ECLI:NL:OGEAC:2012:BX7531

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
3 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
57054/2012
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot faillietverklaring van verweerder afgewezen na voldoening van vorderingen

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 3 september 2012 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot faillietverklaring van de verweerder. De verzoekers, waaronder verschillende Belgische rechtspersonen, hadden verzocht om de verweerder in staat van faillissement te verklaren. Tijdens de procedure is gebleken dat de verweerder een groot aantal vorderingen heeft voldaan of geregeld na indiening van het verzoekschrift. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verweerder niet in een toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en heeft het verzoek tot faillietverklaring afgewezen.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 19 juli 2012 ter griffie is ingekomen. De verweerder is op 27 juli 2012 in raadkamer gehoord, bijgestaan door zijn gemachtigde. Tijdens de zittingen hebben de verzoekers hun vorderingen toegelicht, maar ook enkele verzoeken ingetrokken na het treffen van betalingsregelingen met de verweerder. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verweerder, onder druk van de faillissementsaanvragen, zijn schulden heeft voldaan en dat er geen reden is om aan te nemen dat hij in financiële problemen verkeert.

De beslissing van het Gerecht is dat het verzoek tot faillietverklaring wordt afgewezen, en dat er geen kostenveroordeling zal plaatsvinden, aangezien de verweerder na indiening van het verzoekschrift een groot aantal vorderingen heeft voldaan. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.J. Beukenhorst, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is openbaar gemaakt op 3 september 2012.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Vonnis in de zaak van:
1. de rechtspersoon naar Belgisch recht ETACC BVBA,
gevestigd in België,
2. de rechtspersoon naar Belgisch recht BVBA JACOBS BINNENDEUREN,
gevestigd in België,
3. de rechtspersoon naar Belgisch recht CROWNOAKEUROPE N.V.,
gevestigd in België,
4. de rechtspersoon naar Nederlands recht Booij Makelaardij O.Z. B.V.,
gevestigd in Nederland,
5. de rechtspersoon naar Nederlands recht
SCHEEPSWERF A. VAN DAM EN ZOON B.V.,
gevestigd in Nederland,
6. de rechtspersoon naar Belgisch recht VLAAMSE BELASTINGDIENST O.V.,
gevestigd in België,
7. de rechtspersoon naar Belgisch recht IVEKA,
gevestigd in België,
8. de rechtspersoon naar Belgisch recht TELENET NV/SA,
gevestigd in België,
9. de rechtspersoon naar Belgisch recht
ELECTRABEL CUSTOMER SOLUTIONS N.V.,
gevestigd in België,
10. de rechtspersoon naar Belgisch recht PIDPA PROVENCIALE EN
INTERCOMMUNALE DRINKWATERMAATSCHAPPIJ ANTWERPEN N.V.,
gevestigd in België,
11. de rechtspersoon naar Belgisch recht MERCATOR VERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd in België,
12. de rechtspersoon naar Belgisch recht ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT-JOZEF,
gevestigd in België,
verzoekers,
gemachtigden: mrs. Th. Aardenburg en A.C. van Hoof,
en
de naamloze vennootschap KOMPANIA DI DISTRIBUSHON DI AWA I ELEKTRISIDAT DI KORSOU N.V., h.o.d.n. Aqualectra Distribution,
gevestigd te Curaçao,
gevoegde partij,
gemachtigde: mr. Q.D.A. Carrega,
tegen
[verweerder],
wonende te Curaçao,
verweerder,
gemachtigde mr. drs. E. Bokkes.
Verloop van de procedure
Bij verzoekschrift met bewijsstukken, dat op 19 juli 2012 ter griffie is ingekomen, hebben verzoekers verzocht verweerder in staat van faillissement te verklaren.
Op 27 juli 2012 is verweerder in raadkamer gehoord. Hij is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verzoekers waren vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Namens Aqualectra heeft mr. [x] verzocht zich met een vordering van in totaal Naf. 213.519,18 te mogen voegen aan de zijde van verzoekers.
Dit verzoek, waartegen verweerder op zichzelf geen bezwaar heeft gemaakt, is toegestaan. De gemachtigden van verzoekers en de gevoegde partij hebben het verzoek toegelicht en de gemachtigde van verweerder heeft daartegen aan de hand van een verweerschrift en pleitaantekeningen, beide met bewijsstukken, verweer gevoerd.
Door beide partijen zijn (aanvullende) producties in het geding gebracht.
Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt dat zich bij de stukken bevindt. De gemachtigden van verzoekers hebben laten weten dat de verzoeken van Booij Makelaardij en de Vlaamse Belastingdienst worden ingetrokken. Ten slotte is de behandeling aangehouden tot de zitting van 31 augustus 2012 om verweerder een laatste gelegenheid te geven om orde op zaken te stellen en aan te tonen welke vorderingen inmiddels zijn voldaan, dan wel dat ter zake een betalingsregeling is getroffen.
