Uitspraak
HUBRAP HOLDING B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NAf 600,00 niet heeft gestolen en dat zij ook niet weet waar dat geld is gebleven.
5.De Beslissing
wijstde verzoeken af.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft [verzoekster], een kassière bij Hubrap Holding B.V., op 22 november 2016 ontslag op staande voet gekregen na een melding van een kasverschil van NAf 600,00. De klant had op 3 november 2016 een bedrag van NAf 66,10 getankt, maar er was een bedrag van NAf 666,10 van zijn rekening afgeschreven. [Verzoekster] was op dat moment de kassière en had een kascontrole-formulier ingevuld aan het einde van haar shift. Na de melding is zij gehoord en geschorst, waarna het ontslag volgde. [Verzoekster] heeft het ontslag betwist en verzocht om nietigverklaring van het ontslag en doorbetaling van haar salaris.
Het Gerecht heeft de zaak behandeld op 6 juni 2017. Tijdens de zitting heeft [verzoekster] verklaard dat zij niet verantwoordelijk is voor het kasverschil en dat er geen bewijs is dat zij het geld heeft gestolen. Hubrap heeft echter aangevoerd dat [verzoekster] verantwoordelijk was voor het kastekort en dat zij geen plausibele verklaring heeft gegeven voor het ontbreken van het bedrag op het kascontrole-formulier. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er een kasoverschot was van NAf 600,00 aan het einde van de shift van [verzoekster], maar dat dit niet op het formulier stond vermeld.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat het vertrouwen van Hubrap in [verzoekster] is komen te vervallen door het kasverschil en dat het ontslag op staande voet terecht is verleend. De verzoeken van [verzoekster] tot nietigverklaring van het ontslag en loondoorbetaling zijn afgewezen. Het Gerecht heeft [verzoekster] wel verlof verleend om kosteloos te procederen. De beslissing is gegeven door mr. S.E. Sijsma op 4 juli 2017.