ECLI:NL:OGEABES:2025:51

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
BON20240023
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling verdeling huwelijksgemeenschap en omvang gemeenschap na echtscheiding

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 29 oktober 2025 uitspraak gedaan over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen twee partijen, die op 19 april 2000 te Poona, India, met elkaar zijn gehuwd. De echtscheiding werd uitgesproken op 8 december 2017 en ingeschreven op 18 mei 2018. De eiser in conventie, vertegenwoordigd door mr. A.K. Kleinmoedig, vorderde de vaststelling van de samenstelling en omvang van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, terwijl de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. A.F. van Toll, verweer voerde en ook een reconventionele vordering indiende. De procedure omvatte verschillende comparities en het overleggen van producties door beide partijen.

De rechter heeft vastgesteld dat de partijen in gemeenschap van goederen waren gehuwd en dat de ontbonden gemeenschap verdeeld moest worden. De omvang van de gemeenschap was in geschil, met name de waarde van onroerende goederen en bankrekeningen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de woning aan de [adres 4] geen deel uitmaakte van de gemeenschap, omdat deze eigendom was van La Bonaire B.V. en eerder was overgedragen aan de gedaagde in reconventie. Het appartement in India werd wel als onderdeel van de gemeenschap beschouwd, ondanks de stelling van de gedaagde dat dit buiten de verdeling zou blijven.

Uiteindelijk heeft het gerecht de verdeling vastgesteld, waarbij het perceel grond aan de Kaya Korona aan de eiser in conventie werd toebedeeld en het appartement in India aan de gedaagde in conventie. De eiser in conventie werd ook veroordeeld tot betaling van USD 85.000,00 aan de gedaagde in conventie wegens overbedeling. De proceskosten werden gecompenseerd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

registratienummer: BON202400232
datum uitspraak: 29 oktober 2025
VONNIS
in de zaak van:
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie],
wonende te Bonaire,
eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
hierna: [eiser in conventie, gedaagde in reconventie],
gemachtigde: mr. A.K. Kleinmoedig,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te Bonaire,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gemachtigde: mr. A.F. van Toll.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties van 29 mei 2024
- de conclusie van antwoord met reconventionele vordering met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties,
- de akte verandering eis in conventie,
- de comparitie van partijen op 16 december 2024 en de van de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] overgelegde pleitnota,
- de akte uitlating van de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie],
- de akte uitlating van de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
- de comparitie van partijen van 27 augustus 2025 en de daaraan voorafgaande door zowel [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegde producties.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 19 april 2000 te Poona, India, met elkaar gehuwd. Partijen zijn daarna samen gaan wonen in Bonaire, waar [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] al woonde.
2.2.
Bij beschikking van 8 december 2017 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Die beschikking is op 18 mei 2018 ingeschreven in de daarvoor bestemde registers.

3.De vorderingen

3.1. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vordert in conventie – na verandering van eis – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
a. de samenstelling en omvang en de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vast te stellen in overeenstemming met de verdeling welke als productie 14 in het geding is gebracht, althans een door het Gerecht in goede justitie vast te stellen
samenstelling en omvang en de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap,
b. te bepalen dat het door het gerecht te wijzen vonnis in de plaats treedt van de op te maken akte van scheiding en deling,
Subsidiair
c. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot het verlenen van medewerking tot de verdeling van de ontbonden gemeenschap in overeenstemming met de verdeling welke als productie 14 in het geding is gebracht of een door het gerecht in goede justitie vast te stellen verdeling,
d. te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een dwangsom verbeurt ten gunste van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] van USD 1.000,00 of een door het gerecht in goede justitie te bepalen bedrag per dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nalaat om haar medewerking te verlenen aan de verzochte veroordeling onder c van dit petitum,
primair en subsidiair
e. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer in conventie. Volgens haar moet [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering, althans moet deze vordering hem worden ontzegd.
3.3. [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert in reconventie om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. een bevel aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] tot overlegging van financiële bescheiden, te weten bankstatements van 29 januari 2017 tot en met 18 mei 2018
b. de samenstelling en omvang en de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen vast te stellen volgens het voorstel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals weergegeven in een door haar overgelegd schema, aangevuld met de nader vast te stellen banktegoeden dan wel vermogensbestanddelen, die nog zullen blijken nav de vordering sub a., en rekeninghoudend met de schulden van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ten bedrage van USD 76.768,58
c. aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] een dwangsom op te leggen van USD 1.000,00 per dag dat hij niet aan vonnis voldoet,
d. veroordeling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in de kosten van de procedure/
3.4. [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verzoekt verder zowel in conventie als in reconventie toestemming om kosteloos te mogen procederen.

