In deze zaak hebben verzoekers, een man en een vrouw, gezamenlijk een verzoek tot echtscheiding ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het verzoekschrift is op 8 oktober 2025 ingediend, en de rechter heeft bepaald dat een mondelinge behandeling niet nodig is. De beschikking is op 29 oktober 2025 gegeven. De man en de vrouw zijn op 11 januari 2014 te Curaçao getrouwd onder huwelijkse voorwaarden en hebben twee minderjarige kinderen. Op 8 oktober 2025 hebben zij een echtscheidingsconvenant en een ouderschapsplan opgesteld. De rechter heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen op basis van artikel 1:151 BW BES. Tevens hebben partijen gezamenlijk verzocht om het gezag over hun minderjarige kinderen te behouden, wat door de rechter is toegewezen, aangezien er geen bezwaren tegen dit verzoek zijn ingebracht. De rechter heeft de onderlinge regelingen uit het echtscheidingsconvenant en het ouderschapsplan aan de beschikking gehecht, en partijen hebben afstand gedaan van hun recht op (hoger) beroep. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.