Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA, zittingsplaats Bonaire
1.[eiser 1],
[eiser 2],
FUNDASHON CAS BONAIRIANO,
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is op 18 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil over de verdeling van twee percelen onroerend goed, gelegen op Bonaire. De eisers, [eiser 1] en [eiser 2], hebben een verzoek ingediend om de netto-opbrengst van de verkoop van de percelen te verdelen. De percelen zijn kadastraal bekend als TERA KÒRÁ, met een oppervlakte van respectievelijk 1.894 m2 en 10.000 m2. De eisers hebben aangegeven dat alle deelgenoten, met uitzondering van de afstammelingen van [perceel eigenaar 1], akkoord gaan met de voorgestelde verdeling van de opbrengst. De eisers hebben verzocht om de benoeming van een onzijdig persoon, A. Hous, die de afstammelingen van [perceel eigenaar 1] zal vertegenwoordigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 november 2025 zijn de eisers en hun gemachtigde, mr. L.L.A. Davelaar-Franklin, verschenen. De rechtbank heeft de verzoeken van de eisers inwilligd, inclusief de benoeming van de onzijdig persoon en de wijze van verdeling van de netto-verkoopopbrengst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten van de verdeling, die op USD 18.141,08 zijn vastgesteld, aan de eisers zullen worden uitbetaald. Daarnaast is er een openstaande vastgoedbelasting van USD 27.311,00 die door de notaris zal worden ingehouden op de bruto-verkoopopbrengst.
De beslissing van het Gerecht houdt in dat de onroerende zaken zullen worden verkocht en dat de netto-verkoopopbrengst zal worden verdeeld onder de deelgenoten, waarbij 50% naar [eiser 1], 37,5% naar [eiser 2] en 12,5% naar de onzijdig persoon A. Hous gaat. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.