Uitspraak
Landsverordening administratiefrechtelijke rechtspraak
,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak is het ontslag op staande voet van de Rector Magnificus van de University of Curaçao (UoC) aan de orde. Eiser, de voormalige Rector Magnificus, heeft bezwaar gemaakt tegen zijn ontslag, dat door de Raad van Toezicht (RvT) van de UoC was opgelegd. De burgerlijke rechter heeft in een eerdere procedure geoordeeld dat het ontslag kennelijk onredelijk was en heeft de UoC veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Echter, in hoger beroep heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie geoordeeld dat eiser niet-ontvankelijk was bij de burgerlijke rechter, omdat er een andere rechtsgang openstond, namelijk de administratieve rechter. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, maar dit beroepschrift was te laat ingediend. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat deze het gevolg was van bijzondere omstandigheden die niet aan eiser toe te rekenen waren. Het Gerecht heeft de RvT opgedragen om binnen twee maanden te beslissen op de bezwaarschriften van eiser. De uitspraak van het Gerecht is gedaan op 21 januari 2014, waarbij de RvT en de Rector Magnificus zijn veroordeeld om alsnog te beslissen op de ingediende bezwaarschriften en de proceskosten aan eiser te vergoeden.