ECLI:NL:OGEABES:2024:73

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
EUX202300032-EUX 32/2023
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering inschrijving in de basisadministratie wegens verlies van de Nederlandse nationaliteit

In deze zaak heeft eiser, wonend in de Verenigde Staten, beroep ingesteld tegen de weigering van het Bestuurscollege van het Openbaar Lichaam Sint Eustatius om hem in te schrijven in de basisadministratie. De weigering was gebaseerd op het feit dat eiser zijn Nederlandse nationaliteit had verloren door het vrijwillig verkrijgen van de Amerikaanse nationaliteit. Eiser, geboren in de Dominicaanse Republiek, had na een langdurig verblijf op Sint Eustatius de Nederlandse nationaliteit verkregen, maar verhuisde in 2003 naar de Verenigde Staten. In 2019 verkreeg hij de Amerikaanse nationaliteit door naturalisatie. De verweerder stelde dat eiser geen rechtmatig verblijf had op Sint Eustatius, omdat hij zijn Nederlandse nationaliteit had verloren. Eiser betoogde dat hij nog steeds de Nederlandse nationaliteit had, omdat hij deze had verkregen door zijn huwelijk met een Amerikaanse vrouw. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat de uitzondering in de Rijkswet op het Nederlanderschap van toepassing was, omdat hij ten tijde van het verkrijgen van de Amerikaanse nationaliteit niet gehuwd was met een vrouw van Amerikaanse nationaliteit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 19 februari 2024
Zaaknummer: EUX202300032-EUX00032/ 2023
HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA,
ZITTINGSPLAATS SINT EUSTATIUS
UITSPRAAK
In het geding van:
[eiser],
wonend in de Verenigde Staten van Amerika,
eiser,
tegen
HET BESTUURSCOLLEGE VAN HET OPENBAAR LICHAAM SINT EUSTATIUS,
gezeteld te Sint Eustatius,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.C. Buwalda,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 13 juni 2023 waarbij verweerder heeft geweigerd eiser in te schrijven in de basisadministratie omdat hij wegens het verliezen van de Nederlandse nationaliteit geen rechtmatig verblijf heeft op Sint Eustatius.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 4 juli 2023 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend pro forma beroepschrift met producties heft eiser tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Wet administratieve rechtspraak BES (War BES).
2.2.
Op 17 oktober 2023 heeft eiser de gronden van zijn beroepschrift aangevuld. 2.3. Verweerder heeft op 13 november 2023 een verweerschrift ingediend.
2.4.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 24 januari 2024. Eiser is in persoon verschenen, (per videoconferentie). Verweerder is verschenen (eveneens per videoconferentie) bij diens gemachtigde, vergezeld door M.A. James-Brown, werkzaam bij verweerder.
2.5.
Uitspraak is bepaald op heden.
3.
Feiten
3.1.
Eiser is geboren op [geboortedatum] in de Dominicaanse Republiek en heeft de Dominicaanse nationaliteit. Na een langdurig verblijf op Sint Eustatius heeft eiser ook de Nederlandse nationaliteit verkregen.
3.2.
Eiser is in 2003 verhuisd naar de Verenigde Staten van Amerika. Van 9 december 2003 tot 9 mei 2006 was hij gehuwd met een vrouw van Amerikaanse nationaliteit. In 2018 is hij in Amerika gehuwd met een vrouw van Nigeriaanse nationaliteit. Op 29 mei 2019 heeft eiser door middel van naturalisatie de Amerikaanse nationaliteit verkregen.
3.3.
Bij e-mailbericht van 18 februari 2022 heeft een medewerker van het Klantenloket desgevraagd aan eiser uitgelegd dat hij geen Nederlands staatsburger meer is omdat hij heeft gekozen voor de Amerikaanse nationaliteit.
3.4.
Op 1 juni 2023 heeft eiser het Klantenloket verzocht hem in te schrijven als ingezetene van Sint Eustatius in de basisadministratie persoonsgegevens. Bij de bestreden beschikking heeft verweerder dat geweigerd omdat eiser geen rechtmatig verblijf geniet op Sint Eustatius omdat hij op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: RWN) als gevolg van het vrijwillig verkrijgen van de Amerikaanse nationaliteit, de Nederlandse nationaliteit heeft verloren. Verweerder heeft overwogen dat de uitzondering dat wanneer de andere nationaliteit is verkregen door een huwelijk met een partner van die nationaliteit, in het geval van eiser niet opgaat. Eiser heeft de Amerikaanse nationaliteit vrijwillig verkregen en niet als gevolg van een huwelijk met een partner met de Amerikaanse nationaliteit. Op grond van artikel 47, eerste lid, aanhef en onder a, en artikel 54, eerste lid, onder a, van de Paspoortwet heeft verweerder het Nederlandse paspoort van eiser ingehouden en na zes weken vernietigd.

