ECLI:NL:OGEAC:2016:33

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
4 maart 2016
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
555.00438/15
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van auto en vernieling van eigendommen in Curaçao met recidive

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 4 maart 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1994 en wonende te Curaçao. De verdachte werd beschuldigd van diefstal en vernieling, gepleegd op of omstreeks 18 oktober 2015. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, maar het Gerecht oordeelde anders. De verdachte had een auto gestolen en was betrokken bij een reeks vernielingen, waaronder schade aan een geparkeerde auto en een afrastering. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte de diefstal wettig en overtuigend had gepleegd, mede gezien het korte tijdsverloop tussen de diefstal en het voorhanden hebben van de auto. De verdachte had geen aannemelijke verklaring voor zijn handelen gegeven, wat leidde tot de bewezenverklaring van de diefstal en de vernielingen. De verdachte was een recidivist, wat meegewogen werd in de strafmaat. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en het gebrek aan respect voor andermans eigendom.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] 1994 in Curaçao,
wonende te Curaçao, [adres] 186.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 februari 2016 en
4 maart 2016. De verdachte is steeds verschenen, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. G.G. van Gils.
De officier van justitie, mr. M. Dennaoui-Simon, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van feit 1 primair vrij te spreken en ter zake van feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) maanden, waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren, met aftrek van voorarrest, onder de bijzondere voorwaarde dat hij zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens de U.O. Reclassering Curaçao.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
Feit1
Primair: diefstal
hij op of omstreeks 18 oktober 2015, althans in of omstreeks de maand oktober 2015 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
een handtas inhoudende een bankpas en/of huissleutels en/of een zonnebril (van het merk Rayban) en/of een (zwart)gekleurde mobiele telefoon (van het merk Samsung, model S6 en/of een bedrag van ongeveer honderd en twintig gulden en/of een identiteitsbewijs en/of autosleutels (met een aanhangsel met erop de kenteken [nummer]) en/of,
een (wit) gekleurde personenauto (van het merk Nissan gekentekend [nummer], model Note), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam SO] en/of aan Curacao Telecom, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(artikel 2:288/289 Wetboek van Strafrecht)
althans, indien het voorgaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
Subsidiair: Heling
hij op of omstreeks 18 oktober 2015, althans in of omstreeks de maand oktober 2015 te Curaçao,
een handtas inhoudende een bankpas en/of huissleutels en/of een zonnebril (van het merk Rayban) en/of een (zwart)gekleurde mobiele telefoon (van het merk Samsung, model S6 en/of een bedrag van ongeveer honderd en twintig gulden en/of een identiteitsbewijs en/of autosleutels (met een aanhangsel met erop de kenteken [nummer]) en/of,
een (wit) gekleurde personenauto (van het merk Nissan gekentekend [nummer], model Note heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die handtas inhoudende een bankpas en/of huissleutels en/of een zonnebril (van het merk Rayban) en/of een (zwart)gekleurde mobiele telefoon (van het merk Samsung, model S6 en/of een bedrag van ongeveer honderd en twintig gulden en/of een identiteitsbewijs en/of autosleutels (met een aanhangsel met erop de kenteken [nummer]) en/of,
een (wit) gekleurde personenauto (van het merk Nissan gekentekend [nummer], model Note) wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(artikel 2:397-1a/399-1a Wetboek van Strafrecht)
Feit 2: Vernieling personenauto Nissan Note
hij op of omstreeks 18 oktober, althans in of omstreeks de maand oktober 2015 te Curaçao, opzettelijk en wederrechtelijk,
een (wit) gekleurde personenauto van het merk Nissan gekentekend R58-67, model Note) toebehorend aan [naam slachtoffer] en/of aan Curacao Telecom in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt door tegen een personenauto (van het merk Hyundai, model Accent) toebehorende aan een ander of anderen dan aan hem verdachte en/of een afrastering van het perceel [adres] toebehorende aan [naam 2e SO] aan te rijden en/of te botsen;
(artikel 2:334 Wetboek van Strafrecht)
Feit 3: Vernieling personenauto Hyundai Accent en/of afrastering perceel [adres]
hij op of omstreeks 18 oktober, althans in of omstreeks de maand oktober 2015 te Curaçao, opzettelijk en wederrechtelijk,
een personenauto (van het merk Hyundai, model Accent) toebehorende aan een ander of anderen dan aan hem verdachte en/of een afrastering van het perceel [adres] toebehorende aan [naam 2e SO], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt door tegen die personenauto (van het merk Hyundai, model Accent) en/of die afrastering van het perceel Metselaarsweg 11 aan te rijden en/of te botsen met een (wit) gekleurde personenauto van het merk Nissan gekentekend [nummer], model Note)
(artikel 2:334 Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Bewijsmiddelverweer
De raadsman heeft betoogd dat het proces-verbaal van de meervoudige fotoconfrontatie die op 27 oktober 2015 werd gehouden met de getuige Delanooy niet tot het bewijs mag worden gebezigd, omdat voornoemde getuige bij haar verhoor door de rechter-commissaris op 23 december 2015 de verdachte niet opnieuw heeft herkend in dezelfde fotoserie.