4.De beoordeling

De wijziging van eis in conventie
4.1. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft bij gelegenheid van de (eerste) comparitie een akte verandering eis in conventie genomen. Er is niet eerder beslist of deze toelaatbaar is. De gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft op de comparitie van 27 augustus j.l. laten weten dat zij geen formele bezwaren heeft tegen de eiswijziging maar dat zij wel inhoudelijk verweer tegen de gewijzigde eis voert. Nu de wijziging betrekking heeft op de oorspronkelijk gevorderde vaststelling van de gemeenschap en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de gelegenheid heeft gehad zich (ook) tegen deze wijziging te verweren, zal de wijziging worden toegelaten en zal op de gewijzigde eis recht worden gedaan.
De beoordeling in conventie en in reconventie; algemeen
4.2.
De vorderingen in conventie en in reconventie worden gelet op hun samenhang tezamen behandeld.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat zij in gemeenschap van goederen gehuwd zijn en dat de ontbonden gemeenschap verdeeld moet worden.
De omvang en de waarde van de te verdelen ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is tussen partijen in geschil.
4.3.
Door het eindigen van het huwelijk door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand op 18 mei 2018 (ook wel de peildatum voor de omvang genoemd) is de gemeenschap van partijen ontbonden. [1] Dat betekent dat in beginsel alle goederen van partijen die op 18 mei 2018 aanwezig waren, met uitzondering dus van alle tijdens het huwelijk verkregen erfenissen en schenkingen en alle (daarvoor) verkregen erfenissen en schenkingen verkregen met een uitsluitingsclausule, moeten worden verdeeld. Daarnaast moet voor in beginsel alle schulden, die op die dag nog openstonden, worden bepaald wie van partijen welk deel moet betalen tegenover de ander (ook wel de onderlinge draagplicht genoemd). Op de peildatum reeds door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] (met gemeenschappelijk vermogen) betaalde kosten/schulden zijn in dit kader dus niet van belang, het gaat om schulden die op 18 mei 2018 nog openstonden.
4.6.
Volgens vaste rechtspraak is de peildatum voor de waardering van de goederen die in de huwelijksgoederengemeenschap vallen de datum van de feitelijke verdeling (in de regel datum vonnis), tenzij partijen een andere datum overeenkomen of de redelijkheid en billijkheid dit vereisen. Het gerecht ziet in dit geval geen aanleiding om af te wijken van de hoofdregel dat de peildatum voor de waardering van alle goederen van de gemeenschap de datum van de feitelijke verdeling is.
De omvang van de gemeenschap
4.7.
Partijen zijn het er over eens dat tot de te verdelen gemeenschap behoort een perceel grond aan de Kaya Korona. Ook zijn partijen het er over eens dat het saldo op (buitenlandse) bankrekeningen ten name van partijen op 18 mei 2018 deel uitmaakt van de gemeenschap. Partijen lijken het er ook over eens te zijn dat de aandelen in La Bonaire B.V. niet tot de te verdelen gemeenschap behoren. Voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hierover toch een ander standpunt in zou nemen, stelt het gerecht vast dat de betreffende aandelen al geruime tijd vóór 18 mei 2018 aan een derde waren overgedragen zodat zij geen deel uitmaken van de te verdelen gemeenschap.
4.8. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] stelt dat van de te verdelen gemeenschap verder deel uitmaakt het perceel met woning aan de [adres 4] en een appartement in India. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat deze onroerende goederen deel uitmaken van de gemeenschap. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt op haar beurt dat tegoeden op buitenlandse bankrekeningen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] deel uitmaken van de gemeenschap. Het gerecht overweegt hierover als volgt.
[Adres 4]
4.9.
Deze woning (preciezer gezegd ‘het recht van erfpacht op het perceel met deze woning’) was de voormalige echtelijke woning, waar partijen in ieder geval tot in 2014 samen met hun kinderen hebben gewoond en waar [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] daarna is blijven wonen. Deze woning was geen eigendom van partijen, maar van de besloten vennootschap La Bonaire B.V. De woning maakte dus op zichzelf geen deel uit van de huwelijksgemeenschap. Bij (inmiddels onherroepelijk) vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) van 18 april 2023 is La Bonaire B.V. en haar bestuurders bevolen mee te werken aan levering van de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. Het Hof baseerde deze beslissing – kort gezegd – op het feit dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] (als bestuurder van La Bonaire B.V.) de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] had overgedragen in het kader van een (partiële) verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Ook gelet op dit vonnis – dat tussen partijen gezag van gewijsde heeft – valt de woning dus nu buiten (de verdeling van) de gemeenschap.
