanvraag de vreemdeling in strijd met zijn aanvraag in een appartement buiten zijn woning zou laten wonen, is in het kader van deze procedure niet relevant.
een persoon die vanwege ziekte of een of meer stoornissen van lichamelijke, verstandelijke of geestelijke aard blijvend niet in staat is een eigen huishouding te voeren daar hij dagelijks aangewezen is op intensieve zorg van anderen.Volgens verweerder is in het geval van [eiser] niet aan dit criterium voldaan. Met een doktersverklaring heeft [eiser] aangetoond dat hij een operatie heeft ondergaan, maar niet is gebleken dat hij hierdoor hulpbehoevend is geworden, als hiervoor bedoeld.
. De vreemdeling gaat haar eigen huishouden draaienDe vreemdeling is de dochter van de partner van [eiser]. De vreemdeling gaat voor haar werkgever (eiser), haar moeder en voor zichzelf koken. Alles wat zich in huis bevindt, is voor gezamenlijk gebruik. De vreemdeling heeft geen aparte keuken, wasmachine of ijskast. Er is zodoende geen onderscheid te maken tussen het huishouden van [eiser] en zijn partner, en dat van de vreemdeling zelf. Dat betekent dat de vreemdeling haar eigen huishouden zal gaan draaien.
[geval 1], [geval 2] en [geval 3] wel een tewerkstellingsvergunning heeft verleend. Volgens [eiser] zijn die gevallen gelijk aan zijn geval en moet de minister op grond van het gelijkheidsbeginsel ook aan hem een vergunning verlenen.
Beslissing
- verklaarthet beroep gegrond;
- vernietigtde bestreden beschikking;
- bepaaltdat de rechtsgevolgen van de bestreden beschikking in stand blijven;
- veroordeeltverweerder tot betaling aan eiser van zijn proceskosten tot een bedrag van USD 782,-;
- bepaaltdat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van USD 84,- aan hem vergoedt.
zes wekenna de dag van kennisgeving van de uitspraak.
werkgever: