Uitspraak
HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
wijstde vordering af;
veroordeeltCaresto in de proceskosten, tot op heden begroot op nihil.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Caresto International N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. Caresto, een makelaarskantoor, had de gedaagde bemiddeld bij het huren van een appartement van Hanenberg Properties. De gedaagde betwistte de verschuldigdheid van makelaarscourtage, stellende dat er geen bemiddelingsovereenkomst tot stand was gekomen en dat de courtage voor rekening van de verhuurder diende te komen. Caresto had de gedaagde vooraf geïnformeerd over de makelaarscourtage, maar de gedaagde stelde dat Caresto ook als lasthebber voor de verhuurder had opgetreden, waardoor de courtage niet bij hem in rekening kon worden gebracht.
Het Gerecht heeft de feiten en het procesverloop in detail besproken, waarbij het onder andere de e-mailcorrespondentie tussen partijen en de totstandkoming van de huurovereenkomst heeft onderzocht. Het Gerecht concludeerde dat Caresto zowel voor de verhuurder als voor de gedaagde als tussenpersoon had opgetreden. Dit leidde tot de toepassing van artikel 7:417 lid 4 BW, dat bepaalt dat een makelaar geen recht heeft op courtage van de huurder als deze als lasthebber voor zowel de huurder als de verhuurder optreedt, en de huurder een natuurlijk persoon is die niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelt.
Uiteindelijk oordeelde het Gerecht dat Caresto geen recht had op de gevorderde makelaarscourtage van de gedaagde, en wees de vordering van Caresto af. Tevens werd Caresto veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die tot op heden op nihil waren begroot.