Het Gerecht verwerpt dit verweer. Dat de getuige de verdachte twee maanden later niet opnieuw heeft herkend, doet geenszins af aan de betrouwbaarheid van haar eerdere herkenning, temeer daar de getuige bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat de daar aan haar getoonde fotosheet zwart-wit foto’s bevat die van slechte kwaliteit zijn. Ook overigens zijn er geen aanwijzingen dat de bij de meervoudige fotoconfrontatie gevolgde werkwijze in strijd is met een eerlijke procesvoering. Het Gerecht bezigt de resultaten hiervan dus tot het bewijs.
4B. Bewijsmiddelen
Het Gerecht komt tot bewezenverklaring van de onder feit 1 primair, feit 2 en feit 3 tenlastegelegde feiten op grond van de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat [1] .
Ten aanzien van alle feiten
1. Proces-verbaal van aangifte d.d. 18 oktober 2015, pagina 12 t/m 14, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de aangeefster […]:
Op zaterdag 17 oktober 2015 rond 22:00 uur heb ik een auto, een wit gekleurde Nissan model Note met kenteken [nummer], op de parkeerplaats van Jan Thiel te Curaçao geparkeerd. Daarna ben ik daar naar een restaurant gegaan. Die nacht omstreeks 3:30 uur constateerde ik dat mijn handtas, inhoudende een zwarte mobiele telefoon van het merk Samsung model S6, een bankpas, een identiteitsbewijs, NAf 120,00, mijn huissleutels, een Rayban zonnebril en mijn autosleutels, was gestolen. Daarna ontdekte ik dat ook dat de Nissan van de parkeerplaats was gestolen. Deze auto is eigendom van Digicel.
2. Proces-verbaal van aanhouding op heterdaad d.d. 19 oktober 2015, pagina 27 t/m 30, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verbalisanten [verbalisanten], beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao:
Op zondag 18 oktober 2015 troffen wij omstreeks 12:22 uur de man genaamd [verdachte] slapend aan op een bank in de wijk Koraalspecht. Hij was vermoedelijk onder invloed van een substantie. Pal naast de man zagen wij een autosleutel liggen met daaraan een label waarop het kenteken [nummer] was vermeld. Van de meldkamer vernamen wij dat de bij deze sleutel behorende auto was gestolen en in de ochtenduren onbeheerd en midden op de weg was aangetroffen op de kruising Dividiviweg/Sorsakaweg.
3. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2015, pagina 18 t/m 19, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verbalisanten [verbalisanten], respectievelijk brigadier en agent van politie bij het Korps Politie Curaçao:
Op 18 oktober 2015 omstreeks 8:05 uur troffen wij op de Dividiviweg bij de kruising met de Sorsakaweg een witte Nissan Note aan voorzien van het kenteken [nummer]. Deze auto stond onbeheerd midden op de kruising. De auto vertoonde op verschillende plaatsen grote schade.
4. Proces-verbaal van aangifte hit and run te [adres] d.d. 18 oktober 2015, pagina 45, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de aangever [aangever]:
Op 18 oktober 2015 stond mijn personenauto voor mijn woning te [adres] geparkeerd. Ik stond omstreeks 3:35 uur op mijn erf toen ik een witte auto met het kenteken [nummer] aan zag komen rijden. Daarna zag ik dat de bestuurder de macht over het stuur verloor en tegen mijn auto botste. Mijn auto schoof naar voren en botste tegen een pilaar. De bestuurder reed na deze aanrijding weg.
5. Proces-verbaal van aangifte d.d. 19 oktober 2015, pagina 46 t/m 48, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de aangeefster [aangeefster]:
Op 18 oktober 2015 was ik tussen 7:00 uur en 7:15 uur thuis te [adres]. Ik hoorde een harde klap en ging buiten kijken. Ik zag dat een witte Nissan met het kenteken [nummer] tegen de muur van mijn woning was gebotst. Mijn muur is daardoor beschadigd.
6. Proces-verbaal van fotoconfrontatie aangeefster [ ] met de verdachte [ ] d.d. 27 oktober 2015, pagina 56 t/m 57, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- als verklaring van de verbalisanten T[verbalisanten], beiden brigadier bij het Korps Politie Curacao:
Wij toonden aan [aangeefster] een sheet met daarop tien foto’s. Zonder te aarzelen wees de getuige ons de foto met nummer 5 aan. Op foto 5 staat afgebeeld de verdachte genaamd[ ], geboren op [datum] 1994 te Curaçao.
- als verklaring van de getuige [aangeefster]:
De man op de sheet onder foto 5 is dezelfde man waarover ik in mijn verklaring sprak. Hij trad op als bestuurder van de wit gelakte personenauto van het merk Nissan met kenteken [nummer]. Hij is tegen mijn afrastering aangereden.
