ECLI:NL:OGEAC:2016:85

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
12 september 2016
Publicatiedatum
23 september 2016
Zaaknummer
AR 77160/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige hinder door dakconstructie en dakgoot op erfgrens

In deze zaak heeft eiseres, wonende in Curaçao, een vordering ingesteld tegen gedaagde, eveneens wonende in Curaçao, met betrekking tot onrechtmatige hinder veroorzaakt door een dakconstructie en dakgoot die zich op de erfgrens bevinden. Eiseres vordert dat gedaagde binnen 72 uur na betekening van het vonnis maatregelen neemt om te voorkomen dat de dakconstructie en dakgoot boven haar perceel uitsteken, en dat gedaagde een dwangsom verbeurt bij niet-nakoming. Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van onrechtmatige hinder.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dakconstructie en dakgoot zich op de erfgrens bevinden en dat eiseres hinder ondervindt van wateroverlast. Gedaagde heeft echter aangevoerd dat de dakgoot is geplaatst om wateroverlast bij eiseres te voorkomen. Tijdens de descente is vastgesteld dat de dakgoot water van het perceel van gedaagde afleidt. Het Gerecht concludeert dat er geen onrechtmatige hinder is, omdat de door eiseres gestelde wateroverlast niet is aangetoond, ondanks de door gedaagde genomen maatregelen.

Daarnaast heeft eiseres gesteld hinder te ondervinden van duiven en leguanen in de dakgoot. Het Gerecht oordeelt dat hinder subjectief is en dat niet is aangetoond dat de aanwezigheid van duiven en leguanen door de dakgoot wordt veroorzaakt. De Gerechtshof concludeert dat de vorderingen van eiseres moeten worden afgewezen, en veroordeelt eiseres in de proceskosten aan de zijde van gedaagde, die tot op heden op nihil zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken op 12 september 2016.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. A. Huizing en E.J.J. Huizing,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende in Curaçao,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna eiseres en gedaagde genoemd worden.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 5 januari 2016 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord van 15 februari 2016;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 25 april 2016;
- het proces-verbaal van de descente op 27 juni 2016.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De volgende feiten zullen in dit geding als tussen partijen vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.2.
Eiseres is bewoonster van de woning op een perceel grond bekend als Kavel [adres2] van het verkavelingsplan Klein St. Michiel. Gedaagde is bewoonster geweest van de woning op het aangrenzende perceel bekend als Kavel [adres1]. Gedaagde heeft de woning inmiddels verkocht.
2.3.
Medio 2014 heeft gedaagde haar woning uitgebreid en de carport gebouwd, waarbij de reeds op de perceelgrens van eiseres bestaande muur is verlengd. Op de uitbreiding is een nieuwe dakconstructie met dakgoot geplaatst. Voor de uitbreiding was een vergunning verleend.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te bevelen om
binnen 72 uur na betekening van het vonnis:
  • alle benodigde maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de dakconstructie van de woning dan wel carport op het perceel grond te [adres1] (Kavel [adres1]) niet uitsteekt boven het perceel grond van eiseres;
  • de aan de dakconstructie van de woning dan wel carport aangebrachte dakgoten te [adres1] (Kavel [adres1]) – die zich bevinden boven het perceel van eiseres – te doen verwijderen;
  • de dakconstructie van de woning dan wel carport te [adres1] (Kavel [adres1]) zodanig te wijzigen c.q. aan te passen dat de afwatering niet langer uitkomt op het perceel grond van eiseres;
  • zulks onder verbeurte van een dwangsom van NAf 2.500,- per dag of gedeelte van een dag dat gedaagde zich niet aan het bevel ten deze houdt;
  • kosten rechtens.
3.2.
Gedaagde voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Eiseres heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zowel het dak van de woning dan wel carport, als de dakgoot uitsteekt op haar erfgrens. Zij ondervindt daar onrechtmatige hinder van in de vorm van wateroverlast en overlast van duiven en leguanen. Gedaagde heeft de (onrechtmatigheid van de ) hinder betwist.
4.2.
Het geschil spitst zich toe op de vraag of er sprake is van onrechtmatige hinder in de vorm van wateroverlast en overlast van duiven en leguanen. Het Gerecht overweegt dat het antwoord op de vraag of sprake is van onrechtmatige hinder, afhangt van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waarbij onder meer rekening moet worden gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend en de mogelijkheden – mede gelet op de daaraan verbonden kosten – en de bereidheid om maatregelen ter voorkoming van schade te treffen.
4.3.
Het Gerecht stelt voorop dat eiseres het door gedaagde gemotiveerd aangegeven belang bij de uitbreiding van de woning niet heeft betwist, zodat dit belang is komen vast te staan.
4.4.
Tijdens de descente heeft het Kadaster de grensafscheiding aangewezen. Naar het oordeel van het Gerecht is daarbij komen vast te staan dat een gedeelte van de uitbouw zich op de erfgrens bevindt. Het gedeelte van het dak dat uitsteekt en de dakgoot bevinden zich daardoor op de erfgrens van eiseres. Eiseres heeft gesteld dat zij door het uitstekende dak hinder ondervindt. Bij hevige regenval stroomt haar tuin over, omdat het water van het dak in haar tuin terecht komt. Gedaagde heeft gesteld dat de dakgoot is geplaatst juist ter voorkoming van wateroverlast bij eiseres. De dakgoot is bedoeld om water van het perceel van eiseres af te leiden. Voorts zijn er gaten in de muur gemaakt en is er een pvc-buis met een diameter van 10 centimeter in de muur geplaatst om het water van het perceel af te leiden. Gesteld noch geleken is dat de door eiseres gestelde wateroverlast zich ondanks deze door gedaagde getroffen maatregelen alsnog heeft voorgedaan. Gelet hierop is naar het oordeel van het Gerecht geen sprake van onrechtmatige hinder die noopt tot verwijdering van de dakconstructie.
4.5.
Voorts heeft eiseres gesteld dat zij hinder ondervindt van duiven en leguanen in de dakgoot doordat deze door de (nieuwe) bewoners van het aangrenzende perceel niet wordt schoongehouden. Hinder is een subjectieve beleving. Noch uit de stellingen van eiseres, noch uit hetgeen tijdens de descente ter plaatse is waargenomen, is duidelijk geworden waar de door eiseres gestelde hinder precies door wordt veroorzaakt, of waarin die hinder bestaat. Dat zich in de omgeving duiven en leguanen bevinden staat buiten twijfel. Dat is echter niet ongebruikelijk op Curaçao, zeker niet – zoals ook in het onderhavige geval – als er in de nabije omgeving een mondi is en er zich fruitbomen in aangrenzende tuinen bevinden. Niet gebleken is dat zich door de aanwezigheid van de dakgoot, in de tuin van eiseres een meer dan normale hoeveelheid duiven en leguanen bevinden, die een zodanige breed gedragen overlast veroorzaken dat van gedaagde moet worden verwacht dat zij de maatregelen treft zoals door eiseres geëist.
4.6.
Het voorgaande leidt er toe dat ondanks dat het dak en de dakgoot uitsteekt op de erfgrens van eiseres, geen sprake is van onrechtmatige hinder zoals door eiseres gesteld. De vorderingen van eiseres liggen daarmee voor afwijzing gereed.
4.7.
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagde tot op heden begroot op nihil.
De kosten van het kadaster, zoals door eiseres voorgeschoten, blijven thans voor haar rekening.

5.De beslissing

Het Gerecht:

- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt eiseres in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 12 september 2016.