In deze zaak heeft de stichting Fundashon Pa Konsumido (FPK) op 28 oktober 2015 een kort geding aangespannen tegen Aqualectra, een utility holding op Curaçao, omdat Aqualectra per 1 juni 2015 is gestopt met het accepteren van contante betalingen voor haar diensten. De behandeling vond plaats op 5 november 2015, waarbij FPK werd vertegenwoordigd door de advocaten mr. S.H.M. Helder en mr. Inderson, en Aqualectra door mr. M.R. Hammoud. FPK vorderde dat Aqualectra klanten zou toestaan om hun facturen contant te betalen en dat Aqualectra dit binnen acht dagen na het vonnis bekend zou maken aan haar klanten, met een dwangsom van Naf. 1000,- per dag bij niet-naleving.
Aqualectra voerde verweer en stelde dat FPK niet-ontvankelijk verklaard moest worden in haar vorderingen. De rechter oordeelde dat Aqualectra op basis van artikel 6:116 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao bevoegd was om een andere plaats voor contante betalingen aan te wijzen. De rechter concludeerde dat de maatregel van Aqualectra niet onrechtmatig was en dat FPK niet kon aantonen dat er sprake was van een toerekenbare tekortkoming. Het Gerecht verklaarde FPK niet-ontvankelijk in haar vordering tegen de holding en wees de vorderingen tegen Aqualectra af. FPK werd veroordeeld in de kosten van de procedure.
De uitspraak benadrukt de rechten van de schuldeiser om de plaats van betaling te bepalen en bevestigt dat Aqualectra haar klanten voldoende heeft geïnformeerd over de wijziging in betalingsmethoden. De rechter oordeelde dat de belangen van de klanten, met name de kwetsbare groepen, niet onterecht werden geschaad, aangezien er alternatieve betaalmethoden beschikbaar bleven.