4C. Bewijsoverweging
Feit 1 primair
Anders dan de officier van justitie en de raadsman is het Gerecht van oordeel dat de onder feit 1 primair tenlastegelegde diefstal wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het Gerecht stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen vast dat de verdachte de gestolen auto kort na de diefstal in zijn bezit had, namelijk toen hij als bestuurder daarmee tegen de afrastering van de woning aan de [adres] reed. Bij zijn aanhouding, enkele uren daarna, was hij niet meer in het bezit van de gestolen auto, maar wel (nog steeds) van de gestolen autosleutel. Vooropgesteld moet worden dat aan het enkele voorhanden hebben van gestolen goederen niet zonder meer de conclusie kan worden verbonden dat de betrokken verdachte die goederen ook zelf heeft gestolen. Voor de beoordeling van de betekenis die aan dat voorhanden hebben moet worden gehecht, zijn de feiten en omstandigheden van het geval van belang.
Gelet op het uiterst korte tijdsverloop tussen de diefstal van de auto en het voorhanden hebben van die auto (en de autosleutel), moet het er naar het oordeel van het Gerecht voor gehouden worden dat de verdachte de diefstal zelf heeft gepleegd, tenzij hij voor het voorhanden hebben van die goederen een aannemelijke verklaring heeft. Een dergelijke verklaring heeft de verdachte niet gegeven.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij die avond vanaf 23:00 uur alcohol, drugs en pijnstillers heeft gebruikt en niet meer weet wat hij verder die nacht heeft gedaan vanwege een black-out. Dit gedeelte van zijn verklaring acht het Gerecht op zichzelf beschouwd geloofwaardig gelet op de toestand waarin de verdachte de volgende ochtend op een schoolplein werd aangetroffen door de politie.
Dat geldt evenwel niet voor zijn verklaring dat hij de gestolen autosleutel heeft gevonden bij een kerk toen hij daar twee meisjes ging ophalen om seks mee te hebben op het schoolplein. Deze verklaring acht het Gerecht volstrekt ongeloofwaardig nu de verdachte op vragen van het Gerecht geen details kon verschaffen over hoe laat en waar hij de autosleutel heeft gevonden en evenmin namen kon verschaffen van de betreffende meisjes. Voor het besturen van de auto heeft de verdachte überhaupt geen verklaring gegeven. Dit heeft hij, in weerwil van de herkenning door de getuige [aangeefster], ontkend.
Nu een aannemelijke verklaring van de zijde van de verdachte voor het in bezit hebben van de gestolen auto en sleutel is uitgebleven, is het Gerecht van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde diefstal.
4D. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
Feit 1 primair
hij omstreeks 18 oktober 2015, te Curaçao, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • een handtas inhoudende een bankpas en huissleutels en een zonnebril (van het merk Rayban) en een (zwart)gekleurde mobiele telefoon van het merk Samsung, model S6 en een bedrag van honderd en twintig gulden en een identiteitsbewijs en autosleutels (met een aanhangsel met erop
  • een wit gekleurde personenauto (van het merk Nissan gekentekend [nummer] model Note), toebehorende aan [naam SO] en/of aan
Feit 2
hij op 18 oktober 2015 te Curaçao, opzettelijk en wederrechtelijk,
- een (wit) gekleurde personenauto van het merk Nissan gekentekend [nummer], model Note) toebehorend aan [naam SO] en/of aan
Digicelin elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, heeft beschadigd door tegen een personenauto toebehorende aan een ander dan aan hem verdachte en een afrastering van het perceel [adres] toebehorende aan [aangeefster] te botsen;
Feit 3
hij op 18 oktober 2015 te Curaçao, opzettelijk en wederrechtelijk,
- een personenauto toebehorende aan een ander dan aan hem verdachte en een afrastering van het perceel [adres] toebehorende aan [aangeefste] heeft beschadigd door tegen die personenauto en die afrastering van het perceel [adres] te botsen met een (wit) gekleurde personenauto van het merk Nissan gekentekend [nummer], model Note
.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
diefstal, meermalen gepleegd;
feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd;
feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. De feiten zijn derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft bij een horecagelegenheid een auto van een bezoeker gestolen en heeft daarmee vervolgens een reeks van vernielingen aangericht. Hij is tegen een geparkeerde auto en een afrastering van een huis aangereden. Daarbij werd flinke schade aangericht. De gestolen auto heeft hij vervolgens midden op een kruising en fors beschadigd achtergelaten. Dit zijn ernstige feiten. De verdachte heeft met zijn handelen niet alleen grote schade aangericht, maar hij heeft ook aangetoond geen enkel respect te hebben voor andermans eigendom. Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten nadele van verdachte geldt dat reeds eerder en meermalen werd veroordeeld voor vermogensdelicten en dat hij er ter terechtzitting blijk van heeft gegeven het laakbare van zijn handelen niet in te (willen) zien. Het Gerecht komt tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie en komt dan ook tot een hogere straf dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende acht het Gerecht een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:62, 1:136, 2:288 en 2:334 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Domschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart dat de bewezenverklaarde feiten de in rubriek
5genoemde strafbare feiten opleveren;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M.C.B. Hubben en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op vrijdag 4 maart 2016, in tegenwoordigheid van de griffier en op schrift gesteld op 19 april 2016.

Voetnoten

1.De door het Gerecht aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. Bij onderstaande bewijsmiddelen wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het einddossier inzake het onderzoek “Return”, gesloten en ondertekend op 28 januari 2016.