In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behandeld, gaat het om een geschil tussen Citon Development N.V. en Lourdes Shopping Center B.V. over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De uitspraak dateert van 1 oktober 2025. Citon, de eiseres, heeft een vordering ingesteld tegen Lourdes, de gedaagde, met betrekking tot de betaling voor werkzaamheden die volgens Citon zijn uitgevoerd. De procedure omvatte een tussenvonnis van 28 mei 2025, waarin Citon werd opgedragen te bewijzen dat de werkzaamheden, zoals vermeld op een factuur van 26 februari 2023, daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Citon heeft verschillende producties ingediend ter ondersteuning van haar bewijsvoering, waaronder urenstaten en schriftelijke verklaringen van medewerkers. Echter, het gerecht oordeelt dat Citon niet in haar bewijsopdracht is geslaagd. De ingediende producties bieden onvoldoende bewijs van de uitvoering van de werkzaamheden, en de verklaringen zijn niet specifiek genoeg om de vordering te onderbouwen. Het gerecht concludeert dat Citon niet kan aantonen dat de door Lourdes betwiste werkzaamheden zijn verricht, en wijst de vordering op dat punt af. Daarnaast wordt de redelijkheid van de in rekening gebrachte prijzen voor de werkzaamheden beoordeeld. Het gerecht komt tot de conclusie dat de prijs voor het tegelwerk te hoog is en stelt een redelijke prijs vast. Uiteindelijk wordt Lourdes veroordeeld tot betaling van een bedrag van USD 16.257,08, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van USD 1.716,00. Het vonnis is uitgesproken door rechter R.P.P. Hoekstra en is uitvoerbaar bij voorraad.