ECLI:NL:OGEAC:2017:263

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
18 mei 2018
Zaaknummer
KG 83689/2017
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling van zekerheidstelling en proceskosten in kort geding tussen Curven Tours-Sightseeing B.V. en S.E.L. Maduro & Sons (Curaçao) N.V. en Curaçao Port Services B.V.

In deze zaak, die op 19 december 2017 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, hebben eisers Curven Tours-Sightseeing B.V. en een tweede eiser een kort geding aangespannen tegen gedaagden S.E.L. Maduro & Sons (Curaçao) N.V. en Curaçao Port Services B.V. De aanleiding voor het kort geding was een geschil over de terugbetaling van een bedrag van NAf 40.000,- dat door eisers was betaald als zekerheidstelling in verband met een schadeclaim die door gedaagden was ingediend. De eisers vorderden dat gedaagden zouden overgaan tot een definitieve schadevaststelling en, bij gebreke daarvan, het bedrag van NAf 40.000,- aan hen zouden terugbetalen. Gedaagden hebben in reconventie gevorderd dat eisers een bankgarantie zouden stellen indien CPS tot betaling van het bedrag zou worden veroordeeld.

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2017 is gebleken dat er, afgezien van een vordering van $ 4.009,17, nog geen definitieve schadeclaims bij gedaagden waren ingediend. De rechter heeft vastgesteld dat gedaagden niet onterecht op het kort geding hebben aangestuurd en dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht. De eisers hebben inmiddels een bankgarantie gesteld, en CPS heeft toegezegd het bedrag van NAf 40.000,- aan eisers te retourneren. De rechter heeft vervolgens geoordeeld dat CPS tot betaling van het bedrag moet overgaan en dat gedaagden hoofdelijk in de proceskosten moeten worden veroordeeld.

De rechter heeft de proceskosten aan de zijde van eisers begroot op NAf 1.135,90 aan verschotten en NAf 1.500,- aan gemachtigdensalaris. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.de besloten vennootschap

CURVEN TOURS-SIGHTSEEING B.V.,
en
2. [EISER SUB 2],
gevestigd en wonende in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. A.V.G. Rooijer,
--tegen--

1.de naamloze vennootschap

S.E.L. MADURO & SONS (CURAÇAO) N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde sub1,
gemachtigde: mr. B.J.F Stuart,
en

