ECLI:NL:OGEABES:2024:54
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. de Kort
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing regeling langdurig onverdeeld gebleven nalatenschappen
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat was ingediend door een verzoeker, die tevens curator was van een nalatenschap. Het verzoek was gericht op de toepassing van artikel 3:200a van het Burgerlijk Wetboek, dat een regeling biedt voor langdurig onverdeeld gebleven nalatenschappen. De verzoeker stelde dat het perceel, gelegen aan de Oranjestraat te Sint Eustatius, onduidelijkheid vertoonde in eigendomssituaties en vroeg de rechter om de eigendom toe te wijzen aan de gebruikers van het perceel.
Tijdens de zitting op 27 mei 2024, waar zowel de verzoeker als de gemachtigde van het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) aanwezig waren, werd het verzoek besproken. De verzoeker legde uit dat zijn ouders het perceel in 1952 hadden gekocht en dat er sindsdien verschillende gebouwen op het perceel waren gerealiseerd. Hij gaf aan dat hij bezig was met het aanvragen van een hypothecaire lening voor renovatiewerkzaamheden aan de gebouwen op het perceel.
Het OLE verwees naar de wettelijke bepalingen die hen als belanghebbende in deze zaak aanmerken. De rechter oordeelde dat het verzoek niet kon worden toegewezen, omdat de door de verzoeker voorgestelde stichting niet voldeed aan de eisen van toezicht zoals gesteld in de wet. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat er sprake was van een langdurig onverdeeld gebleven gemeenschap, aangezien de nalatenschap relatief recent was en het aantal deelgenoten beperkt leek. Uiteindelijk werd het verzoek afgewezen, en de beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter M.J. de Kort.