Uitspraak
1.De Stichting SINT ELISABETH HOSPITAAL,
2.[GEDAAGDE 2],
1.1. Het procesverloop
2.De nadere beoordeling van het geschil
Ziet u aanleiding op basis van de thans beschikbare informatie in het procesdossier en gelet op de vragen zoals geformuleerd in het tussenvonnis van 7 augustus 2006 om af te wijken van de conclusies van Prof. Dr. Van Kleef ter zake de toerekenbaarheid van de tekortkoming van Dr. [gedaagde 2] en/of anderen die betrokken waren bij de behandeling van de patiënt?
Indien u concludeert dat de gedraging en/of nalaten van Dr. [gedaagde 2] (en/of anderen) verwijtbaar is geweest, kunt u dan gemotiveerd en zo mogelijk met literatuur onderbouwd aangeven in welk opzicht precies verwijtbaar is gehandeld?
Indien u concludeert dat de gedraging en/of nalaten van Dr. [gedaagde 2] (en/of anderen) verwijtbaar is geweest, kunt u dan aangeven wat vermoedelijk het medisch beloop zou zijn geweest indien wel correct gehandeld zou zijn?
Kunt u de vraag beantwoorden over de causaliteit tussen enerzijds de gedraging en/of nalaten van Dr. [gedaagde 2] en/of andere betrokkenen en het overlijden van de patiënt, waarbij onder meer rekening dient te worden gehouden met de medische toestand waarin de patiënt zich bevond en de conclusies van de patholoog?
Alle omstandigheden in aanmerking nemende, wat is uw oordeel over het gevoerd anesthesiologisch beleid, zowel voor, tijdens en na de ingreep bij de patiënt?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
De heer [eisers] had na zijn ongeval meerdere ernstige risicofactoren voor een moeilijke intubatie met een haloframe in situ (haloframe, corpulentie, korte nek) en voor de verslechtering van zijn marginale oxygenatie blijkend uit de bloedgasanalyse door de ribfracturen en thoraxtrauma.
Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor een concreet, met meerderen afgestemd plan voor anesthesie en intubatie.
Dr. [gedaagde 2] heeft onvoldoende verantwoordelijkheid genomen om tijdig een adequaat anesthesie- en intubatieplan te ontwikkelen, in ieder geval sterk aan te dringen op verwijderen van de haloframe en dat te laten vervangen door manuele tractie aan de hals/wervelkolom, wat de kansen op een succesvolle intubatie enorm had doen toenemen.
Het heeft ontbroken aan een plan voor moeilijke intubatie. In dit geval had dat moeten zijn:
intubatiepoging oraal,
flexibele endoscopie en bij falen:
patiënt wakker laten worden voor electieve tracheotomie.
Als gevolg daarvan is er een chaotisch uitgevoerd anesthesie- en intubatiebeleid uitgevoerd met trial and error, in een patiënt wiens algehele conditie zienderogen verslechterde, waarbij helaas diverse stopmomenten zijn gepasseerd.
De chronische hypoxemie gedurende uren is miskend als risico.
De anesthesieverslaglegging is onvolledig waardoor de reconstructie is bemoeilijkt.
Een en ander heeft geleid tot cardiaal falen en ondanks reanimatie het overlijden van de patiënt.
Antwoord: neen.
Antwoord: (…) De belangrijkste omissies zijn: het ontbreken van een adequate inschatting van de risico’s met een daarbij behorend anesthesiebeleid, het ontbreken van een tevoren overeengekomen plan B, het niet c.q. onvoldoende nemen van de eigen verantwoordelijkheid als anesthesioloog als mede behandelaar, het daarop volgende chaotische trial and error beleid en het onvoldoende anesthesieverslag. (…).
Antwoord: (…) Indien de anesthesietechniek erop gericht zou zijn dat de patiënt bij falen van de flexibele endoscopietechniek na een eerste falende poging tot orale intubatie wakker kon worden gemaakt had electieve tracheotomie de luchtweg kunnen zekeren voor de spondylodese en zou er een grote kans zijn geweest op een verder ongecompliceerde anesthesie en operatie.
Antwoord: De gehele gang van zaken (…) heeft (…) geleid tot een lang durende periode van hypoxemie (zuurstof tekort) van het slagaderlijk bloed bij de pogingen om de luchtweg veilig te stellen. Ik heb reeds betoogd dat dat een situatie is die vooral schadelijk is voor die organen die sterk van zuurstofaanbod afhankelijk zijn, zoals (…) het hart, (…). Het resultaat is nu geweest dat het hart het heeft begeven. (…) Een causaal verband tussen het (ontbreken van) beleid van dr. [gedaagde 2] en de uitkomst van deze casus is evident.
Antwoord: zie de conclusies van mijn rapportage.
Antwoord: Ondanks de spanne tijds tussen de calamiteit en het huidige deskundigen onderzoek is met veel moeite toch een aannemelijke reconstructie mogelijk geweest. De onderzoeker heeft zich daarbij de risico’s van hind sight bias wel gerealiseerd en getracht de mogelijke invloed daarvan zo veel mogelijk te vermijden. De opmerkingen van dr. [gedaagde 2] naar aanleiding van zijn correctierecht heb ik beantwoord en op basis daarvan een wijziging in de tekst opgenomen.