2.de besloten vennootschap

CURAÇAO PORT SERVICES B.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde sub 2,
gemachtigde: mr. M.F. Bonapart.
Partijen zullen hierna Curven, [eiser sub 2], althans eisers en Maduro & Sons en CPS, althans gedaagden genoemd worden.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Eisers hebben 11 september 2017 een verzoekschrift met producties ingediend. Bij e-mail van 5 oktober 2017 hebben mr. Stuart namens Maduro & Sons en mr. Bonapart namens CPS producties ten behoeve van de mondelinge behandeling toegezonden. Per e-mail van gelijke datum heeft mr. Bonapart namens CPS ook een verzoek in reconventie ingediend. Tot slot heeft mr. Rooijer namens eisers per e-mail 5 oktober 2017 een akte vermeerdering van eis ingediend. Vervolgens heeft op 6 oktober 2017 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen en de gemachtigden zijn verschenen en het woord hebben gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 10 december 2016 heeft een defecte toerbus toebehorende aan eisers, tijdens het lossen vanuit de laadruimte van het schip “Treasure”, schade toegebracht aan de lading van het schip.
2.2.
Maduro & Sons hebben in hoedanigheid van scheepsagent van vervoerder EUKOR, eisers aansprakelijk gesteld voor de schade.
2.3.
CPS heeft een voorlopige schadeclaim bij eisers ingediend ten bedrage van $ 21.063,-. In afwachting van een definitieve schadeberekening hebben eisers CPS zekerheid verstrekt door betaling van een bedrag van NAf 40.000,-. CPS heeft vervolgens de toerbus vrijgegeven.
2.4.
Eisers hebben nadien om een definitief schaderapport gevraagd, teneinde de schade te kunnen verhalen onder hun eigen verzekering. Gedaagden sub 1 en sub 2 hebben niet op de verzoeken gereageerd. Eisers hebben vervolgens onderhavig kort geding aanhangig gemaakt en gevorderd dat gedaagden overgaan tot een definitieve schadevaststelling bij gebreke waarvan het bedrag van NAf 40.000,- aan eisers moet worden terugbetaald. CPS heeft in reconventie gevorderd dat eisers in dat laatste geval een bankgarantie stellen.
2.5.
Tijdens de behandeling van het kort geding is gebleken dat, afgezien van een vordering van $ 4.009,17, (nog) geen schadeclaims bij CPS of bij Maduro & Sons zijn ingediend. Maduro & Sons hebben er op gewezen dat zij niet actief navraag hebben gedaan naar de (omvang van de) claims gelet op de geldende verjaringstermijn van één jaar na levering. CPS heeft aangegeven ter zake afhankelijk te zijn van de informatieverstrekking door Maduro & Sons. Naar aanleiding hiervan zijn partijen overeengekomen dat het door eisers betaalde voorschot van NAf 40.000,- zou worden terugbetaald indien eisers daartoe een bankgarantie zouden verstrekken.
2.6.
Inmiddels hebben eiseres een bankgarantie gesteld voor een bedrag van NAf 40.000,-. CPS heeft schriftelijk toegezegd het bedrag van NAf 40.000,- aan eisers te retourneren. Thans staan enkel nog de werkelijke advocaatkosten en de proceskosten ter discussie.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen, na wijziging van eis, dat het Gerecht, oordelend in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, CPS zal veroordelen tot terugbetaling van het bedrag van NAf 40.000,- voor zover dat nog niet is gebeurd, met (hoofdelijke) veroordeling van gedaagden tot betaling van de werkelijke advocaatkosten en de kosten voor het entameren van de procedure ad NAf 5.000,-, alsmede (hoofdelijke) veroordeling in de proceskosten, waaronder de kosten van het stellen van de bankgarantie.
3.2.
Eisers stellen dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld, door onnodig op het kort geding te hebben aangestuurd en eisers aldus onnodig op kosten hebben gejaagd.
3.3.
Gedaagden hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Voorts heeft CPS een vordering in (voorwaardelijke) reconventie ingediend, inhoudende dat eisers een bankgarantie moeten stellen indien CPS tot betaling van NAf 40.000,- wordt veroordeeld.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Eisers hebben bericht dat zij een bankgarantie hebben gesteld. Ten aanzien van de gevorderde terugbetaling van het bedrag van NAf 40.000,- heeft CPS bericht dat zij daar toe zal overgaan na ontvangst van de bankgarantie. Omdat het Gerecht (nog) geen bevestiging heeft ontvangen zullen eisers (in reconventie) worden veroordeeld tot het stellen van de bankgarantie en zal CPS (in conventie) worden veroordeeld tot betaling van NAf 40.000,-, een en ander voor zover zij daartoe nog niet zijn overgegaan.
4.2.
Met betrekking tot de gevorderde werkelijk gemaakte advocaatkosten geldt het volgende. Het Gerecht stelt voorop dat een veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten volgens vaste jurisprudentie alleen toewijsbaar is in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering of het voeren van verweer, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als een partij haar vordering of verweer baseert op feiten en omstandigheden waarvan zij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het voeren van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (vgl. HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828).
4.3.
Onder de gegeven omstandigheden, waarbij het voor Maduro & Sons en CPS zelf ook (nog) niet kenbaar was of er een definitieve schadeclaim van de schadelijdende derden zou komen en zij, gelet op de korte verjaringstermijn, in het belang van eisers niet actief navraag hebben gedaan naar de (definitieve) schade, hebben gedaagden door niet (tijdig) met een definitieve schadevaststelling te komen, niet onnodig op een kort geding aangestuurd. Aldus is niet gebleken van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen zijdens gedaagden sub 1 en sub 2. De gevorderde advocaatkosten ten bedrage van NAf 5.000,- zal daarmee worden afgewezen.
4.4.
De kosten van het stellen van de bankgarantie zal eveneens voor rekening van eisers blijven, nu zij deze kosten ook buiten rechte zouden hebben moeten maken.
4.5.
De partij die in het ongelijk wordt gesteld moet de proceskosten van de ander vergoeden. De rechter kan echter de kosten die nodeloos zijn aangewend of veroorzaakt, voor rekening van de partij laten die deze veroorzaakte of maakte.
4.6.
In het onderhavige geval hebben partijen ter zitting overeenstemming bereikt over een regeling in der minne. Deze regeling behoorde buiten rechte ook tot de mogelijkheden en eisers waren daartoe ook bereid, ware zij op de hoogte van de stand van zaken. Eerst ter zitting is het eisers duidelijk geworden waarom de schade niet definitief werd vastgesteld. In die zin hadden gedaagden eisers een procedure kunnen besparen door eerder duidelijkheid te verschaffen. Het Gerecht is daarom van oordeel dat, ondanks dat beide partijen deels in het gelijk zijn gesteld, gedaagden (hoofdelijk) moeten worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eisers. Dat geldt ook voor Maduro & Sons aangezien zij weliswaar niet financieel betrokken is in het schadegeval, maar zij in hoedanigheid van scheepsagent wel degene is die over informatie betreffende de schadeclaims kan beschikken.
4.7.
De proceskosten aan de zijde van eisers wordt begroot op NAf 357,95 en NAf 327.95 aan oproepingskosten, NAf 450,- aan griffiekosten en NAf 1.500,- aan gemachtigdensalaris. Gelet op de samenhang met de vordering in conventie zullen de proceskosten in de reconventie op nihil worden gesteld.

5.De beslissing

Het Gerecht:

Rechtdoende in kort geding in conventie en reconventie:
5.1.
veroordeelt eisers tot het stellen van een bankgarantie ten bedrage van NAf 40.000,- ten behoeve van CPS, voor zover dat nog niet heeft plaats gevonden;
5.2.
veroordeelt CPS tot betaling aan eisers van een bedrag van NAf 40.000,-, voor zover die betaling nog niet heeft plaatsgevonden;
5.3.
veroordeelt Maduro & Sons en CPS, hoofdelijk, in de proceskosten, aan de zijde van de eisers tot op heden begroot op NAf 1.135,90 aan verschotten en NAf 1.500,- aan gemachtigdensalaris;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 december 2017.