ECLI:NL:OGEAC:2016:17
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- U.I.D. Luydens
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en geschil over inboedel en banktegoeden
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een geschil tussen eiseres en gedaagde over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.E. Martis, en gedaagde, die in persoon procedeert, hebben een conflict over de inboedel van hun gezamenlijke woning en de banktegoeden. De procedure volgt op een eerder vonnis van 16 november 2015, waarin partijen de gelegenheid kregen om hun standpunten te verduidelijken.
De eiseres stelt dat gedaagde zonder toestemming goederen uit de echtelijke woning heeft meegenomen, terwijl gedaagde beweert dat hij slechts enkele goederen heeft meegenomen en dat eiseres de rest heeft verkocht of weggegooid. Het gerecht concludeert dat er onvoldoende bewijs is om de omvang van de inboedel vast te stellen, waardoor de vordering tot verdeling van de inboedel wordt afgewezen.
Daarnaast is er een geschil over een huis en de bijbehorende banktegoeden. Gedaagde heeft nagelaten om bewijsstukken over te leggen die zijn eigendom van het huis kunnen aantonen. Het gerecht heeft gedaagde de gelegenheid gegeven om een kadastraal uittreksel te overleggen. Wat betreft de banktegoeden, heeft het gerecht gedaagde opgedragen om informatie te verstrekken over zijn schuld aan de bank, maar hij heeft niet voldoende bewijs geleverd. De gebruiksvergoeding voor de woning is vastgesteld op NAF. 34.399,92, en verdere beslissingen zijn aangehouden voor latere zittingen.