ECLI:NL:OGEABES:2024:93

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 juli 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
BON2024000276
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot aansluiting op water en elektriciteit in particulier verkavelingsproject afgewezen

In deze zaak hebben eisers, beiden wonende in België, een kort geding aangespannen tegen het Water- en Energiebedrijf Bonaire N.V. (WEB) met het verzoek om aansluiting van hun vakantiewoningen op elektriciteit en drinkwater. Eisers hebben in augustus 2022 een perceel grond gekocht van Harbor Management Inc. (HMI), met de afspraak dat HMI binnen drie maanden na levering zorg zou dragen voor de aansluiting op de benodigde infrastructuur. Echter, de woningen zijn tot op heden niet aangesloten, wat heeft geleid tot een verzoek aan WEB voor een tijdelijke aansluiting. WEB heeft echter aangegeven geen aansluitingen te kunnen maken in particuliere verkavelingen zonder een formele aanvraag en goedgekeurde offerte. Het gerecht heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers zijn afgewezen, omdat er veel onzekerheden zijn over de technische haalbaarheid van de gevraagde aansluitingen en omdat eisers nog geen formele aanvraag hebben gedaan. De kosten van de procedure zijn voor rekening van eisers, die als in het ongelijk gestelde partijen zijn aangemerkt.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer: BON2024000276
datum uitspraak: 12 juli 2024
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.[Eiser 1],

2.
[Eiser 2],
beiden wonende in België,
eisers,
gemachtigde: mr. M.G. van Dijk,
tegen
de naamloze vennootschap
WATER- EN ENERGIEBEDRIJF BONAIRE N.V.,
gevestigd te Bonaire,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.C. Buwalda.
Partijen zullen hierna eisers en WEB genoemd worden.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties
  • de producties 1-5 van WEB
  • de mondelinge behandeling van 3 juli 2024, waar partijen (vertegenwoordigd) zijn verschenen, met hun advocaten die mede aan de hand van door hen overgelegde spreekaantekeningen hun vorderingen en verweren hebben toegelicht.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
In augustus 2022 hebben eisers een perceel grond gekocht van Harbor Management Inc. (hierna: HMI). Het perceel is onderdeel van een door HMI geïnitieerde verkaveling bestaande uit 25 percelen. Na levering van het perceel op 21 november 2021 hebben eisers daarop twee vakantiewoningen laten bouwen.
2.2
In de koopovereenkomst staat dat HMI binnen drie maanden na levering moet zorgen voor een aansluiting op elektriciteit en water, althans de daarvoor benodigde infrastructuur moet aanleggen.
2.3.
De woningen werden niet tijdig aangesloten op elektriciteit en water. Ook nu nog zijn de woningen niet op elektriciteit en water aangesloten.
2.4.
Omdat HMI geen adequate reactie gaf op aanmaningen en sommaties, hebben eisers zich op enig moment rechtstreeks tot WEB gewend. WEB is het water- en energiebedrijf op Bonaire. In een e-mail van 11 maart 2024 verzochten eisers om een al dan niet tijdelijke aansluiting vanaf de aangrenzende wijk [wijk]. Het perceel van eisers ligt daar ongeveer 25 meter vanaf.
2.5.
De reactie van WEB op dit verzoek was dat zij uitsluitend infrastructuur aanlegt op de openbare weg en dus niet, zo voegt het gerecht er aan toe, in een particuliere verkaveling zoals hier aan de orde.
2.6.
Vervolgens zijn eisers een procedure tegen HMI begonnen met het doel om van HMI de nodige machtigingen te krijgen om verder met WEB hierover in contact te treden. Buiten rechte heeft dat geleid tot een van HMI verkregen volmacht om in naam en voor rekening van HMI opdracht te geven voor een aansluiting vanaf “de bestaande infrastructuur” tot aan het perceel of vanaf “de bestaande infrastructuur in de aangrenzende wijk [wijk]” en een volmacht om voor de daarvoor aan te leggen leidingen binnen de verkaveling een zakelijk recht te vestigen.

