ECLI:NL:OGEAC:2017:222
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding op basis van ongerechtvaardigde verrijking en verjaring in een moeder-dochterrelatie
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert eiseres, de moeder, een schadevergoeding van haar dochter, verweerster, op basis van ongerechtvaardigde verrijking. De zaak is ontstaan uit een geschil over de eigendom van een kavel en de daarop gebouwde woning. Eiseres stelt dat de kavel op naam van verweerster is gezet om te voorkomen dat deze in de huwelijksgemeenschap zou vallen, en dat zij de woning heeft laten bouwen en de kosten heeft gedragen. Verweerster heeft echter een volmacht getekend waarmee zij eiseres toestemming gaf om de woning te verkopen, maar heeft deze volmacht later ingetrokken.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat verweerster eigenaar is van de kavel en door natrekking ook eigenaar van de woning is geworden. Eiseres stelt dat verweerster ongerechtvaardigd is verrijkt, maar verweerster beroept zich op verjaring. Het Gerecht oordeelt dat de vordering van eiseres is verjaard, omdat de verjaringstermijn is aangevangen op 1 januari 1997, en dat er geen stuiting van de verjaring heeft plaatsgevonden. Eiseres was zich bewust van de feiten en omstandigheden die aan de vordering ten grondslag liggen, en bekendheid met de juridische gevolgen is niet vereist voor de aanvang van de verjaringstermijn.
Het Gerecht wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten. Tevens verleent het Gerecht eiseres toestemming om kosteloos te procederen, gezien haar onvermogendheid. De uitspraak is gedaan door rechter Th. Veling op 27 november 2017.