4.10.
Het gerecht begrijpt het standpunt van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zo dat hij stelt dat hij tegenover La Bonaire B.V. gehouden was de waarde van de woning te vergoeden en dat die waarde dus wel onderdeel uitmaakt van de gemeenschap. Het gerecht overweegt in de eerste plaats dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in het geheel niet heeft onderbouwd dat hij aan La Bonaire B.V. de waarde van de woning heeft moeten vergoeden. In de tweede plaats geldt dat uit de verklaring van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] van 5 april 2015 – die het Hof als titel voor de overdracht van de woning heeft aangemerkt – niet volgt dat de waarde van de woning nog wel als een gemeenschappelijke schuld gold die later nog zou moeten worden verdeeld; ook anderszins kan niet blijken dat dit de bedoeling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is geweest. In de verklaring is immers ook opgenomen:
This house will become a personal property of (…) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] and will not be called for a dispute or division in case of divorce.
Hieruit volgt dat, anders dan in de door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aangehaalde rechtspraak, hier niet slechts afspraken over de feitelijke verdeling zijn gemaakt, maar ook over de financiële consequenties daarvan.
4.11.
De conclusie is dat de (waarde van de) woning aan de [adres 4] geen deel uitmaakt van de te verdelen gemeenschap.
4.12. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft nog betoogd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een gebruiksvergoeding verschuldigd is voor het gebruik van de woning in de periode 2011-2017. Uit het voorgaande blijkt echter dat de woning aanvankelijk eigendom was van La Bonaire B.V. en daarna is overgedragen aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. Daarom valt niet in te zien waarom [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aanspraak zou kunnen maken op een gebruiksvergoeding.
Appartement India
4.13.
Het appartement in India is gedurende het huwelijk van partijen door partijen aangeschaft en behoorde dus tot de huwelijksgoederengemeenschap. Dat partijen – zoals [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt – op enig moment hebben hebben afgesproken dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] alleen de eigendom van dit appartement zou krijgen en dat dit verder buiten de verdeling zou blijven, maakt dit niet anders. Er zijn immers op dit punt niet bij notariële akte huwelijkse voorwaarden opgemaakt. De gestelde afspraak zal verder hierna, waar het gaat om de verdeling van dit gemeenschappelijke goed, aan de orde komen.
De waarde en de verdeling van de gemeenschap.
Kaya Korona
4.14.
Partijen zijn het er over eens dat het perceel grond aan de Kaya Korona wordt toebedeeld aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] en dat dit perceel een waarde heeft van USD 170.000,00. Aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] komt dan een bedrag van de helft van die waarde, te weten USD 85.000,00 toe.
Appartement India
4.15.
In de eerdergenoemde verklaring van 5 april 2015 heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] verklaard:
I declare my wife (…) to be the sole owner of the property in India in Goel Ganga Constructions which was purchased in the month August 2014.
This property should not be considered for division in case of divorce.
4.16. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft hiermee dus verklaard dat het appartement eigendom was van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en in geval van een echtscheiding buiten de verdeling zou worden gehouden.
4.17. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft primair gesteld dat de betreffende afspraak is vervallen omdat de echtscheiding in 2015 niet is ingeschreven. Deze stelling wordt verworpen, gelet op het vonnis van het Hof van 18 april 2023 (en het daaraan voorafgaande tussenvonnis van 17 januari 2023), welk vonnis tussen partijen gezag van gewijsde heeft. Uit de overwegingen van het Hof (2.1 en 2.2) volgt immers dat voor zowel de woning aan de [adres 4] als het appartement in India gold dat met de verklaring van 5 april 2015 bedoeld was deze goederen over te dragen in het kader van een (partiële) verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Dat de echtscheiding in 2015 niet is ingeschreven, maar pas in 2018, maakt dit niet anders. Uit het vonnis van het Hof is op te maken dat deze stelling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in de betreffende procedure onder ogen is gezien (zie tussenvonnis van 17 januari 2023, overweging 3.2), maar niet is gehonoreerd. Niet gebleken is bovendien dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] tussen 2015 en 2018 op deze partiële verdeling is terug willen komen.