3.De vordering

3.1.
Eisers vorderen WEB te veroordelen om binnen een (1) maand na betekening van het vonnis, de elektrische- en drinkwaterinstallaties van eisers in de woningen op hun perceel aan te sluiten op het elektriciteits- en drinkwaternet van WEB, hetzij door middel van een permanente aansluiting, hetzij door middel van een deugdelijke noodaansluiting totdat de volledige infrastructuur voor de levering van de elektriciteit en drinkwater ten behoeve van het verkavelingsplan gereed zal zijn en eisers in staat te stellen elektriciteit en drinkwater af te nemen, onder de verplichting om HMI krachtens de volmachten de verschuldigde aansluitkosten te laten betalen, een en ander op straffe van een aan eisers te verbeuren dwangsom voor afzonderlijk de elektriciteit- en drinkwateraansluiting van USD 1.000,00 per dag of dagdeel dat WEB niet voldoet aan de uit te spreken veroordeling met een maximum van USD 100.000,00, te vermeerderen met rente en kosten.
3.2.
Eisers leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat WEB een aansluitverplichting heeft, tenzij dit bedrijfseconomisch niet verantwoord is. Eisers hebben een volmacht van HMI op grond waarvan zij bevoegd zijn om in naam en voor rekening van HMI opdracht te geven aan WEB voor deze aansluiting. WEB moet daaraan voldoen.
3.3.
WEB voert verweer, waarop hierna onder de beoordeling zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid van de gevraagde voorzieningen volgt uit de aard van het gevorderde, namelijk gaat het om een aansluiting van elektriciteit en water van twee vakantiewoningen zonder welke deze niet verhuurbaar zijn, waardoor er sprake is van inkomstenderving aan de kant van eisers. Daarom zijn eisers wat dat betreft ontvankelijk in hun vorderingen.
4.2.
Eisers beroepen zich op een aansluitverplichting van WEB op grond van artikel 3.5 lid 1 aanhef en onder c van de Wet elektriciteit en drinkwater BES. Het verweer van WEB dat zij niet is gehouden om aansluitingen te maken in een particuliere verkaveling als de onderhavige klopt niet. In het door WEB vastgestelde aansluitbeleid is immers ook voorzien in de mogelijkheid voor aansluitingen in een particuliere verkaveling. In dat geval zal er met betrekking tot de daarvoor aan te leggen infrastructuur een zakelijk recht gevestigd moeten worden, zo is in de schriftelijke vastlegging van het aansluitbeleid bepaald.
4.3.
Het verweer van WEB is dat zij weliswaar een verplichting heeft om te zorgen voor een aansluiting, ook in een particuliere verkaveling, maar dat er geen verplichting is om dat zonder een formele aanvraag en goedgekeurde offerte te doen en ook niet binnen een bepaalde periode. Er is een wachtlijst voor aansluitingen en die moet op volgorde van aanvraag worden afgewerkt. Het begint dus met een aanvraag. Naar aanleiding daarvan kan een inventarisatie worden gemaakt van wat nodig is en kan er een prijs worden aangeboden. Die aanvraag hebben eisers nog niet gedaan.
4.4.
Verder is het verweer van WEB dat de wachtlijst op een bedrijfseconomisch verantwoorde wijze moet worden afgewerkt als het gaat om de daarvoor in te zetten mensen en middelen. WEB is thans in gesprek met HMI voor een aansluiting van alle kavels in het project. Daarvoor heeft zij onlangs een offerte uitgebracht aan HMI van ruim USD 150.000,00, waarop HMI nog moet antwoorden. Voor het alleen aansluiten van het perceel van eisers moet aan eenzelfde bedrag worden gedacht omdat er ook in dat geval, door de grote afstand van het perceel van eisers tot de bestaande infrastructuur, er een dure transformator nodig is. Het heeft geen zin om naast dit offertetraject met HMI nu een parallel traject met eisers te gaan volgen.
4.5.
Daarnaast voert WEB als verweer aan dat de periode tussen aanvraag en realisatie sowieso zeven tot acht maanden duurt in verband met de levertijd van de transformator. Voor het bouwen daarvan is een bouwvergunning vereist en voor de gehele infrastructuur zal via de notaris een zakelijk recht moet worden gevestigd en ook dat kost tijd.
4.6.
Ook een noodaansluiting vanuit de aangrenzende wijk [wijk] zoals gevorderd, is volgens WEB geen optie. In ieder geval kan het gevraagde spanningsniveau niet vanuit die wijk worden geleverd. En ook als het gaat om noodstroom met een lagere spanning of om anderszins een tijdelijke aansluiting, zal nog eerst de installatie van eisers moeten worden bekeken en beoordeeld. In dat verband zijn er onduidelijkheden met betrekking tot de zonnepanelen van eisers, namelijk of deze nu wel of niet op dezelfde installatie zijn aangesloten als die waarop de van buiten komende elektriciteit wordt aangesloten. Ook voor een noodstroomaansluiting of anderszins een tijdelijke aansluiting moet eerst een aanvraag worden gedaan, waarbij in ieder geval een keuringskaart van DTH moet worden gevoegd. Daarnaast zal een noodstroomvoorziening vanuit [wijk] gelet op de plaatselijke situatie voor een klein deel onder of langs de openbare weg moeten lopen, wat niet kan zonder vergunning, wat in ieder geval vier maanden kost. Hetzelfde geldt voor het water, nog daargelaten dat er onvoldoende waterdruk zal zijn en het debiet van deze aansluiting te laag zal zijn waardoor er legionella kan ontstaan.
4.7.
Tot slot heeft WEB meer in het algemeen het bezwaar dat er een precedentwerking kan uitgaan van het nu realiseren van een individuele aansluiting van eisers. Dat kan ertoe leiden dat andere percelen binnen deze verkaveling dan ook zo’n individuele aansluiting willen. De algemene conclusie van WEB is dat eisers voor hun vorderingen bij HMI moet zijn. Zij moeten HMI vragen om nu snel een akkoord te geven op de uitstaande offerte.
4.8.
Het gerecht volgt WEB in haar verweer in die zin dat er veel onzekerheden zijn met betrekking tot wat er wordt gevorderd. Het is niet duidelijk of WEB gelet op de aangevoerde bezwaren in technische zin aan het gevorderde kan voldoen en dat binnen de daarvoor gestelde tijd van een maand zou kunnen. Daarnaast is het niet handig dat WEB naast de bestaande offerte aan HMI, nu een parallel traject met gedaagde zou starten en dat kan ook niet van haar worden gevraagd. Een juridische grondslag daarvoor ontbreekt. In ieder geval dient alles te beginnen met een aanvraag, en ook die hebben eisers nog niet gedaan.
4.9.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van eisers zullen worden afgewezen. Een belangenafweging tussen partijen maakt dat niet anders, immers is er ook niets af te wegen zolang niet duidelijk is of WEB aan de veroordeling kan voldoen.
4.10.
Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van WEB begroot op USD 838,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding,
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt eisers hoofdelijk, des dat de een zal hebben betaald de ander zal zijn gekweten, in de kosten van de procedure, aan de zijde van WEB begroot op USD 838,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en uitgesproken op 12 juli 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.