Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
mr. A.L. Tjon Kwan Paw. Het eerste verhoor van de verdachte is vervolgens aangevangen op 17 november 2014 om 18.45 uur. Er is dan ook geen sprake van schending van enige rechtsregel in dit verband. Het verweer, voor zover strekkend tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en/of tot bewijsuitsluiting vanwege schending van het consultatierecht, wordt derhalve verworpen.
4.Bewijsbeslissingen
;
eenaangrenzende woning en
een geparkeerde auto toebehorende aan [x]
enanderen heeft beschadigd, immers heeft hij, verdachte toen en aldaar opzettelijk een handgranaat op het terras, van de woning gelegen te Kaya [ ] gegooid en deze handgranaat tot ontploffing gebracht.
eenhandgranaat op het terras, van de woning gelegen te Kaya [ ], alwaar die [x] op dat moment verbleef, gegooid en tot ontploffing gebracht
;
zijndeeen vuurwapen
sin de zin van artikel 5 van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
cursiefweergegeven verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid
7.Motivering van de sanctie
8.Vordering benadeelde partijen feit 1 en schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
10.Toegepaste wettelijke voorschriften
11.Beslissing
4Domschreven, heeft begaan;
5genoemde strafbare feiten opleveren;
gevangenisstrafvoor de duur van
vier (4) jaren;
[x]geleden materiële schade tot het bedrag van
NAf 1.750,00 (zegge: éénduizendzevenhonderdenvijftig gulden)en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag aan [x] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
NAf 11.177,21 (zegge: elfduizendéénhonderdzevenenzeventig gulden en éénentwintig cent)en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag aan [y] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
NAf 1.750,00 (zegge: éénduizendzevenhonderdenvijftig gulden)en
NAf 11.177,21 (zegge: elfduizendéénhonderdzevenenzeventig gulden en éénentwintig cent)bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
27 (zevenentwintig) dagenrespectievelijk
90 (negentig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijke
gevangenisstrafvoor de duur van
zes (6) maanden, opgelegd bij vonnis van het Gerecht van 14 december 2012.