4.18. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft subsidiair aangevoerd dat de afspraken van 5 april 2015 voorwaardelijk waren en slechts aan de orde waren als alle punten zijn uitgevoerd. Op de comparitie van 27 augustus 2025 heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] toegelicht dat het daarbij gaat om de overdracht van de aandelen in La Bonaire B.V.; omdat het terugleveren door een derde van die aandelen aan hem niet is doorgegaan, zouden de afspraken niet gelden. Ook deze stelling wordt verworpen. Het Hof heeft blijkens zijn overwegingen geen voorwaardelijk karakter in de afspraken gezien. Bovendien valt in de tekst van de verklaring van 5 april 2015 hoogstens een verband tussen die aandelenoverdracht en de woning aan de [adres 4] te zien. Dat ook de overdracht van het appartement in India afhankelijk zou zijn gesteld van het terugleveren van de aandelen valt noch uit de tekst van de verklaring noch uit enige andere omstandigheid af te leiden.
4.19. [
eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft meer subsidiair nog aangevoerd dat de financiële consequenties van de verdeling nog onderwerp van de verdeling moeten zijn. Ook hier valt uit de onder 4.15. weergegeven tekst van de verklaring op te maken dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] niet slechts de feitelijke verdeling, maar ook de financiële consquenties daarvan op het oog had. Dat de waarde van het appartement en de daarop rustende hypotheek later nog in een verdeling zouden moeten worden betrokken, is noch uit de tekst van de verklaring noch uit enige andere omstandigheid af te leiden.
4.20.
De conclusie is dat het appartement in India (en daarop rustende hypotheekschuld) aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zullen worden toebedeeld, zonder vergoeding van enig bedrag ter zake van over- of onderbedeling.
De banksaldi
4.21.
Beide partijen hebben na de eerste comparitie van partijen van 16 december 2024 afschriften van hun bankrekeningen van zes maanden voorafgaand aan de peildatum overgelegd. Het gerecht begrijpt dat daarmee is voldaan aan hetgeen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in reconventie heeft gevorderd. Voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar vordering handhaaft tot het geven van een bevel tot overlegging van bankstatements van 29 januari 2017 tot en met 18 mei 2018, geldt dat dit bij gebrek aan een resterend belang wordt afgewezen.
4.22.
Partijen hebben beiden op elkaars statements kunnen reageren en daar geen bedragen genoemd die in de verdeling zouden moeten worden betrokken. Kennelijk zien zij in de overgelegde rekeningoverzichten geen saldo op de peildatum dat nog zou moeten worden verdeeld.
4.23.
Wel hebben partijen over en weer gesuggereerd dat de andere partij in het buitenland nog over bankrekeningen beschikte waarvan de rekeningoverzichten niet zijn overgelegd. Wat er van die suggesties ook moge zijn, het gerecht beschikt in ieder geval niet over gegevens om vast te kunnen stellen dat er op 18 mei 2018 op (buitenlandse) rekeningen nog saldi aanwezig waren die verdeeld moeten worden. Evenmin kan het gerecht vaststellen dat partijen bewust stukken achterhouden; de vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] daaraan de gevolgen te verbinden die het gerecht geraden acht moet daarom worden afgewezen, nog daargelaten dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] – ook desgevraagd – niet heeft kunnen zeggen wat die gevolgen dan zouden moeten zijn.
Conclusie
4.24.
Het voorgaande leidt er toe dat het gerecht op de voet van artikel 3:185 BW BES de verdeling zal vaststellen zoals hierna te melden. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:300 BW BES zal worden bepaald dat dit vonnis zonodig in de plaats treedt van een door partijen op te maken akte die in het kader van deze verdeling nodig is.
4.25.
Nu partijen gewezen echtelieden zijn, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.De beslissing

Het gerecht,
in conventie en in reconventie
5.1.
stelt de verdeling van de tussen partijen bestaand hebbende en op 18 mei 2018 ontbonden huwelijksgoederengemeenschap vast als volgt:
- aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] wordt toebedeeld het perceel grond aan de Kaya Korona te Bonaire ([kadastrering Kaya Korona])
- aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt toebedeeld het appartement in India ([adres India]);
5.2.
bepaalt dat vonnis voor zover nodig in de plaats treedt van een door partijen op te maken akte die in het kader van deze verdeling benodigd zou zijn;
5.3.
stelt vast dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in het kader van deze verdeling een bedrag van USD 85.000,00 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verschuldigd is wegens overbedeling;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Artikel 1:99 lid 1 sub b jo. artikel 1:149 sub c jo. artikel 1:163 lid 1 BW