Voorafgaand aan die tweede zitting is bericht ontvangen van de gemachtigde van Aqualectra dat inmiddels een regeling met verweerder is getroffen en dat zij zich terugtrekt als verzoekster. Voorafgaand aan de zitting van 31 augustus 2012 zijn door beide partijen aanvullende producties in het geding gebracht. Verweerder is wederom in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Voor verzoekers is mr. Van Hoof verschenen. Verder was aanwezig mr. P.M. Noordhoek om een tweetal steunvorderingen toe te lichten. De uitspraak is bepaald op vandaag.
Beoordeling
1. Van de twaalf verzoekers hadden twee op de eerste zitting al laten weten hun verzoek in te trekken en hebben er zeven hun verzoek ingetrokken op de tweede zitting. Voorafgaand aan die tweede zitting deed de gevoegde partij Aqualectra hetzelfde. Allemaal nadat met deze partijen een betalingsregeling was getroffen, dan wel hun vorderingen door verweerder waren voldaan. Ook een als steunvordering opgevoerde declaratie van [y] in België is inmiddels voldaan. De eerste steunvordering van mr. Noordhoek heeft betrekking op een proceskostenveroordeling in een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 13 augustus 2012, welk vonnis op 28 augustus 2012 aan verweerder is betekend. Verweerder heeft een betalingsbewijs overgelegd van het leeuwendeel van die proceskostenveroordeling. Op advies van zijn raadsman had hij de nakosten niet voldaan, maar die Naf. 400,00 heeft hij ter zitting alsnog in contanten aan mr. Noordhoek betaald, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
De tweede steunvordering van mr. Noordhoek heeft betrekking op een bijdrage van
Naf. 5.500,00 per maand voor levensonderhoud van zijn echtgenote, die verweerder ingevolge een echtscheidingsconvenant van oktober 2011 is verschuldigd.
Vaststaat dat hij dat bedrag tot en met augustus 2012 telkens heeft betaald. De betaling voor september 2012 was op 31 augustus 2012 nog niet geschied en verweerder zou hebben laten weten dit bedrag ook niet meer te zullen betalen.
Ter zitting heeft hij evenwel toegezegd dat dit bedrag op maandag 3 september 2012 zal worden overgemaakt.
Dit alles wijst er niet op dat verweerder in een toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, integendeel, onder druk van de verzoeken tot faillietverklaring betaalt hij de ene rekening na de andere.
2. Tegen een steunvordering van De Landheer Vastgoedmakelaars in België heeft verweerder terecht bezwaar gemaakt, nu uit artikel 3 van de opdracht tot bemiddeling bij verkoop blijkt dat deze courtage ten laatste betaalbaar is bij de ondertekening van de notariële akte en de desbetreffende woning in België wel is verkocht, maar de verkoper blijkens het tussen hem en verweerder getekende contract pas in maart 2014 hoeft af te nemen en dit vooralsnog niet heeft gedaan.
3. Wat resteert zijn de vorderingen van de Belgische firma’s ETACC, Jacobs Binnendeuren en Crowneurope, die alle betrekking hebben op werkzaamheden in en rond het woonhuis van verweerder in België. Verweerder betwist hetzij het bestaan van de onderliggende overeenkomst, hetzij de levering of de kwaliteit van het geleverde, hetzij dat hij niet zou hebben betaald. Een en ander zal nader moeten worden onderzocht, desnoods in een procedure, maar deze procedure leent zich daar niet voor. Vooralsnog staan deze vorderingen onvoldoende vast om op het niet-voldoen daarvan een verzoek tot faillietverklaring te baseren. Daar komt bij dat verweerder onweersproken heeft aangevoerd dat achter De Landheer een boze ex van hem zit en dat een andere boze ex van hem freelance investigator is en via advertenties al zijn schuldeisers oproept om zich te melden teneinde zijn faillissement aan te vragen, waarbij zij meldt dat de baten de schulden overstijgen. Verweerder weet klaarblijkelijk heel wat mensen tegen zich in het harnas te jagen. Zoals echter ook al overwogen in het vonnis van 6 juli 2012, is de faillissementsprocedure er niet voor om andere dan zakelijke geschillen uit te vechten.
4. De slotsom is dat niet kan worden gezegd dat verweerder in een toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Het verzoek wordt dan ook afgewezen.
Aangezien een groot aantal vorderingen is voldaan of geregeld na indiening van het verzoekschrift, zal een kostenveroordeling achterwege blijven.
Beslissing
Het Gerecht:
- wijst de aanvraag tot faillietverklaring af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 3 september 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.