4.Het geschil

4.1.
Eiser stelt dat hij nog wel de Nederlandse nationaliteit heeft. De uitzondering in de Rijkswet is op hem van toepassing omdat hij zijn Amerikaanse nationaliteit heeft verkregen door middel van zijn huwelijk met een vrouw van Amerikaanse nationaliteit. Zijn Amerikaanse ex-vrouw heeft ten tijde van hun huwelijk een aanvraag voor eiser ingediend en deze is na hun scheiding ingewilligd. Ondanks hun scheiding hebben zij nog steeds een geregistreerd partnerschap omdat zijn ex-vrouw nog steeds persoonlijke zaken en aangelegenheden voor hem regelt.

5.De beoordeling

5.1.
Artikel 15 van de RWN, voor zover hier relevant, luidt:
1. Het Nederlanderschap gaat voor een meerderjarige verloren:
a. door het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit;
[—]
2. Het eerste lid, aanhef en onder a, is niet van toepassing op de verkrijger
c. die gehuwd is met een persoon die die andere nationaliteit bezit.
[...]
5.2.
Het Gerecht overweegt als volgt. Ingevolge artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de RWN gaat het Nederlanderschap voor een meerderjarige verloren door het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit. Beoordeeld dient dus te worden of eiser op 29 mei 2019 vrijwillig de Amerikaanse nationaliteit heeft verkregen en dat hij ten tijde van het verkrijgen van de Amerikaanse nationaliteit niet gehuwd was met een persoon die de Amerikaanse nationaliteit bezit. Het Gerecht is op grond van het dossier en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen van oordeel dat dit het geval is. Het Gerecht neemt daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
5.3.
Vaststaat dat eiser ten tijde van het verkrijgen van de Amerikaanse nationaliteit op 29 mei 2019 niet gehuwd was met een vrouw van Amerikaanse nationaliteit. Hij is immers in 2006 gescheiden van zijn - inmiddels - ex-vrouw van Amerikaanse nationaliteit en in 2018 in het huwelijk getreden met zijn huidige vrouw van Nigeriaanse nationaliteit. Aldus heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de uitzondering bedoeld in artikel 15, tweede lid, aanhef en onder c, van de RWN op hem van toepassing is. Dat eiser, naar hij stelt, en geregistreerd partnerschap heeft met zijn ex-vrouw van Amerikaanse nationaliteit maakt het voorgaande niet anders. Het gaat erom of eiser op het moment van het verkrijgen van de Amerikaanse nationaliteit gehuwd was met een vrouw van Amerikaanse nationaliteit en vaststaat dat daar geen sprake van is omdat hij op dat moment gehuwd was met een vrouw van Nigeriaanse nationaliteit. Dit laatste huwelijk, waarvan niet is gebleken dat het ontbonden is, maakt ook dat er geen wettelijke basis kan zijn voor een geregistreerd partnerschap met zijn ex-vrouw.
5.4.
Nu niet gebleken is dat eiser de Amerikaanse nationaliteit niet vrijwillig heeft verkregen, heeft verweerder zich op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de RWN terecht op het standpunt gesteld dat eiser het Nederlanderschap heeft verloren. Er is sprake van dwingend recht zodat verweerder terecht geen belangenafweging heeft gemaakt. Verweerder was dan ook gehouden het verzoek van eiser om ingeschreven te worden in de basisadministratie persoonsgegevens te weigeren en zijn Nederlandse paspoort in te nemen en te vernietigen. Het betoog van eiser slaagt niet.
5.5.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het beroep ongegrond is. Voor het toekennen van en schadevergoeding bestaat geen aanleiding.
6.
De beslissingHet Gerecht:
verklaart het beroep ongegrond;
wijst het verzoek om vergoeding van schade af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te
Sint Eustatius, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 19
februari 2024.
staat ho
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Wet administratieve rechtspraak BES.