In deze zaak, die diende voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.T.C. Nicolaas, een kort geding aangespannen tegen Drommel Bonaire B.V. De procedure begon met een verzoekschrift van eiseres op 16 september 2025, gevolgd door een oproep voor de zitting op 29 september 2025. Tijdens de zitting heeft eiseres aangegeven dat Drommel Bonaire aan de vorderingen had voldaan, met uitzondering van de proceskosten. Eiseres heeft haar vorderingen onder a, b en c ingetrokken en vroeg enkel om een veroordeling van Drommel Bonaire in de proceskosten.
Het gerecht heeft vastgesteld dat Drommel Bonaire in feite in het ongelijk is gesteld, omdat eiseres gedwongen was om te procederen om haar vorderingen te laten voldoen. Daarom is Drommel Bonaire veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op USD 251,00 aan griffierechten, USD 159,00 aan deurwaarderskosten en USD 300,00 aan salaris van de gemachtigde. Daarnaast zijn de nakosten toegewezen tot een bedrag van USD 40,00 zonder betekening, verhoogd met USD 84,00 in geval van betekening.
Het gerecht heeft eiseres ook toegestaan om kosteloos te procederen, op basis van het overgelegde formulier voor kosteloze rechtskundige bijstand. De beslissing is genomen op 30 september 2025 door rechter R.P.P. Hoekstra, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.